08 februari 2018

Jan Martens : Rule Of Three (Warande Kuub - 07.02.2018)

Dat moderne dans een voor het lichaam zeer belastende bezigheid is, mocht de Britse danseres Courtney May Robertson aan den lijve ondervinden. Door haar knieblessure werden een aantal opvoeringen van "Rule Of Three" (van de Belgische choreograaf Jan Martens / dansgezelschap GRIP) geschrapt en diende zij de nodige rust in acht te nemen. Maar ze was gelukkig net op tijd hersteld om vanavond acte de présence te kunnen geven in een voorstelling die enkele maanden geleden haar première kende in deSingel.

Een volledig kaal speelvlak met links achteraan een opvallende motor die de schwung in het geheel houdt : de uit Philadelphia afkomstige Michael Kuhn, een hyperactieve kerel die onder de nom de plume NAH zijn ding doet op drums en electronica en die we een jaartje geleden al aardig tekeer zagen gaan in de AB-Club.  Hij verzorgt vanavond de live muziek-begeleiding met harde en pompende drums en met hypnotiserende kraut-achtige electronica.

Bovendien wordt op het publiek literatuur losgelaten : een drietal zeer korte fragmenten (geprojecteerd of via audio-band) van de Amerikaanse schrijfster Lydia Davis, bekend voor het bedrijven van extreem korte en aan poëzie verwante literatuur, mooi omschreven als "short-short/flash fiction/micro fiction/sudden fiction"-literatuur. Niet meer dan korte impressies, snippets, brein-firecrackers. De regel van drie wordt derhalve op verschillende niveaus doorgetrokken : dans + literatuur + livemuziek. Drie literatuur-fragmenten. Drie dansers. Drie grote hoofdstukken.

Tijdens het eerste grote hoofdstuk is een opvallende rol weggelegd voor Kuhn, die een geweldige lap minimalistische electro-kraut serveert. De drie dansers (naast Robertson ook nog Steven Michel en Julien Josse) staan opgesteld op drie punten van een denkbeeldige driehoek en herhalen constant hun strakke en mathematische patroon (iets dat lijkt op ter plekke joggen in slow motion), waarin slechts zeer subtiel wijzigingen worden aangebracht. De drie virtuele punten van de driehoek veranderen van plaats en de dansers schuifelen mee, trouw aan het wiskundige patroon.

In het middenstuk - minder mathematisch en meer primair en rauw - eist Courtney May de hoofdrol op. Haar tengere gestalte en opvallend korte lichaamslengte zijn omgekeerd evenredig aan de kracht die ze uitstraalt en de bijna angstaanjagende gezichtsexpressies die ze tentoon spreidt. Ik zat tijdens deze voorstelling centraal op de eerste rij. Door de combinatie van haar kleine gestalte en haar centrale plek vooraan op het speelvlak, mondde het erop uit dat ze tijdens een vurige solo constant recht in mijn ogen leek te kijken. Een bevreemdende ervaring.

Minstens even bevreemdend was het slot-gedeelte. Kuhn breekt de muziek af en verlaat het podium, dat plots in stilte gehuld is. Langzaam kleden de drie dansers zich uit, totdat ze volledig naakt op het fel verlichte podium staan. Het begin van een lange, ingetogen en intieme epiloog, waarbij de drie dansers volledig onthaast lijken te zijn en op verschillende plaatsen van het podium verschillende 'constructies' bouwen met hun drie naakte lijven. Hier en daar wordt er op de tribune wat ongemakkelijk op stoeltjes heen en weer geschoven bij het aanschouwen van deze complete naaktheid in complete stilte. Maar dit is helemaal geen episode die erop belust is om te choqueren maar die integendeel een mooie bubbel van intimiteit creëert, wars van erotiek of lust, in schril contrast met de veelvoud aan prikkels die eerder op het publiek werd afgevuurd.

De bubbel werd helaas doorprikt toen plotsklaps het geluid van een smartphone-foto weerklonk tijdens de mooiste lichamelijke 'constructie' (de twee mannen tegenover elkaar gezeten, met de knieën van de ene op de knieën van de andere gedrapeerd, met daar bovenop de kleine danseres Courtney May). Door dit geluid zag één van de dansers zich genoodzaakt om de stilte te doorbreken en het publiek te verzoeken geen foto's meer te maken. Een begrijpelijk verzoek, want het geluid van dat ene kiekje was niet zozeer storend omwille van het geluid op zich, maar wel omdat het een inbreuk vormde op de intimiteit van het moment, een inbreuk op de boodschap van deze epiloog, elders mooi als volgt samengevat : "Nakedness and silence become deafening metaphors for the life-affirming antidotes of simplicity and calm to sensory overload." En zo was dat ene ongepaste klikje misschien net ironisch genoeg een versterking van deze oproep tot intimiteit, traagheid en eenvoud.

Foto's © Bart Van Der Moeren

Geen opmerkingen: