... And You Will Know Us By The Trail of Dead (Het Depot - 11.04.2009)
Van opener Long Distance Calling - een Duitse postrockband met twee albums op hun naam - konden we enkel de laatste nummers meepikken. Hoewel er weinig aan te merken viel op het gebrachte materiaal, op het sterke groepsgeluid en het enthousiasme waarmee één en ander werd geserveerd, was de band toch ook een beetje het slachtoffer van de beperkingen van het genre. Het is verdomd moeilijk om nog iets vernieuwends toe te voegen aan het postrockgenre, wat al niet veel eerder door illustere pioniers werd voorgedaan. Desalniettemin blijft het een aantrekkelijk muzikaal pallet, waarbij je bijna automatisch begint te headnodden.
Het onvoorspelbare maar altijd interessante ... And You Will Know Us By The Trail of Dead heeft met "The century of self" een uitstekende nieuwe plaat uitgebracht. Een verademing na het wat mindere "So divided" uit 2006, op welk album de band regelmatig het evenwicht dreigde te verliezen bij het bewandelen van een zeer slap koord tussen pathetische artrock en blasé geneuzel. Maar dat slappe koord siert de band, die de risico's niet schuwt en ondertussen prat kan gaan op een zeer unieke sound die nauwelijks met een andere band te vergelijken valt.
Dat The century of self een goede plaat is, bleek ook op het podium van een goed volgelopen muziekcentrum Het Depot. De eerste drie nummers van het nieuwe album (The giants causeway - Far pavilions - Isis unveiled) vormden meteen ook de openingsdebatten van wat een zeer energiek concert zou worden, met vooral Isis unveiled als een flinke kopstoot : een episch nummer vol met tempowisselingen en meerstemmige samenzang. Bandpionier Jason Reece ruilde na dit drieluik zijn gitaar in voor drums en dat was een goede zaak. Dubbele drumpartijen komen de bombast beter ten goede dan een derde gitaar. Ook Bells of creation (met frontman en andere pionier Conrad Keely achter de toetsen voor een trage staccato-opening) hield zich uitstekend staande.
De rest van de set was een mooie bloemlezing uit ouder werk. Dat So divided hierbij op Stand in silence na (één van de weinige mindere nummers trouwens in de set) volledig genegeerd werd, was nauwelijks een verrassing. Dan liever wat materiaal uit Worlds apart (2005), zoals Will you smile again en Caterwaul. Of wat dan te denken van Another morning stoner en Relative ways uit het succesalbum Source, tags & codes (2002) ? Maar het kan nog ouder en nog beter : uit Madonna (1999) werden de nucleaire bom A perfect teenhood (nog sneller en feller gespeeld dan op plaat) en mijn persoonlijke favoriet Clair de lune geplukt (met de onweerstaanbare lyrics : "Well the mood settled down - Once the movie hit town - You know all the movies I've seen - You never did understand - How I watched all of them - Can't figure how you never did"). Waanzin ten top met het eerste TOD-nummer Richter Scale Madness (openingsnummer op de titelloze LP uit 1998). Dat de stem van Keely meestal nauwelijks opgewassen is tegen de moeilijke taak om tegen de bombastische muur op te beuken, wordt ruimschoots gecompenseerd door de krankzinnige twinkeling in zijn ogen.
Ook al laat de band zich de laatste jaren er nog zelden toe verleiden om hun instrumentarium te vernielen, toch ontmantelde Jason Reece tijdens de gestoorde bisset grotendeels zijn drumkit, begaf hij zich in het publiek, goot hij wodka in de kelen van enkele heetgebakerde fans en keilde hij een cymbaal door de lucht. Toen na de 'gewone' bisset er nog een extra song volgde, bleek dat ook Conrad Keely ondertussen al gewoonweg tussen de fans stond te keuvelen. Ook al krijgt de band van kortzichtige nitpickers wel eens het verwijt naar het hoofd geslingerd dat de muziek te pedant en te barok is, dat wordt meteen ontkracht door de houding van Jason en Conrad, die zich na hun concerten steevast tussen hun fans bewegen en aldus de hen aangewreven ivoren toren keer na keer slopen.
Ter illustratie hiervan staat op het tourdagboek van drummer Aaron Ford te lezen : "A day off here in lovely Leuven, Belgium today. . . we played to a packed house at The Depot last night. . . tons of fun. Went out dancing after the show, grabbed a small garden gnome that just happened to be at the bar and began dancing with it. . . this is just the way rock and roll is people. . . it can’t be helped." Een band die avond na avond speelt alsof het einde van de wereld ermee gemoeid is, die koppig zijn eigen ding blijft doen en die zich kan amuseren met een tuinkabouter, is een band naar mijn hart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten