09 februari 2008

Here comes Mr. Jordan

Regie : Alexander Hall (1941)

Bokser Joe Pendleton is met een privévliegtuigje op weg naar een belangrijke kamp. Wanneer hij dreigt te crashen, blundert een nieuwe hemel-werknemer. Pendleton wordt zo 50 jaar te vroeg naar de hemel gevoerd en voordat de fout rechtgezet kan worden, blijkt zijn aardse lichaam al gecremeerd te zijn. De engel Jordan kiest voor Pendleton een nieuw lichaam uit : dat van de verwende miljonair Bruce Farnsworth, die net ten prooi viel aan een moordpoging van zijn vrouw. Gehuld in het lichaam van Farnsworth tracht Pendleton met zijn unieke charme om de fouten van de harde zakenman Farnsworth recht te zetten en wil hij zelfs een gooi doen naar de bokstitel. Iedereen verklaart hem knettergek maar Pendleton (in het lichaam van Farnsworth) drijft zijn wil door ...

Wanneer je de plot zo leest, denk je te maken te hebben met een infantiele komedie. Maar niets is minder waar : de plot zich goed in elkaar en de acteurs kwijten zich uitstekend van hun taak. Het is een bekend feit dat het verschil tussen matige en uitstekende komedies vaak te situeren valt in de timing. In Here comes Mr. Jordan is die timing perfect. De vaart zit er voortdurend goed in en de film raast voorbij als een sneltrein. De film werd beloond met zeven oscarnominaties, waarvan er twee verzilverd werden (niet toevallig de oscars voor beste original story en beste screenplay).

De film werd in 1978 opnieuw gemaakt onder de titel Heaven can wait, in een regie van Warren Beatty (met hemzelf in de hoofdrol). Ook deze film was zeer succesvol en sleepte zelfs negen oscarnominaties in de wacht (waarvan er één verzilverd werd voor beste art direction). Het gebeurde voor de eerste keer in de geschiedenis van de Oscars dat er oscarnominaties werden toebedeeld aan hetzelfde personage in twee films : in Here comes Mr. Jordan werd James Gleason genomineerd voor beste mannelijke bijrol voor zijn vertolking van trainer Max Corkle. In Heaven can wait kreeg Jack Warden een oscarnominatie voor beste mannelijke bijrol voor zijn vertolking van diezelfde Marx Corkle.

Deze overvloed aan oscarnominaties voor beide films getuigen van de frisheid van het toneelstuk 'Heaven can wait' van de hand van Harry Segall, waarop beide films gebaseerd zijn. Om één en ander nog wat ingewikkelder te maken, bestaat er ook nog een film Heaven can wait uit 1943 in een regie van Ernst Lubitsch. Deze laatste film heeft echter niets te maken met het toneelstuk van Segall.

Geen opmerkingen: