The passion of the Christ
Regie : Mel Gibson (2004)
De laatste uren van Jezus Christus, vanaf zijn arrestatie na het Laatste Avondmaal tot aan zijn kruisiging.
Er is al zeer veel (teveel) inkt gevloeid over deze prent, waarbij het steevast over twee elementen gaat : ten eerste het uiterst bloedige karakter van de film, ten tweede het zogenaamd anti-semitische standpunt dat Gibson inneemt.
Het is zeer moeilijk om een review over deze film te schrijven omdat het nu éénmaal de zeer persoonlijke visie is van een ultra-gelovig filmmaker. Criticasters vallen de film aan omdat er onnodig veel bloed en gore aan te pas komt (meer bepaald de scène waarbij Christus werkelijk eindeloos gefolterd en gegeseld wordt totdat er weinig meer van hem overblijft dan een lillend hoopje bloedend vlees) en omdat Gibson al te duidelijk alle schuld in de schoenen van de Joodse hogepriesters wil schuiven.
Iemand folteren, geselen en aan een kruis nagelen is nu eenmaal geen activiteit voor op een chiromeisjes-kamp. Het is een gruwelijke dood en er is niets mis mee om de gruwel ervan te tonen. De rauwe kruisiging is zeker te verkiezen boven de technicolor-beelden van de brave Christus-biopics van weleer. Maar of de kijker er een boodschap aan heeft dat de geseling een volle tien minuten getoond wordt, is een ander paar mouwen. Voor de gelovige bioscoopganger zal dit zeker geen getuigenis zijn ter meerdere glorie Gods en de ongelovige filmkijker moet al zeer masochistisch van inborst zijn indien hij hiervan kan genieten. Het nut van de gesel-horror gaat volledig aan mij voorbij.
Wat het anti-semitische karakter van de film betreft, daarvoor is mijn Bijbel-kennis te beperkt om er een zinnig oordeel over te kunnen vellen. Dit laat ik aan meer onderlegde exegeten over. Feit is wel dat Gibson een flinke voorkennis van zijn kijkers verwacht. Kijkers die weinig kaas gegeten hebben van het Nieuw Testament, moeten het stellen met weinig achtergrondinfo en krijgen het Passieverhaal sec (en bloederig) voorgeschoteld. In die zin kan ik de kritiek omtrent de anti-semitische zweem van de film wel begrijpen : de grondige haat die de Joodse priesters tegen Christus koesteren, wordt op geen enkel ogenblik geduid of nader verklaard, maar wordt gewoonweg als feit geponeerd.
En als je dan toch zo gehecht bent aan het historische karakter van hele drama (alle dialogen in het Aramees en in het Latijn), dan doet de overdaad aan gore er geen goed aan. Ook het regelmatig verschijnen van de Duivel als een anonieme toeschouwer in de massa voegde bij mij weinig toe aan het geheel.
Maar toch heeft de film zeker enkele verdiensten. James Caviezel geeft een enorm doorleefde prestatie weg in de rol van Jezus. Ook cinematografisch zijn er enkele mooie momenten te beleven. Met name enkele overgangen naar korte flashbacks zitten zeer knap in elkaar. Het belachelijk lekkere lustobject Monica Bellucci casten in de rol van Maria Magdalena is dan weer niet zo'n meesterzet. Wat eigenlijk een portret moest zijn van een voorheen 'gevallen vrouw' en nu steun en toeverlaat voor Christus, was voor mij vooral de vrouw uit de verkrachtingsscène in Irréversible. My bad.
De grootste verdienste van de film is wellicht dat hij zeer veel heeft teweeggebracht. Een film die mensen doet nadenken en doet discussiëren is dan wel niet per definitie een goede film, maar heeft alleszins zijn bestaansrecht. Toch verkoos ik Mel toen hij nog een Melletje was : Mad Max voor de cultliefhebbers, de gekke flik in de Lethal Weapon-reeks voor het grote publiek, enkele mooie rollen voor de liefhebbers van de betere cinema (Galipoli, The year of living dangerously). En ook de huisvrouwen der Aarde konden hem wel smaken waar hij heeft naar 't schijnt een strak en sexy kontje ... Zet de fles aan de kant en laat die zwaarmoedigheid toch varen, Mel !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten