02 april 2009

Huun-Huur-Tu (Singer - 02.04.2009)

Zo'n vijftien jaar geleden zat ik in mijn ouderlijk huis naar het helaas ter ziele gegane radioprogramma Cucamonga te luisteren, toen er de CD "Vocal & Instrumental Music of Mongolia" (Topic Records, 1994) werd voorgesteld. Het betrof een collectie authentieke opnames, veelal geregistreerd op de Mongoolse steppen. Opnames waarin je letterlijk de wind over de steppe hoort razen. Het is een radiouitzending die ik nooit vergeten ben. Kort na de uitzending schafte ik me de CD aan, die ik qua authenticiteit nog steeds onvolprezen vind.

In deze context valt ook de Tuvaanse keelzanggroep Huun Huur Tu te plaatsen. Om deze in 1992 opgerichte groep te duiden, citeer ik gemakshalve even uit de mooie begeleidende tekst op de Singer-website : "Het is vrijwel uitsluitend een mannelijke aangelegenheid, vrouwen die deze kunst bezigen zouden er - volgens een oude legende - namelijk onvruchtbaar van kunnen worden: de khöömei, de bekendste keelzangtraditie uit Tuva (de voormalige Sovjetrepubliek in Zuid-Siberië aan de grens met Mongolië). Het mannelijke gezelschap Huun-Huur-Tu bestaat uit vier meesters in de khöömei- en kargyraa-stijl. Het was dit kwartet uit de hoofdstad Kyzyl dat begin jaren negentig deze vorm van boventoonzang in het westen introduceerde. De unieke stemtechniek van de Tuvanen bestaat uit één grondtoon, gemixt met tegelijkertijd één of twee boventonen. De mystieke gezangen hebben een sterke band met de natuur en zijn soms imitaties van dieren- of natuurgeluiden zoals de wind die over de oneindige steppen raast, het geluid van kabbelende beekjes of het wassende water van de rivieren. De groep brengt met een keur aan traditionele instrumenten, waaronder de tungur (shamanendrum), de tweesnarige igil-viool, xomuz (mondharp) en de xapchyk-shaker (schapenbotten in een stierenscrotum) eeuwenoude liederen uit de orale overlevering, maar ook songs die je vandaag de dag in Tuva hoort."

Het is eerst even wennen aan de kleine cultuurschok die je meemaakt : vier Tuvaanse keelzangers - getooid in traditionele klederdracht en zich bedienend van een uiterst traditioneel instrumentarium - die hun ding doen in een club in Rijkevorsel. Maar zowel de verbluffende zangstijlen als de zalvende en bedeesde uitleg die groepslid Sayan Bapa bij de verschillende nummers verschaft, doen je al snel vergeten dat je in de Kempen zit. Zonder al te veel moeite val je ten prooi aan een onthaastende trance, die je in één moeite op de Tuvaanse grasvelden plaatst.

Het gezongen en gespeelde materiaal is een mix van eeuwenoude nummers (tot zelfs in de twaalfde eeuw) die van generatie op generatie overgegeven zijn, met meer eigentijdse nummers. Zo variëren ook de thema's : van tijdloze onderwerpen zoals de wind op de steppe, de immens belangrijke rol van paarden in de Tuvaanse samenleving, de onmogelijke liefde voor een onbereikbare mooie vrouw, de noodzaak van sterke vriendschapsbanden ... tot meer actuele thema's zoals verdriet voor de teloorgang van oude tradities door een gedwongen mini-diaspora.

Gespreid over twee sets spelen de vier heren ruimschoots twee uur aan materiaal bij elkaar. Materiaal dat op geen enkel ogenblik verveelde. Zelfs het langdurig stemmen van de instrumenten tussen de nummers door (noodzakelijk omdat het oude en fragiele materiaal zeer snel ontstemd geraakt), werkte niet op de zenuwen. Het is moeilijk om hoogtepunten aan te duiden, maar mijn voorkeur gaat uit naar twee nummers. In de eerste set was dat een verbluffende melancholische klaagzang over een onbereikbare liefde : zowel de samenzang met verschillende stemtechnieken als de mantrische muzikale begeleiding resorteerden een enorm emotioneel effect. In de tweede set was een lang nummer opgenomen dat terecht op zeer luid applaus werd onthaald : een muzikale expressie van de Tuvaanse natuur, inclusief dierengeluiden en gierende wind. Ook de twee laatste nummers (een muzikale rit in galop, met het paard wederom als centraal thema) konden op veel bijval rekenen.

Toen oprichter en voormalig herder Kaigal-ool Khovalyg een tijdje na de show in jeans, lederen jekker en brilletje door de zaal struinde, was het moeilijk om een glimlach te onderdrukken. Was deze kleine grijsaard werkelijk dezelfde als degene die even tevoren met zijn drie companen een heerlijk concert had neergezet ?

Geen opmerkingen: