28 maart 2006

Gods and monsters

Deze prent uit 1998 van Bill Condon sleepte op allerlei festivals maar liefst 32 prijzen in de wacht, waaronder de oscar voor beste screenplay (gebaseerd op een boek).

James Whale is een naam die bij elke cinefiel klinkt als een klok. Hij is het immers die Frankenstein (1931) en Bride of Frankenstein (1935) regisseerde. Vooral deze laatste film, die geldt als hét meesterwerk van Whale, blijft een tijdloos document en is zoveel meer dan een oude horror-flick. De look van het monster van Frankenstein is één van dé iconen van de twintigste eeuw, en is gebaseerd op een eigen schets van Whale.

In de laatste jaren van zijn leven leefde Whale teruggetrokken in zijn villa. Hij hield er een nogal hedonistische levensstijl op na met all male pool-parties (Whale was openlijk homoseksueel), en met schilderen en schetsen. Hij leefde lange tijd samen met filmproducent David Lewis. Na diverse beroertes pleegde Whale in 1957 zelfmoord door zich in zijn zwembad te verdrinken. Het was Lewis die zijn lichaam ontdekte (en die de afscheidsbrief van Whale pas vlak voor diens eigen dood in 1987 vrijgaf).

Het is in deze context dat het semi-fictieve Gods and monsters moet gesitueerd worden. Ian McKellan speelt de rol van de oudere James Whale, die teruggetrokken leeft in zijn villa, samen met zijn huishoudster (Lynn Redgrave). Op een dag is er een nieuwe tuinman werkzaam op zijn domein, de ex-marinier Clayton Boone (Brendan Fraser). Whale geraakt al snel gepassioneerd door deze ietwat simpele werkman en nodigt hem uit om te poseren voor een portret. Gaandeweg geraken de twee mannen bevriend. Na zijn laatste beroerte is er een kortsluiting opgetreden bij Whale : geregeld wordt hij onverwacht overstroomd door gevoelens van melancholie. Zijn vriendschap met Boone werkt hierbij als een katalysator : meer en meer wordt hij teruggevoerd naar zijn verleden (zijn arme jeugd in een mijnwerkersgezin, zijn traumatische ervaringen in de loopgraven tijdens WO I, zijn opgang als regisseur, zijn belevenissen op de set van Frankenstein, ...). Deze spoken van het verleden zullen de gevierde regisseur uiteindelijk fataal worden.

Het onderwerp is ultra-hollywoodiaans, maar de aanpak is dat zeker niet. In feite zit je naar verfilmd theater te kijken. De film is met een zeer beperkt budget opgenomen in amper 21 dagen. Bovenal is Gods and monsters een mooi voorbeeld van sterke acteer-cinema. Ian McKellan speelt een magistrale rol en het is dan ook een regelrechte schande dat voor zijn prestatie zijn oscarnominatie niet verzilverd werd (de oscar ging dat jaar naar de ergerlijke Roberto Benigni voor diens rol in La vita è bella). McKellan voelde zich kiplekker in zijn rol : net zoals Whale is ook hij een homoseksueel acteur met roots in het theater. Lynn Redgrave speelt een zalige rol als kribbige huishoudster en kreeg een oscarnominatie voor best actress in a supporting role. Brendan Fraser (bij het grote publiek vooral bekend van de mummy-trilogie) houdt goed stand tussen deze twee britse karakteracteurs. Hoewel de film in zijn geheel misschien iets te statisch overkomt, is het vooral voor een cinefiel publiek een onmisbare prent.

James Whale
Gods and monsters

Geen opmerkingen: