Shin Zatôichi monogatari: Oreta tsue (Zatoichi in Desperation)
Regie : Shintarô Katsu (1972)
Ter introductie : de Zatoichi-figuur is in Japan zeer befaamd. Hij is een blinde masseur, verwoed gokker, verdediger van de onderdrukten én fabuleus samoeraizwaard-vechter. Rond deze figuur werden tussen 1962 en 1974 maar liefst 25 speelfilms gedraaid, naast een reeks TV-afleveringen. Een buitengewoon populaire figuur in Japan die in 2003 door niemand minder dan Takeshi Kitano nogmaals onder de aandacht werd gebracht in diens gelijknamige film.
Zatoichi in desperation is de voorlaatste film uit de succesvolle franchise en is - voor wat ik ervan gelezen heb - één van de beste uit de reeks. Zoals de titel al doet vermoeden, hebben we te maken met een duistere en sombere film. Wanneer Zatoichi op reis een vrouw tegenkomt maar per ongeluk haar dood veroorzaakt, besluit hij om haar dochter op te zoeken. Hij vindt haar als animeermeisje in een louche bordeel in een vissersstadje. Om zijn geweten te sussen besluit hij om haar vrij te kopen. Hij geraakt aan het nodige geld door tijdens een partijtje dobbelen een bende gangsters op te lichten. Diezelfde bende houdt de lokale vissers onder de knoet en speelt onder één hoedje met de bordeel-uitbater. Zatoichi slaagt erin om het meisje vrij te kopen, maar een confrontatie met de gangsters is onvermijdelijk ...
Voor liefhebbers van razendsnelle kungfu-actie zal deze film ongetwijfeld een afknapper zijn. Katsu debuteerde met deze prent als regisseur maar het is duidelijk dat hij de tragiek van de Zaotichi-figuur door en door begrijpt. Niet verwonderlijk als je weet dat Katsu de rol van Zatoichi doorheen heel de filmreeks vertolkt. Het resultaat is derhalve geen flitsende actiethriller, maar een deprimerend psychologisch portret. Zatoichi mag dan wel een meesterlijk zwaardvechter zijn, hij heeft moeite met menselijk contact en nog meer moeite met liefhebben. De gangsters zijn pure klootzakken en lafbekken. Zo ranselen ze op een gegeven moment een mentaal gehandicapte jongen af en vermoorden ze het kleine broertje van een aspirant-hoertje simpelweg omdat hij een steentje naar één van de gangsters wierp (waarop het aspirant-hoertje met het lijkje van haar broertje de zee inloopt om nooit meer terug te komen). De actie-scènes zijn donker en grauw, en vinden meestal in de regen en in de modder plaats. Het geweld is niet cool en wordt niet opgehemeld, maar is het zoveelste tragische element in het miserabele leven van de kleine man in het godvergeten vissersdorpje.
Ook technisch is deze film best opvallend. De cadrering van sommige shots is zeer eigenaardig en claustrofobisch, alsof men met panelen en andere objecten de vuiligheid van de situatie wil bedekken. Katsu heeft zijn film bewust een (letterlijk) zeer donker karakter willen meegeven. Bijna geen enkele scène speelt zich af tijdens daglicht. Het in- en uitzoemen en het scherp/troebel-contrast wordt wat al te vaak toegepast en is niet altijd even gepast, maar is lang niet zo storend als in de meer modale bandwerk-kungfu. Nog opvallend : de funky soundtrack. Een aanrader dus, maar misschien niet de beste film om de Zatoichi-reeks mee te verkennen. Na het zien van Zatoichi in desperation zou de rest van de franchise wel eens kunnen tegenvallen ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten