13 mei 2006

The King of Marvin Gardens

Regie : Bob Rafelson, 1972

David Staebler (Jack Nicholson) is een wat stoffige, depressieve presentator van een late-night literair radioprogramma, waarin hij semi-autobiografische verhaaltjes vertelt aan zijn luisteraars. Zo vertelt hij o.a. over zijn broer Jason, bijgenaamd 'the king of Marvin Gardens' (naar het gelijknamige vakje op het Monopoly-bord), waar hij al geruime tijd geen contact meer mee heeft.

Op een dag krijgt David een onverwacht telefoontje van Jason (Bruce Dern, vader van Laura Dern), met het verzoek af te zakken naar Atlantic City. Hij treft er Jason aan in het gezelschap van Sally, een voormalige schoonheidskoningin op leeftijd, en diens mooie stiefdochter Jessica. Daar waar David een teruggetrokken en verlegen loner is, is Jason zijn complete tegenpool : een luidruchtige dromer en verkoper van gebakken lucht, die het waanzinnige plan heeft opgevat om een groots immobiliënproject neer te poten op een eiland in Hawaï. De pogingen van David om Jason en zijn twee vrouwen terug met de voeten op de grond te krijgen, halen niets uit en de dromen van Jason zullen op dramatische wijze uit elkaar spatten ...

In 1968 startte de samenwerking tussen Jack Nicholson en Bob Rafelson toen ze samen het script schreven van Head, een psychedelische film over The Monkees, geregisseerd door Rafelson. Twee jaar later was het pas goed prijs, toen Rafelson de regie op zich nam van Five easy pieces uit 1970. De film werd een groot succes en is één van de allerbeste films van de jaren '70. Nooit speelde Nicholson beter en zelden werden de thema's van de amerikaanse mythe van succes en van vervreemding krachtiger uitgewerkt.

De verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen het duo in 1972 opnieuw de krachten bundelde voor The king of Marvin Gardens. De publieke respons bleek echter niet zo groot te zijn, en het feit dat Columbia nauwelijks pogingen deed om de film te promoten, deed de film de das om, en de film belandde dan ook al snel in het artcircuit voor een veel beperkter publiek. Dit is jammer omdat de film misschien wel de unieke kracht van Five easy pieces mist, maar toch opnieuw een sterk psychologisch drama is dat de amerikaanse droom doorprikt.

De samenwerking tussen Nicholson en Rafelson zou in 1981 nog een vervolg krijgen met de ietwat onevenwichtige remake van The postman always rings twice (het origineel uit 1946 van Tay Garnet is véél beter), in 1992 met het ronduit zwakke Man trouble, en in 1996 met de misdaadthriller Blood and wine.

Wat is dat trouwens met Atlantic City, New Jersey ? Het lijkt me een magische stad te zijn, die een unieke sfeer uitstraalt van depressie en fake geluk. Met de beroemde houten boardwalk aan het strand, de statige hotels en de casino's, lijkt Atlantic City wel een mix van Las Vegas en Brighton. Maar dit is misschien een overgeromantiseerd beeld dat ik ophang van de stad, na het bekijken van The king of Marvin Gardens, en Atlantic City (Louis Malle, 1980).

Geen opmerkingen: