Lenny Kravitz (Sportpaleis - 21.11.2014)
Ondervraag de gemiddelde man over Lenny Kravitz, en het antwoord zal meestal een zweem van jaloezie of afkeuring bevatten. Hoe kunnen wij, doordeweekse mannen - behept met lichamelijke gebreken, wijkende haarlijnen en sluikse vet-overschotjes - in Godsnaam optornen tegen zo'n rockgod, die er op z'n vijftig nog steeds uitziet als de vleesgeworden natte droom van menig vrouwmens ? Een lekkere bink die talloze schoonheden aan zijn Oekraïens-Joods-West-Indisch-Amerikaanse leuter heeft geregen ? Zo'n stoute en eeuwig jonge rocker annex bad boy op wie onze vriendinnen of vrouwen - met een beetje kwijl in de mondhoek - ongegeneerd geilen ? Nee, zo'n man moeten we niet tolereren in onze kraal. Rot op met je neusbel, zonnebril, lederen broek en sixpack.
Maar de iets objectievere muziekliefhebber kan niet ontkennen dat de man ondertussen een best wel indrukwekkende carrière heeft opgebouwd, die ondertussen al een kwart eeuw omspant en waarin hij een rits klassieke rocksongs heeft geschreven. Dus alsnog naar het Sportpaleis getogen, waar ik me alras thuis voelde tussen talloze gewone mannen van middelbare leeftijd en hun vrouwen, wiens ogen een tikkeltje meer twinkelden dan normaal.
Het nieuwe album 'Strut' kwam slechts in beperkte mate aan bod. Opener 'Dirty White Boots', een gebalde versie van titelsong 'Strut' en de niet al te sterke ode aan thuisstad 'New York City' waren in feite weinig meer dan relatief korte vullers tussen langer uitgerekte versies van klassiekers. De zwoele soul in 'It Ain't Over 'Til It's Over' en in het nog zwoelere 'I Belong To You' werd nog netjes in een strak gareel gehouden, wat resulteerde in uitstekende versies.
Maar wanneer het op de meer rock-geörienteerde nummers aankwam, werd er naar lieve lust gesoleerd en gejamd. Bij de bekende cover van het The Guess Who-nummer 'American Woman' hielden Kravitz en de zijnen zich nog wat in. Maar bij 'Sister' gingen alle remmen los. Kravitz trapte het nummer solo en op akoestische gitaar af, maar al snel viel de uitstekende begeleidingsband in. Een hoofdrol hierbij voor gitarist Craig Ross, die als de wiedeweerga pingelde. Ook de saxofonist van dienst strooide muzieknoten uit alsof het niets kostte. En in 'Always on the Run' was het weer van dattum. Eindeloos soleren. Sommige mensen kunnen het hiervan op hun heupen krijgen en verwarren lange solo's al snel met langdradigheid (zoals ik nu in sommige recensies lees), maar ik kan op dat vlak wel wat hebben. Daarvoor is mijn voorliefde voor psychedelische prog-rock te groot. Ik kon dan ook een fikse headnod tijdens deze twee lange lappen muziek nauwelijks onderdrukken.
Alleen tijdens 'Let Love Rule' - dat Kravitz om één of andere reden altijd tracht uit te rekken tot een lange hippie-mantra - was de rek er al snel uit en werd het nummer keer op keer ietwat krampachtig aangezwengeld, zoals men tegen beter weten in een sputterende traktor-motor in gang tracht te krijgen. Dan liever de gebalde soul van afsluiter 'Fly Away'. De bis-ronde ging van start met het vinnige nieuwe hitje 'The Chamber' (enkel verlicht door de smartphones van het publiek), om uit te monden in de verschroeiende riff van 'Are You Gonna Go My Way'. Alleen al voor deze song heeft Kravitz zijn plek op deze aardkloot verdiend.
De eindbalans ? In enkele andere recensies zie ik de woorden 'langdradig' en zelfs 'strontvervelend' opduiken. In welke wereld leven die recensenten ? Overal om me heen zag ik gelukkige en tevreden mensen die uit de bol gingen. Die al snel uit hun zitjes rechtveerden en er bijna twee uur lang niet aan dachten om terug te gaan zitten. Ik zag een oerdegelijk concert van een showbeest, omringd door uitstekende muzikanten. Een muzikant die geen gelikte hit-carrousel serveerde maar die het experiment en de lange jam-sessies niet schuwde. Een sobere maar efficiënte licht- en beeldenshow maakten de totaal-ervaring af. Misschien dat de recensenten in kwestie niet het genoegen hadden om tijdens de terugtocht naar huis non-stop te luisteren naar de lyrische nabespreking van hun vriendin, die met een twinkel in haar oog terugkeek op een geslaagde avond ?
Setlist :
Dirty White Boots
American Woman
It Ain't Over 'Til It's Over
Strut
Dancin' Til Dawn
Sister
New York City
Always on the Run
I Belong to You
Let Love Rule
Fly Away
-------
The Chamber
Are You Gonna Go My Way
Maar de iets objectievere muziekliefhebber kan niet ontkennen dat de man ondertussen een best wel indrukwekkende carrière heeft opgebouwd, die ondertussen al een kwart eeuw omspant en waarin hij een rits klassieke rocksongs heeft geschreven. Dus alsnog naar het Sportpaleis getogen, waar ik me alras thuis voelde tussen talloze gewone mannen van middelbare leeftijd en hun vrouwen, wiens ogen een tikkeltje meer twinkelden dan normaal.
Het nieuwe album 'Strut' kwam slechts in beperkte mate aan bod. Opener 'Dirty White Boots', een gebalde versie van titelsong 'Strut' en de niet al te sterke ode aan thuisstad 'New York City' waren in feite weinig meer dan relatief korte vullers tussen langer uitgerekte versies van klassiekers. De zwoele soul in 'It Ain't Over 'Til It's Over' en in het nog zwoelere 'I Belong To You' werd nog netjes in een strak gareel gehouden, wat resulteerde in uitstekende versies.
Maar wanneer het op de meer rock-geörienteerde nummers aankwam, werd er naar lieve lust gesoleerd en gejamd. Bij de bekende cover van het The Guess Who-nummer 'American Woman' hielden Kravitz en de zijnen zich nog wat in. Maar bij 'Sister' gingen alle remmen los. Kravitz trapte het nummer solo en op akoestische gitaar af, maar al snel viel de uitstekende begeleidingsband in. Een hoofdrol hierbij voor gitarist Craig Ross, die als de wiedeweerga pingelde. Ook de saxofonist van dienst strooide muzieknoten uit alsof het niets kostte. En in 'Always on the Run' was het weer van dattum. Eindeloos soleren. Sommige mensen kunnen het hiervan op hun heupen krijgen en verwarren lange solo's al snel met langdradigheid (zoals ik nu in sommige recensies lees), maar ik kan op dat vlak wel wat hebben. Daarvoor is mijn voorliefde voor psychedelische prog-rock te groot. Ik kon dan ook een fikse headnod tijdens deze twee lange lappen muziek nauwelijks onderdrukken.
Alleen tijdens 'Let Love Rule' - dat Kravitz om één of andere reden altijd tracht uit te rekken tot een lange hippie-mantra - was de rek er al snel uit en werd het nummer keer op keer ietwat krampachtig aangezwengeld, zoals men tegen beter weten in een sputterende traktor-motor in gang tracht te krijgen. Dan liever de gebalde soul van afsluiter 'Fly Away'. De bis-ronde ging van start met het vinnige nieuwe hitje 'The Chamber' (enkel verlicht door de smartphones van het publiek), om uit te monden in de verschroeiende riff van 'Are You Gonna Go My Way'. Alleen al voor deze song heeft Kravitz zijn plek op deze aardkloot verdiend.
De eindbalans ? In enkele andere recensies zie ik de woorden 'langdradig' en zelfs 'strontvervelend' opduiken. In welke wereld leven die recensenten ? Overal om me heen zag ik gelukkige en tevreden mensen die uit de bol gingen. Die al snel uit hun zitjes rechtveerden en er bijna twee uur lang niet aan dachten om terug te gaan zitten. Ik zag een oerdegelijk concert van een showbeest, omringd door uitstekende muzikanten. Een muzikant die geen gelikte hit-carrousel serveerde maar die het experiment en de lange jam-sessies niet schuwde. Een sobere maar efficiënte licht- en beeldenshow maakten de totaal-ervaring af. Misschien dat de recensenten in kwestie niet het genoegen hadden om tijdens de terugtocht naar huis non-stop te luisteren naar de lyrische nabespreking van hun vriendin, die met een twinkel in haar oog terugkeek op een geslaagde avond ?
Setlist :
Dirty White Boots
American Woman
It Ain't Over 'Til It's Over
Strut
Dancin' Til Dawn
Sister
New York City
Always on the Run
I Belong to You
Let Love Rule
Fly Away
-------
The Chamber
Are You Gonna Go My Way
Geen opmerkingen:
Een reactie posten