16 december 2007

State X New Forms (Paard Van Troje, Den Haag - 15.12.2007)



Nog net op eind op het immer gezellige State X New Forms-festival in Den Haag gearriveerd om het einde mee te maken van de set van openingsband The Ex, een Nederlandse band die ontstond als punkband maar al snel evolueerde naar een vernieuwend en baanbrekend collectief. Gaandeweg werden banden gesmeed met de Ethiopische freejazz-saxofonist Getatchew Mekuria, die ook tijdens dit concert aanwezig was en een prominente hoofdrol opeiste. Doodjammer dat we enkel het slotkwartier van dit concert meemaakten, want wat we hoorden en zagen was niet minder dan briljant. De saxsolo die de krasse zeventiger uit zijn sax schudde, was van grote klasse en werd gekenmerkt door een unieke flow. Fantastisch !

Een stuk minder boeiend was het resultaat dat we zagen van het improvisatie-programma Playlab, waarbij verscheidene artiesten bij elkaar worden gebracht, één maal repeteren en het resultaat 's avons op het podium brengen. Er zaten enkele interessante figuren bij zoals Paul Labrecque (bekend van Sunburned hand of the man en die we vorig jaar aan het werk zagen aan de zijde van Thurston Moore - zie hier) en vooral bandleider, cultfiguur en muzikale duizendpoot Kim Fowley. Dat me van dit concert enkel een gesprek op het podium tussen Fowley en een schone blonde uit het publiek zal heugen, is geen goed teken voor de rest van de set.

Dan maar snel terug naar de grote zaal getogen, waar één van mijn favoriete bands acte de présence gaf : de onvoorspelbare en bijwijlen geniale Noorse band Motorpsycho. Ik ben de tel kwijt geraakt hoe vaak ik Motorpsycho al zag. Telkenmale een lichtjes andere lineup, een andere setlist, een andere sound, een andere ervaring. Ditmaal stonden uiteraard de twee spilfiguren (bassist Bent en gitarist Hans) op het podium, aangevuld met de geweldige nieuwe drummer Kenneth Kapstad. Er werd afgetrapt met enkele bekende nummers, waarbij de loeiharde en chaotische gitaarsound opviel : Serpentine (uit It's a love cult) en You lose (van de laatste plaat Black hole/black canvas). Daarna kondigde Bent doodleuk aan dat het volgende half uur (!) een nieuw nummer gespeeld ging worden, dat nog geen titel had. Jawadde, wat een trip. Bent had niet gelogen want dat ene nummer was een geweldige jamsessie met een paar onverwachte tempowisselingen, afwisselende zangpartijen en betonnen muren opgetrokken uit gitaarlawaai. Dat belooft voor de volgende plaat. Uit de laatste plaat werd nog Kill Devil Hills geplukt om te besluiten met klassieker Vortex surfer uit Trust Us. Een concert van slechts een uurtje is naar Motorpsycho-normen zeer kort (ik zag hen ooit drie uur aan het werk !) en het smaakte dan ook naar meer. Fantastisch concert.

Maar ondertussen hadden we ons al gerept naar de kleine zaal, waar niemand minder dan de legendarische Michael Gira - bezieler van de enorm belangrijke no wave-groep Swans en oprichter van het Young Gods Records-label - een concert gaf. Momenteel treedt de man solo op en laat hij zich van een gevoeligere kant zien dan in de post-industriële kilte van Swans. Eenzaam en alleen op het podium met als enige instrument een akoestische gitaar, brengt Gira enkele trage en aangrijpende nummers, waarbij vooral opvalt hoe Gira de nodige portie bezieling in zijn scherpe stem legt. Een grote meneer.

Nog snel even de kelder ingedoken om ons onder te dompelen in de pyschedelische free-folk-drone van het Belgische Funeral Folk-collectief Silvester Anfang, eerder dit jaar te zien als voorprogramma van het geweldige Wolf Eyes (zie hier). Van hetzelfde laken als toen een broek : een hoop volk op een te klein podium, gezeten en geknield tussen toeters en bellen, dit alles samenrapend tot een opwindende brok improv-muziek. Toen het concert ten einde kwam en iemand van de organisatie meldde dat de band eigenlijk nog een kwartiertje mocht vullen, werd inderhaast nog een nummer ter plekke in elkaar gebokst. Dat dit gepaard ging met technische mankementen, kon het improvisatie-plezier enkel maar verhogen.

Na de enthousiaste lofbetuigen van Raf aan het adres van Jesu, was het nieuwsgierig uitkijken naar de exploten van deze band uit Wales, die grossiert in trage post-metal met een mespuntje repetitieve drone-invloeden. Zeer lang uitgesponnen nummers waaieren loeihard over de hoofden van het publiek heen, dat er lichtjes beduusd naar staat te kijken. Vooral het strake drumwerk van Ted Parsons (vroeger ook nog bij Swans !) valt op en roept herinneringen op aan de gloriedagen van Swans. Een serieuze mokerslag die misschien een tikje te steriel was om tot het einde te blijven boeien. Maar luid en compromisloos was het wel.

Even snel in de kelder gedoken om te glimlachen met drie kleine Japanners (twee toetsenisten en een zangeres), die door het leven gaan onder de naam YMCK. Hun muziek laat zich nog het best omschrijven als een soundtrack bij de vroegste videogames van Arcade (zoals Space Invaders), waarvan ze trouwens de 8bit-techniek lenen. De prachtige visuals zijn ook geïnspireerd op de oude videogames-look. Het publiek in de kelder reageert zeer enthousiast en je kunt inderdaad niet naar deze eigenaardige groep kijken zonder een glimlach tevoorschijn te toveren. Muzikaal misschien aan de magere kant maar de gimmick is zeer leuk.

Van een heel ander gehalte waren de zieleroerselen van zangeres Scout Niblett. Aanvankelijk solo op het podium met electrische gitaar, op het einde bijgestaan door een drummer, bracht deze dame uit Nottingham ingetogen (en tekstueel nogal persoonlijke) liedjes. Haar wapens : een scherpe stem en zeer 'naakte' liedjes. Zowel Kate Bush als PJ Harvey loeren om het hoekje.

Drone-goden Greg Anderson en Stephen O'Malley betraden als het roemruchte Sunn O))) het podium niet voordat de rookmachine al een kleine tien minuten op volle toerental draaide. Waar is de tijd toen ik jaren geleden Anderson en O'Malley als obscuur duo (en ook toen al in monnikspijen gehuld) zag opduiken op het podium van het Lintfabriek als voorprogramma van The Locust ? Ondertussen is er veel donker water onder de brug gevloeid en heeft de groep zich een heuse cultstatus aangemeten. In alternatieve kringen kun je zelfs van een kleine hype spreken. Na een periode van rookmachine met achtergrondgeluiden verschijnt het eerste bandlid op het podium. Hij neemt een trombone ter hand en speelt enkele trage en spaarzame noten. Kort daarna verschijnt een tweede bandlid die zich achter de links opgestelde moog-synth plaatst. Een derde, vierde en vijfde bandlid (ook allemaal in pijen gekleed) nemen gitaren en basgitaar ter hand en de trage drone-ritmes trekken zich op slakkegang. De trombonist onderhoudt zich ondertussen met een electrische contrabas. Een indrukwekkende reeks amplifiers vult de achterzijde van het podium bijna volledig van linker- tot rechterzijde. Krankzinnig diepe bassen met daarbovenop zeer lang aangehouden gitaarriffs. Het volume stijgt gaandeweg tot een bijna onhoudbaar niveau. Alles en iedereen in de zaal trilde. Bij elke slikbeweging trilde mijn adamsappel in mijn keel als ware het een balletje in een klein fluitje. Af en toe steken de bandleden hun handen als klauwen in de lucht als aanzet tot een nieuw ultra-traag akkoord, dat een andere laag toevoegt aan de tonnen decibels die als een squashballetje tussen de muren van de grote zaal kaatsen. Er zijn voor de concertbezoeker maar twee alternatieven : wegvluchten naar een andere zaal of je hersengolven inpluggen op de loeiharde slowcore van Sunn O))). Ik koos voor het tweede en liet me meedrijven op een pekzwarte trance. Wanneer O'Malley het teken geeft om alle versterkers op hetzelfde moment uit te schakelen, gaat de storm na een uurtje liggen en maakte een mix van opluchting en ontnuchtering zich meester van het resterende publiek. Mensen keken elkaar beduusd aan en ongetwijfeld zullen er veel discussies ontstaan zijn tussen voor- en tegenstanders van deze extreme vorm van muziek. Zoals iemand zich in een andere bespreking afvroeg : "Kan niet iedere droplul die drie gitaarakkoorden kan spelen met behulp van 86 versterkers dit geluid plus effect voortbrengen ?" Maar die vraag is m.i. irrelevant. Het is een oud discussiepunt waaraan ook abstracte kunst onderworpen is. Als een aap of een jong kind vergelijkbaar kan kliederen op een canvas, wat is dan de meerwaarde van abstracte kunst ? Kunst wordt echter niet gedefinieerd door kunde (en omgekeerd). Dezelfde denkoefening is van toepassing op Sunn O))). Ik vond het een geweldige ervaring die moeilijk in woorden onder te brengen is. Ik werd één met de drone. Geweldig !

Na deze verschroeiende ervaring (en aangezien de nacht stilaan vorderde en de peperdure Grolsch zijn werk begon te doen), was het moeilijk om nog veel aandacht op te brengen voor de breakbeat- en ambientgeluiden van de Australische dubstepper Moving Ninja in de kleine zaal, alsook voor het Deense electro-duo Alice Rose, dat in een goed gevuld Paard-café zijn ding deed. Het blonde meiske deed haar best om het publiek te behagen, maar het waren enkel de rare tics van haar knoppen-sidekick die me konden boeien.

Dan maar terug naar de grote zaal getogen om een laatste inspanning op te brengen voor The Strange Death of Liberal England (genoemd naar een manifest uit 1935 van ene George Dangerfield), een hoopje prettig gestoorde idioten uit het Britse Portsmouth die met hun publiek enkel communiceren middels grote pancartes, waarop de songtitels geschreven zijn of - op het einde van het concert - een groot "dank u wel". Aangevoerd door Adam Woolway, een hevige krullebol en Robert Plant-lookalike in diens jonge jaren, valt deze degelijke band op door scherpe en enthousiaste samenzang met folkinvloeden, aangedreven door een uitgebreid instrumentarium. Het gebrek aan technische cohesie wordt ruimschoots gecompenseerd door de karrevrachten aan enthousiasme die de groep te koop heeft. Geen vrolijke pretfolk, maar bloedserieuze tristesse. Blijkbaar wordt de band regelmatig vergeleken met Arcade Fire. Een bizarre vergelijking die weinig steek houdt (tenzij als je het hebt over het aantal personen dat op het podium staat) en die de groep ook op de heupen werkt. Ik moest echter wel geregeld denken aan A silver mt. Zion. Een curieus en zeer interessant concert, tijdens hetwelk het publiek jammer genoeg druppelsgewijs de grote zaal verliet zodat er op het einde amper drie man en een Paard-van-Troje-kop achterbleef. Laten we dit verloop maar aan het zeer late uur verwijten.

Schitterende concerten gezien van Motorpsycho, The Ex en Sunn O))). Daarenboven degelijk werk van Michael Gira, Silvester Anfang, The Strange Death of Liberal England en Jesu. Wat wil een mens dan nog meer, behalve een trappist-slaapmutsje in de Cahier ?

Geen opmerkingen: