11 oktober 2010

Rosas : "En Atendant" (Warande - 06.10.2010)



Al bijna drie decennia staat de Belgische choreografe Anne Teresa De Keersmaeker aan de wereldtop van de moderne dans. Niet voor niets dat het prestigieuze Festival van Avignon haar opnieuw uitnodigde - in 1992 stond ze er reeds op de planken met Un Moto Di Gioia - om een productie op poten te zetten, speciaal voor het festival.

Op 09.07.2010 ging de nieuwe productie van haar Rosas-gezelschap in première op een unieke locatie : het binnenplein van het eeuwenoude Cloître des Célestins. Met als enige decorelementen twee oude platanen en een ondergrond van gestampte aarde, vond de productie doelbewust plaats in de vooravond, zodat ook de ondergaande zon een belangrijke rol speelde.

In de mate van het mogelijke werd getracht om deze sfeervolle setting ook op te roepen in de daaropvolgende theatertournee. Soberheid als voornaamste troef : geen enkel decorstuk op het podium, uitgezonderd een klein bankje waarop drie muzikanten zullen plaatsnemen. Vooraan op het podium een lange strook zand, die verwijst naar de ondergrond in Avignon. Naarmate de voorstelling vordert, zal het zand uitwaaieren over het ganse podium. De lichten zijn fel en zullen bijna onmerkbaar en geleidelijk aan verdoven om op het einde van de voorstelling compleet gedimd te worden.

Alles aan deze voorstelling ademt soberheid en ascese uit. Er zijn het kale decor en de sobere klederdracht van de acht dansers en danseressen, en er is vooral ook de muziek. Muziek is een belangrijke constante in het oeuvre van De Keersmaeker. We zagen haar al dingen doen op de muziek van John Coltrane, The Beatles, Debussy, Stravinsky, Indische raga's,... en ook haar nauwe band met het werk van de minimalist Steve Reich is genoegzaam bekend. Voor deze voorstelling tapt ze echter uit een veel ouder vaatje. Aan het begin van de voorstelling speelt Michael Schmid op de dwarsfluit het werk "L(élek)zem" van de Hongaarse componist Istvan Matuz. Een schril en dissonant geluid dat gaandeweg aan kracht wint, als de wind die alsmaar harder waait. Een oncomfortabel geluid dat sommige bezoekers ietwat ongemakkelijk heen en weer doet schuifelen op hun stoel. Een geluid ook dat abrupt wordt onderbroken door Schmid om de kans te geven even op adem te komen. Een kort moment van opluchting en ontspanning.

Later in de voorstelling zullen drie muzikanten plaatsnemen op het kleine bankje aan de rechterzijde van het podium. Met vedel, blokfluit en zang hernemen zij het repertoire van de Ars Subtilior, een ritmisch zeer complexe muziekvorm uit de 14e Eeuw die vooral in Zuid-Frankrijk ten bloei kwam. De Keersmaeker zelf over haar keuze voor deze muziek en de historische context waarin deze ontstond (uit een interview met het magazine van De Munt: "Ik heb me de vraag gesteld welke muziek verbonden was aan Avignon, de stad en haar geschiedenis en zo ben ik bij de Ars Subtilior terecht gekomen. Het is dáár, ver van Parijs, aan het pauselijk hof, alsook in het noorden van Italië en op Cyprus, dat dit schitterende maniërisme tot stand kwam. Een stijl die uiteraard toebehoorde aan de hoge aristocratie, aan een kleine kunstkring. Er zit misschien een zweem van intellectuele provocatie in, maar die bevalt me wel en ze is bovendien slechts schijnbaar want deze muziek is niet droog of onleesbaar. - Een bekende ballade van Philippot de Caserta, En Atendant, geeft de voorstelling haar titel en verleent haar ook een bijzonder affect. In die tijd is het wachten een poëtisch thema dat men graag oproept: wachten op de liefde, de hoop, de verschijning…Het gedicht opent met dit vers: “en atendant souffrir m’estuet grief payne” – wachtend moet ik een diepe smart verdragen. - De historica Barbara Tuchman spreekt over “de waanzinnige veertiende eeuw”. De Honderdjarige oorlog ontketent financiële crisissen, werkloze legers plunderen de dorpen en steden, en hier komt nog eens de pest bovenop: twee derde van de bevolking sterft. De mensen begrijpen er niets van, en denken aan een straf van God. Op de koop toe wordt deze spirituele angst nog groter door het Westers schisma, wanneer een tegenpaus zich in Avignon komt vestigen. - Het adjectief ‘subtilis’ heeft in de Middeleeuwen eerst en vooral betrekking op een kunst van het inzicht en van vormelijke krachttoeren, een kunst die gebaseerd is op de doelbewuste beheersing van buitengewone regels. Dat is het in eerste instantie. Maar deze muziek is ‘subtilior’, ‘nog subtieler’, en laat een heerlijke zweem van mysterie in de lucht hangen, ongrijpbaar, de sfeer van een mathematisch raadsel, van de toespelingen en van de subtekst."

Oudfranse virelais en ballades dus als sporadische houvast voor het publiek. Want naast deze oude muziek is vooral ook de stilte en de adem de voornaamste soundtrack. Zoals we gewend zijn van De Keersmaeker, is de dansstijl sober en ingehouden en duiken een aantal patronen op min of meer subtiele wijze meermaals in de voorstelling op. De Keersmaeker heeft dan ook een voorliefde voor mathematica : "Een bepaalde pythagorische achtergrond laat ik nooit los. Er zijn zelforganiserende wetten in de natuur die op alle niveaus regeren, en waar onze lichamen blijk van geven. Ook daar moet men naar luisteren."

Er wordt zelden in volle getale gedanst, zodat er meestal wel een aantal dansers werkloos aan de zijlijn toekijken. Het accentueert nog meer het trage vervlieden van de tijd. Er gaat van deze strakke lijn op den duur een soort van hypnotische schoonheid uit, zodat de kijker in een lichte trance het voortschrijden van de tijd vergeet. En aldus bereikt De Keersmaeker door haar wiskundige aanpak bijna een sacraal spanningsveld. Een spanningsveld dat langs de ene kant mijlenver verwijderd ligt van het vroege werk op basis van de muziek van Steve Reich (Fase - four movements on the music of Steve Reich) maar er aan de andere kant toch ook verbazend dicht tegenaan schurkt.

De danstaal - waarin toch vooral ook weer Rosas-habituée Cynthia Loemij schittert - is trouwens niet zomaar vrijblijvend. Want hoewel helder en geometrisch als altijd, toch moeten de interacties bepaalde grimmige beelden oproepen. Om De Keersmaeker nogmaals te citeren : "Wat mij intrigeerde was hoe en waarom de Ars Subtilior precies op dat welbepaalde ogenblik in de geschiedenis ontstond : midden 14e Eeuw, wanneer het economische, sociale, politieke en religieuze weefsel uiteenvalt, de samenleving in chaos vervalt en mensen massaal sterven. en juist op dát moment breekt deze hyper-gesofisticeerde, uiterst mathematische, complexe, filosofische, bijna abstract muziek door. Deze tegenstelling wierp vragen bij mij op. Ik vroeg mij af of dit allemaal ook niet iets zegt over de wereld van vandaag, over de krachten die vandaag werkzaam zijn en over onze huidige opvattingen. Ook vandaag lijkt er een diepe kloof te bestaan tussen onze opvattingen en kunst en de maatschappelijke werkelijkheid."

En zo kreeg ik in deze coherente en mooie voorstelling toch vooral een gevoel van closure, van een cirkel die rond is. Veel meer dan in The Song lijkt De Keersmaeker in "En atendant" een precair evenwicht gevonden te hebben. Het moet geweldig geweest zijn om in dat oude klooster in Avignon deze voorstelling te kunnen bijwonen. Gelukkig bleef er nog een toefje van die magie hangen in de Warande.


Geen opmerkingen: