Hikikomori (Warande Houten Zaal - 12.12.2007)
Een tijdje geleden haalde ik een roman aan van de populaire Japanse auteur Harika Murakami (Spoetnikliefde). In diens romans trekken de hoofdpersonages zich dikwijls terug in eenzame beslotenheid, omdat het veiliger is om rustig op je kamer te blijven zitten dan om de confrontatie met de buitenwereld aan te gaan. Dit kluizenaarsfenomeen is blijkbaar tegenwoordig erg in zwang bij Japanse jongeren en wordt 'hikikomori' genoemd.
Rond dit thema maakte Thomas Devens een solo-dansvoorstelling. In een open en kale ruimte, aan twee zijden begrensd door een paar rijen toeschouwers en door twee TV-schermen, wordt Devens geconfronteerd met afwissellende kleurpatronen op de schermen. In een aanvankelijk geluidloze omgeving is enkel de ademhaling van Devens te horen en het knisperen van diens kledij. De beelden van de TV-schermen verliezen hun kleur en verworden tot static. Dan treedt het geluidsdecor (van de hand van Paul Devens) in werking. Experimentele muziek met een drone-achtige signatuur vult de ruimte en nodigt de danser uit tot een nieuwe interactie. Voor een eenzame danser is geen hikikomori mogelijk. Hij moet willens nillens reageren op externe impulsen totdat de muziek opnieuw uitsterft en de danser wederom op zichzelf aangewezen is.
Ik heb altijd een voorkeur gehad voor dit soort van 'kleine' dansproducties die zich buiten de grote schouwburg voltrekken. In de schouwburg zit de kijker in het comfort en in de anonimiteit van zijn stoel, maar op kleine locaties is er een veel directere interactie met het gebeuren. Hetzelfde gold voor deze productie. Een uitgelezen publiek van amper 50 mensen (een bewuste keuze, want de voorstelling was uitverkocht !) zat er met zijn neus letterlijk bovenop. Het maakt de kijker tot een betrokken partij.
Over het werk van Thomas Devens : "Thomas Devens wil zijn danstaal kunnen tonen in het tempo/tumult van deze tijd. Hij plaatst onrust naast rust, zo sterk dat de verstilling haast parallel loopt met het tumult. Hij wil vanuit de indrukken die hij opdoet in deze maatschappij komen tot een abstracte danstaal die hieruit wel ontleend is, maar er tegelijk volledig van vervreemd is. Door zijn bewegingstaal in een heel expliciete ruimteconfrontatie te plaatsen creëert hij dynamische dansvoorstellingen, waarin de realiteit van de situatie en de fantasie die erin ontstaat door elkaar kunnen lopen. Hierbinnen geeft hij het publiek de vrijheid om zich mee in de ruimte van de voorstelling te (ver)plaatsen, en hoopt hij de toeschouwer mee te trekken in deze meander van het reële en de fantasie."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten