09 juni 2006

Umberto Eco : het eiland van de vorige dag

"En toch verheug ik mij in mijn deemoedigheid en schep ik, daar ik tot een dergelijk privilege ben veroordeeld, bijkans behagen in mijn gruwelijke redding : ik ben het enige wezen van onze soort dat, naar ik meen sinds mensenheugenis, schipbreuk heeft geleden op een verlaten schip." Aldus schrijft, met bloemrijke gekunsteldheid, Roberto de La Grive, vermoedelijk rond juli of augustus 1643.

Zo begint deze roman die Eco in 1994 publiceerde onder de titel L'isola del giorno prima. Het hoofdpersonage lijdt dus schipbreuk en spoelt aan tegen een schijnbaar verlaten maar met proviand overladen schip - de Daphne - dat voor anker ligt in een baai nabij een exotisch eiland. Vanaf dan wisselen de hoofdstukken elkaar alternerend op : enerzijds de ontdekkingstocht van Roberto in het heden in en om het schip, anderzijds flashbacks naar zijn verleden (zijn jeugd in Italië, het beleg van de stad Casale, zijn omzwervingen in Frankrijk, het verraderlijke complot waardoor hij gedwongen wordt het ruime sop te kiezen ...). Op deze manier zuigt Eco zijn lezers in een tweeledig verhaal en weeft hij op ingenieuze wijze twee romans in één, met als gemeenschappelijke kenmerk dat in beide romans hetzelfde hoofdpersonage rondzwerft.

Maar Eco zou Eco niet zijn als hij van deze premisse niet véél meer zou maken dan een spannende avonturenroman. Zonder al te veel van de plot te verklappen, kan ik wel vertellen dat de prille wetenschap van de zeventiende eeuw - en in het bijzonder de zoektocht naar het geheim van de berekening van de lengtemeridianen - een belangrijke rol speelt in het verhaal. Eco spreidt opnieuw een enorme hoeveelheid encyclopedische kennis tentoon, alsmede een veelvoud aan latijnse adagia. De wetenschappelijke ontdekkingen van de Renaissance waren moeilijk in te passen in de religieuze dogma's die al vele eeuwen golden, hetgeen tot krampachtige pogingen leidde om beide werelden toch maar met elkaar te rijmen. De dialogen die Eco hieromtrent laat plaatsvinden tussen Roberto en de jezuiet/wetenschapper Pater Caspar zijn hilarisch.

De roman is een zeer vernuftige constructie waarin constant gespeeld wordt met het tijdsconcept en waarin op bijna psychedelische wijze de twee romans op het einde in elkaar overvloeien. Derhalve is 'Het eiland van de vorige dag' veel minder rechtlijnig en minder toegankelijk dan zijn twee voorgangers (De naam van de roos en De slinger van Foucault). Het boek is tot slot vooral een genot voor iedereen die begaan is met taal : het pallet dat Eco met zijn taalgebruik schildert, schittert in al zijn kleurenrijkdom. Of er nu pagina's lang geschreven wordt over de symbolische betekenis van de duif door de eeuwen heen, of over de inhoud van het ruim van de Daphne, ... je vaart mee op het deinende ritme van het geweldige taalgebruik van Eco.

Fansite over Umberto Eco

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Leuk boek, maar volgens mij niet zijn beste. "Slinger van Fouccault" is mijn favoriet.

Peter Prong zei

Bij mij staat "Naam van de roos" op 1, "het eiland ..." op 2, en "de slinger ..." op 3. Het is zeer lang geleden dat ik "de slinger ..." gelezen heb, maar ik kan me herinneren dat ik er niet zeer wild van was. Maar bij Eco leg je de lat sowieso zeer hoog. Ik ben benieuwd naar "Baudolino", dat voor één van de weken op het programma staat.