28 oktober 2017

Il Gardellino : De Brandenburgse Concerti (Sint-Pieterskerk Turnhout - 27.10.2017)

Het Belgische barok-ensemble Il Gardellino ontstond in 1988 in embryonale vorm en groeide in de daarop volgende jaren - na de toevoeging van een vaste kern van strijkers - tot een gezelschap van acht musici, dat naargelang het repertoire nog wordt aangevuld met andere muzikanten. Op die manier kan een ruim repertoire bestreken worden, waarin J.S. Bach centraal staat maar waarbij ook aandacht besteed wordt aan minder bekende componisten. Vanavond stond echter een bekende klassieker op het programma : vijf van de zes Brandenburgse concerti (nummer 2 werd niet gespeeld), een verzameling concerten in diverse bezettingen die door Bach in 1721 werden opgedragen aan de markgraaf van Brandenburg (vandaar de bijnaam die nadien aan de zes concerten werden gegeven).

Elk van deze concerti heeft zijn eigen bezetting. Soms primeren de (alt)violen (zoals in nummer 3), dan weer gaat de klavecimbel met de aandacht lopen (zéér opvallend aanwezig in concerto nummer 5 met een stampvoetende speler achter de toetsen). In het meest ambitieuze concerto met de meeste onderdelen (nummer 1) trachten zelfs jachthoorns en de violino piccolo (een kleine viool die er als een stuk speelgoed uitziet) in eendracht met elkaar om te gaan. Dit laatste concerto beviel me het minst, omdat de aanwezigheid van de jachthoorns toch de harmonie wat leek te verstoren en omdat die piccolo-viool - ongeacht de inspanningen van de uitstekende Japanse vioolspeler Ryo Terakado - toch af en toe onzuiver klonk. In een kille kerk met oude instrumenten spelen in diverse bezettingen bleek trouwens geen sinecure : voor elk concerto moest uitgebreid gestemd en herstemd worden om het geluid ietwat goed te krijgen.

Op het vlak van uitvoeringen van klassieke muziek ben ik een absoluut groentje, dus ik kan er totaal geen oordeel over vellen of dit nu een goede uitvoering was of niet. Maar genoten heb ik wel, ondanks het feit dat al die wisselingen en instrumenten-stemmingen het geheel nogal rommelig deden overkomen. En tijdens die fijne muziek is het sowieso fijn om af en toe je gedachten de vrije loop te laten, of om je lodderig oog te laten afdwalen naar de bevallige Poolse violiste Joanna Huszcza, die constant met een minzame glimlach oogcontact zocht met haar medespelers doch dat contact zelden leek te vinden. En zelfs in een kille kerk is het aangenaam om je hart te verwarmen aan tijdloze barokmuziek.

Geen opmerkingen: