30 september 2007

Flags of our fathers / Letters from Iwo Jima

Regie : Clint Eastwood (2006)

Van 19.02.1945 tot 26.03.1945 woedde er tussen de USA en Japan een zware veldslag op het kleine vulkanische eilandje Iwo Jima, gelegen in de South-Pacific en niet meer dan een onnozel stuk rots maar wel van groot strategisch belang. Na enkele dagen slaagden de US-troepen erin om de heuvel van dit eiland (de Suribachi) te veroveren. Prompt werd er een Amerikaanse vlag op neergeplant. Later op de dag werd de eerste vlag vervangen door een tweede en grotere vlag. Op 23.02.1945 nam fotograaf Joe Rosenthal een kiekje van het plaatsen van deze tweede vlag door een groepje zes soldaten. De foto raakte een gevoelige snaar bij het thuisfront, wakkerde de hoop op overwinning aan en werd meteen enorm populair. Zo populair zelfs dat de soldaten die de vlag plaatsten (of tenminste de drie van hen die de slag om Iwo Jima overleefd hadden), onmiddellijk werden overgevlogen naar de US : de drankzuchtige Indiaan Ira Hayes, de sympathieke dokter John Bradley en de mediageile Rene Gagnon. De oorlogskas was immers zo goed als leeg en de drie mannen worden van de ene receptie naar de andere parade gesleurd om het Amerikaanse volk ervan te overtuigen oorlogsobligaties te kopen. De drie mannen worden tegen wil en dank tot helden uitgeroepen en worden echte celebrities. In het besef echter dat ze in feite slechts de mannen zijn die de reservevlag hebben neergeplant, voelen ze zich niet zeer comfortabel bij deze schijnparade ...

Regisseur Eastwood wist Steven Spielberg ervan te overtuigen om dit project te producen. Spielberg had immers enkele jaren voordien de verfilmingsrechten gekocht op het gelijknamige boek van James Bradley en Ron Powers maar wachtte nog op een geschikt scenario. De vaste Clint-scenarist Paul Haggis bracht de nodige wijzigingen aan aan het oorspronkelijke script van William Broyles Jr. en tijdens een diner na de Oscar-uitreiking in 2004 werd de deal tussen Eastwood en Spielberg beklonken. Met de fotografie in handen van Tom Stern (en met Buddy Van Horn als stunt-coördinator), én met de muziek van de hand van Clint zelve was het gouden team van Million Dollar Baby opnieuw samen.

De film toont hoe een zoon van één van de vlagplaatsers (namelijk de zoon van John 'Doc' Bradley) op zoek gaat naar de ware toedracht van het oorlogsverleden van zijn vader. Via fictieve interviews met overlevenden van de veldslag wordt aldus via flashbacks een beeld geschets van de keiharde veldslag rond Mount Suribachi en van het eigen leven dat de foto van Rosenthal ging leiden. De veldslag - hoewel die slechts relatief weinig tijd inneemt in de film -wordt prachtig in beeld gebracht. Ik had gelukkig de kans om deze prent op een groot scherm te bekijken. Het opspatten van het zwarte vulkanische zand, het rondfluiten van de kogels, het kermen van de gewonden, de massieve Amerikaanse vloot, ... het is allemaal even indrukwekkend in beeld gebracht als in Saving Private Ryan en in Band of Brothers. De Japanse vijand is anoniem en zit verscholen in bunkers. Er is nauwelijks een Japans gezicht te zien, enkel de loop van een Japans geweer of kanon. De identiteit van de vijand is dan ook van minder belang.

Het is jammer dat de vertelstructuur van Flags of our fathers nogal rammelt. Het verhaal construeren rond een drietal verschillende tijdslijnen was voor niets nodig. En alhoewel het op zich een goede zet is om met minder bekende acteurs te werken (kwestie van de personages niet al te zeer met grote Hollywood-sterren te vereenzelvigen), zijn de acteerprestaties zeker niet altijd even sterk. Met de boodschap is echter niks mis. In enkele kleine details wordt de hypocrisie van de oorlogspropaganda zwaar onderuit gehaald. Zo heeft de oprukkende vloot geen tijd om een overboord gevallen soldaat op te pikken. En zo wordt oorlogsheld Ira Hayes niet toegelaten in een kroeg wegens zijn Indiaanse roots, terwijl hij dezelfde avond nog handjes moet schudden en vriendelijk moet lachen om de oorlogskas te spijzen. De titel van de film ten spijt moet je dus zeker geen schrik hebben voor vlaggenwapperende oorlogspropaganda. Het is het verhaal van gewone mensen die tot helden worden uitgeroepen zonder helden te zijn. Helden bestaan immers niet maar worden gecreeërd omdat mensen nu eenmaal helden nodig hebben om naar op te kijken. Soldaten vechten geen oorlog uit voor hun land maar staan hun mannetje op het slagveld uit vriendschap en kameraderie voor hun mede-soldaten.

Trailer Flags of our fathers :











Regie : Clint Eastwoord (2006)

Opnieuw de bloederige slag op het vulkanische eiland Iwo Jima, ditmaal bekeken vanuit het standpunt van de Japanse soldaten. Generaal Kuribayashi krijgt de twijfelachtige eer om de troepen te leiden tijdens de belangrijke veldslag. Kuribayashi is een welopgevoede patriot. Wanneer hij te horen krijgt dat er geen steun zal komen van de kant van de Japanse vloot, beseft hij al snel dat het een op voorhand verloren strijd is. Toch zorgt hij ervoor dat de Japanse soldaten zich zo goed mogelijk op het gevecht voorbereiden om het zolang mogelijk vol te houden en om de eer van Japan hoog te houden. Tussen deze soldaten zit Saigo, in een vorig leven een bakker en allesbehalve een grote held, maar toch zal hij Kuribayashi tot het laatste ogenblik bijstaan. Er is ook Shimizu, een timide jongen die uit de militaire academie werd geschopt omdat hij een bevel negeerde en die als straf naar Iwo Jima werd gestuurd. En er is Baron Nishi, de flamboyante vriend van Kuribayashi en een voormalig gouden medaillewinnaar op de Olympische Spelen van Los Angeles in 1932. Mount Suribachi valt al snel ten prooi aan de Amerikanen. Japanse soldaten die zich willen overgeven, worden door hun overste neergeschoten. Velen sneuvelen in de strijd of plegen zelfmoord wanneer de nederlaag in zicht komt. Ondanks de compleet uitzichtloze positie van de Japanse troepen slagen ze er toch in om de strijd meer dan 30 dagen te rekken ...

Scenaristen Paul Haggis en Iris Yamashita slagen er gelukkig in om in deze prent meer cohesie en samenhang te brengen dan in Flags of our fathers. De tijdlijn is zeer simpel en direct. Slechts occasioneel krijgen we korte flashbacks te zien (generaal Kuribayashi - een zeer goede rol van Ken Watanabe - tijdens een diner ter zijner ere in de US toen er nog geen sprake was van oorlog tussen de US en Japan / soldaat Saigo die als arme bakker wordt opgeroepen voor het leger en afscheid moet nemen van zijn zwangere vrouw / academiestudent Shimizu weigert het bevel uit te voeren om de hond van een arm gezin neer te knallen), maar voor het overige is het tijdsverloop zeer lineair.

Dit komt de kracht van de film ten goede. Cinematograaf Tom Stern heeft gekozen voor een enorm claustrofobische en donkere sfeer. Grote delen van de film spelen zich af in bunkers en in uitgehouwen gangen in Mount Suribachi. Je krijgt dikwijls de indruk dat je naar een zwart/wit-film zit te kijken, zozeer zijn alle kleuren als het ware weggefilterd. Het zwarte zand, de kale rotspartijen en de vuil-grijze uniforms van de Japanners laten een zeer deprimerende indruk na, een indruk die nog wordt versterkt door de uitzichtloosheid van de situatie van dit groepje mannen die door hun Natie aan hun lot zijn overgelaten. Ditmaal is het de beurt aan de Amerikanen om de anonieme vijand te zijn : slechts zeer zelden krijg je een Amerikaanse soldaat te zien. Een van de meer schrijnende scènes toont hoe een aantal Japanse soldaten beslissen om eerder een granaat in hun maag te laten ontploffen dan zich over te geven. Het resultaat van een jarenlange indoctrinatie. Maar ondanks hun ultra-patriottistische opvoeding slagen een paar soldaten er niet in om zelfmoord te plegen : ze zijn nog teveel 'mens'.

Net zoals in Flags confronteert Eastwood zijn kijkers met vragen rondom de absurditeit van oorlog en van het concept 'heldendom'. Zowel de Amerikaanse als de Japanse soldaten schrijven brieven naar het thuisfront met quasi dezelfde inhoud, missen hun familie, hebben angst voor de dood, zitten tegen wil en dank in een bloedige oorlog verwikkeld en zijn niet meer dan pionnen op een politiek schaakbord. Het zijn gewone mensen zoals U en ik, maar toch knallen ze elkaar af in een strijd om een stom eilandje. Hoe absurd is oorlog wel niet ? Een weinig originele boodschap maar zelden beter verpakt dan in het indrukwekkende tweeluik Flags of our fathers en Letters from Iwo Jima, waarmee Eastwood - voor zover als nodig - zich definitief een plaatsje heeft veroverd tussen de allergrootsten. Het feit dat sommige Amerikaanse critici nogal wat moeite hadden met deze vorm van geschiedschrijving, toont des te meer aan dat Eastwood een gevoelige plek heeft geraakt.

Trailer Letters from Iwo Jima :

pluginspage="http://www.macromedia.com/go/getflashplayer" >

Geen opmerkingen: