David Mitchell : Wolkenatlas
Succesroman van de Britse auteur David Mitchell, in 2004 gepubliceerd onder de titel 'Cloud Atlas'. Een roman die vele positieve reviews wist te verzamelen en die - hoewel aanvankelijk als onverfilmbaar beschouwd - in 2012 toch werd verfilmd.
De meest opvallende factor aan de roman is de opmerkelijke structuur ervan : vijf opeenvolgende kortverhalen die zich telkens afspelen op een ander moment en die weinig met elkaar gemeen lijken te hebben. Elk van deze kortverhalen wordt onderbroken op een cruciaal moment. Dan volgt een zesde kortverhaal, dat wel volledig wordt verteld. En vervolgens worden de eerste vijf kortverhalen - in omgekeerd chronologische volgorde - hernomen en afgerond. Dit is voor de lezer een vrij uitdagende vertelstructuur, die hem alleszins zal aanzetten om de roman in een kort tijdsbestek uit te lezen.
De structuur van de roman valt dus te vergelijken met het beklimmen en afdalen van een soort van piramide-spiegel : starten aan de linkerkant met vijf halve kortverhalen - op de top van de piramide een afgerond verhaal - afdalen aan de rechterkant met de tweede helft van de vijf kortverhalen in omgekeerde volgorde. Of zoals Mitchell in de roman zelf een compositie laat omschrijven door één van de protagonisten : "Heb de afgelopen veertien dagen in de muziekkamer doorgebracht met het omwerken van mijn fragmenten van dit jaar tot een sextet voor overlappende solisten : piano, klarinet, cello, fluit, hobo en viool, elk in zijn eigen taal qua toonsoort, toonschaal en klankkleur. In het eerste deel wordt elke solo onderbroken door zijn opvolger, in het tweede deel wordt elk onderbroken fragment hernomen, in omgekeerde volgorde. Revolutionair of goedkope truc ? Weet ik pas als het af is en dan is het te laat ..." Zo lijkt Mitchell te beseffen dat hij een gewiekste gimmick toepast in zijn roman, die sommigen zullen afdoen als een truc om de verhalenbundel te verheffen tot literatuur.
In het hierboven geciteerde fragment wordt een bijkomend aantrekkelijk element omschreven : elk van deze kortverhalen worden verteld in een aparte stijl. Bovendien zijn de diverse kortverhalen - hoewel ogenschijnlijk volledig los van elkaar staand - toch op een vernuftige wijze met elkaar verbonden. Er zijn de uitdrukkelijke vermelde verbanden, waarbij fragmenten van het éne verhaal opduiken in een ander. Maar er zijn ook de minder nadrukkelijke, thematische verbanden : de opstand van het individu tegen het establishment, tegen onrecht, tegen gevestigde waarden, tegen door de maatschappij opgelegde restricties.
1. Het Polynesisch dagboek van Adam Ewing : in 1850 bevindt de Amerikaanse notaris Adam Ewing zich op de Polynesische Chatham-eilanden, wachtend op de reparatie van een schip. Uiteindelijk kan hij de eilandengroep weer verlaten en koers zetten naar huis. Maar de terugreis verloopt niet zonder incidenten. De vertelstijl is deze van klassieke avonturenromans en reisverslagen.
2. Brieven uit Zedelghem : de onterfde en bisexuele jonge componist Robert Frobisher belandt in 1931 in Zedelgem, nabij Brugge. Hij treedt in dienst van de oude componist Vyvyan Ayrs, begint een relatie met diens echtgenote, werkt aan een ambitieuze compositie en valt ten prooi aan een passie voor de dochter van zijn gastgezin. Dit kortverhaal neemt de vorm aan van een brievenroman, dan weer à la telegram-stijl, dan weer weids meanderend. De brieven zijn gericht aan de minnaar van Frobisher : een zekere Rufus Sixsmith.
3. Halveringstijden : het eerste mysterie Luisa Rey. Een misdaad-verhaal pur sang, in de stijl van hardboiled thrillers à la Raymond Chandler. De jonge journaliste Luisa Rey komt op het spoor van een ophefmakend verhaal : een nagelnieuwe kerncentrale zou onveilig zijn, met medeweten van de directie. De oude wetenschapper Rufus Sixsmith heeft hierover een onthullend rapport geschreven. Meerdere mensen zullen de jacht op dit rapport met hun leven bekopen.
4. De afgrijselijke beproeving van Timothy Cavendish. Groot-Brittannië, 2012. De bejaarde uitgever Timothy Cavendish moet op de vlucht voor de familie van één van zijn auteurs (tevens gangster). Hij belandt in een bejaardentehuis voor dementerenden. Maar ontsnappen uit dit tehuis blijkt verre van eenvoudig. Een typisch schelmenverhaal met een komische ondertoon.
5. Een orison van Sonmi-451. Een dystopische toekomst, zich afspelend in Nea So Copros (het huidige Korea). Het hoofdpersonage (Sonmi-451), is een fabrikant, zoals zovelen gekweekt enkel en alleen om te dienen in een fastfood-restaurant. Willens willens zal ze de centrale figuur worden in een rebellie tegen de dictatoriale bedrijven-maatschappij. Opgevat als een journalistiek document : vraag en antwoord tussen een ondervrager enerzijds en Sonmi-451 anderzijds.
6. Sloopha's Crossin' en alles daarna. De zeer verre toekomst, Hawaï. De oude Zachry vertelt een verhaal uit zijn jeugd. De mensheid is bijna ten onder gegaan. Zachry maakt deel uit van een landbouwersgemeenschap, die de godheid Sonmi aanbidden. Herhaaldelijk vallen ze ten prooi aan de grillen van de woeste Kona-stam. Maar dan wordt het eiland bezocht door een vertegenwoordigster van de technologisch geavanceerde Prescients, de enige mensen ter wereld die nog iets hebben weten te bewaren van de waardigheid van het vroegere menselijke ras. Voor dit verhaal moest Mitchell een nieuw soort van taal uitvinden, een post-apocalyptische simpel-taal. Dit verhaal zal voor de vertaler ook wel een flinke kluif geweest zijn. Ter illustratie : "Nou ha'k vreesluk spuitrij die dag omda'k in Honokaa 'n bedorve honde poot gegete had en 'k zat gehurkt in 'n bosje van ijzer hout bome hoger op in de vallei toen 'k 'neens oge op me voelde."
Deze vrij lijvige roman vormt een uitdaging qua structuur, inhoud en vertelstijl. Her en der misschien een tikkeltje té ambitieus, maar laat dat U vooral niet tegenhouden.
De meest opvallende factor aan de roman is de opmerkelijke structuur ervan : vijf opeenvolgende kortverhalen die zich telkens afspelen op een ander moment en die weinig met elkaar gemeen lijken te hebben. Elk van deze kortverhalen wordt onderbroken op een cruciaal moment. Dan volgt een zesde kortverhaal, dat wel volledig wordt verteld. En vervolgens worden de eerste vijf kortverhalen - in omgekeerd chronologische volgorde - hernomen en afgerond. Dit is voor de lezer een vrij uitdagende vertelstructuur, die hem alleszins zal aanzetten om de roman in een kort tijdsbestek uit te lezen.
De structuur van de roman valt dus te vergelijken met het beklimmen en afdalen van een soort van piramide-spiegel : starten aan de linkerkant met vijf halve kortverhalen - op de top van de piramide een afgerond verhaal - afdalen aan de rechterkant met de tweede helft van de vijf kortverhalen in omgekeerde volgorde. Of zoals Mitchell in de roman zelf een compositie laat omschrijven door één van de protagonisten : "Heb de afgelopen veertien dagen in de muziekkamer doorgebracht met het omwerken van mijn fragmenten van dit jaar tot een sextet voor overlappende solisten : piano, klarinet, cello, fluit, hobo en viool, elk in zijn eigen taal qua toonsoort, toonschaal en klankkleur. In het eerste deel wordt elke solo onderbroken door zijn opvolger, in het tweede deel wordt elk onderbroken fragment hernomen, in omgekeerde volgorde. Revolutionair of goedkope truc ? Weet ik pas als het af is en dan is het te laat ..." Zo lijkt Mitchell te beseffen dat hij een gewiekste gimmick toepast in zijn roman, die sommigen zullen afdoen als een truc om de verhalenbundel te verheffen tot literatuur.
In het hierboven geciteerde fragment wordt een bijkomend aantrekkelijk element omschreven : elk van deze kortverhalen worden verteld in een aparte stijl. Bovendien zijn de diverse kortverhalen - hoewel ogenschijnlijk volledig los van elkaar staand - toch op een vernuftige wijze met elkaar verbonden. Er zijn de uitdrukkelijke vermelde verbanden, waarbij fragmenten van het éne verhaal opduiken in een ander. Maar er zijn ook de minder nadrukkelijke, thematische verbanden : de opstand van het individu tegen het establishment, tegen onrecht, tegen gevestigde waarden, tegen door de maatschappij opgelegde restricties.
1. Het Polynesisch dagboek van Adam Ewing : in 1850 bevindt de Amerikaanse notaris Adam Ewing zich op de Polynesische Chatham-eilanden, wachtend op de reparatie van een schip. Uiteindelijk kan hij de eilandengroep weer verlaten en koers zetten naar huis. Maar de terugreis verloopt niet zonder incidenten. De vertelstijl is deze van klassieke avonturenromans en reisverslagen.
2. Brieven uit Zedelghem : de onterfde en bisexuele jonge componist Robert Frobisher belandt in 1931 in Zedelgem, nabij Brugge. Hij treedt in dienst van de oude componist Vyvyan Ayrs, begint een relatie met diens echtgenote, werkt aan een ambitieuze compositie en valt ten prooi aan een passie voor de dochter van zijn gastgezin. Dit kortverhaal neemt de vorm aan van een brievenroman, dan weer à la telegram-stijl, dan weer weids meanderend. De brieven zijn gericht aan de minnaar van Frobisher : een zekere Rufus Sixsmith.
3. Halveringstijden : het eerste mysterie Luisa Rey. Een misdaad-verhaal pur sang, in de stijl van hardboiled thrillers à la Raymond Chandler. De jonge journaliste Luisa Rey komt op het spoor van een ophefmakend verhaal : een nagelnieuwe kerncentrale zou onveilig zijn, met medeweten van de directie. De oude wetenschapper Rufus Sixsmith heeft hierover een onthullend rapport geschreven. Meerdere mensen zullen de jacht op dit rapport met hun leven bekopen.
4. De afgrijselijke beproeving van Timothy Cavendish. Groot-Brittannië, 2012. De bejaarde uitgever Timothy Cavendish moet op de vlucht voor de familie van één van zijn auteurs (tevens gangster). Hij belandt in een bejaardentehuis voor dementerenden. Maar ontsnappen uit dit tehuis blijkt verre van eenvoudig. Een typisch schelmenverhaal met een komische ondertoon.
5. Een orison van Sonmi-451. Een dystopische toekomst, zich afspelend in Nea So Copros (het huidige Korea). Het hoofdpersonage (Sonmi-451), is een fabrikant, zoals zovelen gekweekt enkel en alleen om te dienen in een fastfood-restaurant. Willens willens zal ze de centrale figuur worden in een rebellie tegen de dictatoriale bedrijven-maatschappij. Opgevat als een journalistiek document : vraag en antwoord tussen een ondervrager enerzijds en Sonmi-451 anderzijds.
6. Sloopha's Crossin' en alles daarna. De zeer verre toekomst, Hawaï. De oude Zachry vertelt een verhaal uit zijn jeugd. De mensheid is bijna ten onder gegaan. Zachry maakt deel uit van een landbouwersgemeenschap, die de godheid Sonmi aanbidden. Herhaaldelijk vallen ze ten prooi aan de grillen van de woeste Kona-stam. Maar dan wordt het eiland bezocht door een vertegenwoordigster van de technologisch geavanceerde Prescients, de enige mensen ter wereld die nog iets hebben weten te bewaren van de waardigheid van het vroegere menselijke ras. Voor dit verhaal moest Mitchell een nieuw soort van taal uitvinden, een post-apocalyptische simpel-taal. Dit verhaal zal voor de vertaler ook wel een flinke kluif geweest zijn. Ter illustratie : "Nou ha'k vreesluk spuitrij die dag omda'k in Honokaa 'n bedorve honde poot gegete had en 'k zat gehurkt in 'n bosje van ijzer hout bome hoger op in de vallei toen 'k 'neens oge op me voelde."
Deze vrij lijvige roman vormt een uitdaging qua structuur, inhoud en vertelstijl. Her en der misschien een tikkeltje té ambitieus, maar laat dat U vooral niet tegenhouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten