18 februari 2007

The center of the world

Regie : Wayne Wang (2001)

Een koppel gaat op hotel in Las Vegas. Via flashbacks maken we kennis met het tweetal : Richard is een jonge software-wizzard die een hoop poen heeft vergaard maar wiens privéleven overhoop ligt. Hij is depressief, zit urenlang Quake te spelen en mist regelmatig een belangrijke vergadering. En dan is er Florence, een lapdancer in een striptease-bar, die bang is om zich aan iemand te binden. De twee komen met elkaar in contact en maken de volgende afspraak : Richard betaalt Florence een bedrag van 10.000 $ voor drie dagen onschuldig erotisch vermaak in Las Vegas. Florence legt de volgende voorwaarden op : niet kussen op de mond, geen penetratie en enkel vermaak tussen 22.00u en 2.00u. Aanvankelijk loopt de afspraak goed, maar een wederzijdse aantrekkingskracht strooit roet in het eten. Wat zal uiteindelijk zegevieren : de angst om zich te binden (en de daarmee gepaard gaande praktische afspraken), of de vonk die regelmatig overslaat ?

De premisse van de film is zeer interessant en is een soort Pretty woman, maar dan volledig ontdaan van meligheid en humor. Wat overblijft is een reflectie over menselijke relaties in een onpersoonlijke dotcom-wereld. Indien je op zoek bent naar porno in deze film, dan kom je bedrogen uit : de seks-scènes zijn berekend en koel, ontdaan van erotiek. En als je op zoek bent naar een melige relatiefilm met een happy end, dan kom je ook bedrogen uit : geen van de twee hoofdpersonages zal krijgen wat hij/zij wil.

Naast de interessante premisse heeft de film nog enkele andere verdiensten : ten eerste zijn er de puike acteerprestaties van Peter Sarsgaard (zie ook Jarhead en Flightplan) en de Canadese actrice Molly Parker. Ten tweede is er de mooie fotografie en de degelijke manier waarop regisseur Wayne Wang één en ander in beeld brengt.

Deze elementen zorgen ervoor dat de film een voldoende krijgt. Maar ook zeker niet meer dan een voldoende omdat ik me moeilijk kon vereenzelvigen met de personages. Ondanks de zoektocht naar diepte in de karakters, kwamen de twee protagonisten toch over als bordkartonnen figuren. De koude aanpak (zowel visueel als qua script) zorgt ervoor dat je nogal onverschillig naar deze film kijkt. Hierbij kan men zich natuurlijk de volgende bedenking maken : kan een film over emotionele afstandelijkheid bij de kijker ooit andere emoties opwekken dan desinteresse en onverschilligheid ? Ofwel herken je jezelf in de personages en ben je zelf een exponent van de kille dotcom-generatie, ofwel heb je daar geen last van en kun je hoogstens een gevoel van medelijden opwekken. Welk van de twee het ook is, de film laat een wrange nasmaak na.

Geen opmerkingen: