30 oktober 2008

Swell & Blaudzun (ABclub - 29.10.2008)

Het voorprogramma werd verzorgd door het Nederlandse Blaudzun. Op zich best interessant singer/songwriter-materiaal, maar alras begon de lagendikke pathos (en het tikje teveel aan arty farty-pose) me mateloos te ergeren. De aankondiging van de zanger dat ze het kort zouden houden ("zodat jullie verder kunnen") stemde me dan ook uiterst tevree.

Swell ontstond in 1989 in San Francisco en is hét archetypische voorbeeld van een band die ik begin jaren '90 leerde kennen door nogal veel aan den toog van het muziekminnende jongerencafé Cahier de Brouillon te hangen. Als ik me niet vergis, stond de band er op het podium en enkele van hun vroege CD's (met name "Well ?" uit 1991 en "41" uit 1993) vonden er regelmatig hun weg naar de CD-speler.

Ondertussen is er veel water onder de brug gevloeid. Van de oorspronkelijke bezetting is enkel spilfiguur David Freel nog overgebleven. Eind vorig jaar nam de man zowaar een nieuw album op ("South of the rain and snow") (met ex-QOTSA-drummer Nick Lucero) en bijgestaan door twee nieuwe muzikanten onderneemt hij momenteel een uitgebreide tournee door Europa.

Ik ging op zoek naar een stukje melancholie maar ik ging naar huis met een uitstekend optreden. De o zo typische en o zo moeilijk te catalogiseren sound van Swell was er vanaf het eerste nummer. De simpele en lichtjes mantrische akkoorden die Freel op zijn gehavende akoestische gitaar speelt, zijn zachte en zalvende stem die zich zelden of nooit verheft maar die altijd rustig voortkabbelt. Daarmee contrasterend de opvallende drumpartijen met de hard aangeslagen snaredrum en de wat hol klinkende floortom. Daarbovenop soms nog een onverwachte interventie vanwege de derde muzikant : een venijnig akkoord op de electrische gitaar of op de keyboards. Vaak wordt ook de bottleneck bovengehaald om slidegitaar te spelen. Al deze ingrediënten samen zorgen voor het unieke Swell-geluid : dromerige soundtracks, geschikt voor kale en broeierige woestijnen met hier en daar een knoest van een cactus.

Het concert klokte haast exact af op één uur (voordat aan de bisronde begonnen werd). Tijdens dat uur verliep alles zeer gemoedelijk en gezapig maar toch ook zeer gedisciplineerd. De nummers (waaronder ook veel oud werk) volgden elkaar in snel tempo op zonder nodeloos gefriemel aan de instrumenten of zonder eindeloos gekwebbel met het publiek. Dat publiek (pakweg 150 man) was overduidelijk een fijnproeverspubliek. Swell is nooit geen band voor het grote publiek geweest en zal wellicht nooit meer die kleine cultstatus overstijgen.

Maar bij de aanvang van de bisronde zette zich plotsklaps de dooi in. Freel smeekte de barman meermaals om een whiskey en was zo blij als een kind toen hij er uiteindelijk één in de handen gestopt kreeg. Een technisch defect aan het begin van het geweldige At long last kon hem ook nauwelijks deren en hij liet zich zelfs hier en daar een absurde bindtekst ontglippen ("You know what ? ... Chickenpot !"). De zeer enthousiaste reactie van het publiek op het puntgave concert zal er wel voor iets tussengezeten hebben dat Freel met een brede glimlach tussen zijn twee bakkenbaarden in de coulissen verdween. "Welcome back, Dave !" klonk het vanuit het publiek. Voor muzikanten die zo'n tijdloze muziek weten te maken als David Freel en zijn Swell, buig ik ootmoedig het hoofd.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ook te Brugge was ik er bij en zag dat het even goed was...

http://users.telenet.be/piet.vercaempst/Muziek/Concerten/2008/swell.htm