24 maart 2008

There will be blood

Regie : Paul Thomas Anderson (2007)

Rond 1890 graaft een man hardnekkig in zijn kleine mijnschacht op zoek naar waardevolle zilverertsen. Het is echter met de zoektocht naar olie dat Daniel Plainview het grote geld binnenrijft. De primitieve omstandigheden waarin de eerste boorwerken plaatsvinden, eisen echter hun tol : een naaste medewerker komt om het leven en Plainview neemt diens zoontje onder zijn hoede als ware het zijn eigen zoon. Plainview volhardt en groeit uit tot een invloedrijke oliebaron. In 1911 - Plainview is dan al eigenaar van meerdere oliebronnen - krijgt hij een gouden tip : in Californië - op de gronden van de arme ranchersfamilie Sunday - zou de olie in grote hoeveelheden vlak onder de grond liggen. Plainview slaat toe, koopt de gronden voor een prikje op en sluit een megadeal met Union Oil om de olie via een pijpleiding te exporteren. Dit zeer tegen de zin van Eli Sunday, de jonge en charismatische priester van de plaatselijke doopse kerk. Naarmate zijn macht en rijkdom toenemen, wordt Plainview echter steeds killer en harder. Zelfs zijn geliefde aangenomen zoon blijft niet ongedeerd ...

Regisseur Paul Thomas Anderson baseerde zijn eigen script op de roman met de veelzeggende titel 'Oil !' uit 1927, geschreven door de Amerikaanse veelschrijver Upton Beall Sinclair Jr. (1878-1968). De opnames voor de film vonden plaats gedurende drie maanden in de zomer van 2006 in het Texaanse boerengat Marfa. Deze typische Americana-plek is niet alleen ideaal voor de wijdse shots van de ruwe prairie - reden waarom ook de Coen-broers er neerstreken voor de opnames van No country for old men - maar kan nog op een andere manier in verband gebracht worden met There will be blood : ter plaatse werd ook de Elia Kazan-klassieker Giant (1956) opgenomen, een film waarin James Dean zich ontpopt tot ongevoelige oliemagnaat ...

De film wist 2 van de 8 oscarnominaties te verzilveren. Robert Elswit mocht het gegeerde beeldje in ontvangst nemen voor de beste cinematografie. Anderson werkte eerder al samen met Elswit voor zowel Boogie nights als Magnolia. Het tweede beeldje ging naar Daniel Day-Lewis als beste acteur. Zijn acteerprestatie is overweldigend en je hebt de indruk dat de rest van de cast er als beeldvulling bijloopt. Day-Lewis ís There will be blood. De carrière van Day-Lewis is eigenlijk zeer opmerkelijk : hij heeft nauwelijks meer dan vijftien hoofdrollen gespeeld, maar dat leverde hem wel vier oscarnominaties (waarvan twee verzilverd) op. Enkel in My left foot was Day-Lewis nóg indrukwekkender.

Maar het zou verkeerd zijn om There will be blood enkel een uitstekende film te noemen omdat een talentrijke cinematograaf mooie plaatjes geschoten heeft en omdat een rasacteur op de tippen van zijn tenen acteert. Er is bovendien het intelligente script dat de kijker meeneemt op een pijnlijke reis van moreel verval. Cruciaal zijn de eerste scènes van de film. Minuten en minuten passeren zonder dialoog en zonder muziek, terwijl het personage van Day-Lewis zit te wroeten en te zweten in de harde aarde. Deze eenzame verbetenheid laat fysische maar vooral ook psychische wonden achter. Naarmate de rijkdom van de oliebaron toeneemt, neemt ook zijn mogelijkheid toe om aan God en Gebod zijn laarzen te vegen. De morele afgrond is al even peilloos diep als de vele oliebronnen.

Ondanks de lengte van de film (158 minuten) ligt hier mijn enige puntje van kritiek : de film was nog een stuk te kort. De film neemt uitgebreid de tijd om de hele Sunday-episode te schetsen, neemt naar het einde toe een tijdsprong van een tiental jaren en schijnt dan nog nauwelijks tijd over te hebben om - zoals de rest van de film het voorschrijft - het verhaal rustig af te ronden. Ik vond het jammer dat er niet meer aandacht werd besteed aan de verbitterde oliebaron in zijn gouden kooi en de verzuurde relatie met zijn zoon. Het had gerust een half uurtje langer gemogen.

Anderson is een grote fan van Radiohead en wist gitarist Jonathan Greenwood te overtuigen om de muziek voor de prent te schrijven. Diens soundtrack werd aangevuld met klassieke stukken van Brahms en van de Estse minimalist Arvo Pärt.

De trailer van dit uitmuntend stukje cinema :

Geen opmerkingen: