26 november 2010

Swans (AB - 25.11.2010)

Halverwege de jaren '80 werd er heel wat zwartgallige muziek uitgebracht, gedrenkt in anarchistische postpunk- en newwave-inkt. Maar weinig materiaal was zó ongemeen nihilistisch, zó compromisloos donker als wat Michael Gira met zijn Swans op de mensheid losliet. Nu ik de prille releases (met name de eerste LP Filth en de compilatie van vroeg materiaal Body to Body, Job to Job) opnieuw onder de naald leg, lijk ik wel naar een soundtrack bij Dante's Inferno te luisteren. Bijna drie decennia na de oprichting van de groep, besloot Gira om de mensheid opnieuw te teisteren.


In 2010 werd de lange hiatus van de band immers een halt toegeroepen en werd zowaar een goed onthaald nieuw album uitgebracht (My Father Will Guide Me Up A Rope To The Sky). In de jaren '80 stond de band garant voor uiterst explosieve optredens, kort en extreem luid. Met Gira als een bezetene op het podium, de baarlijke duivel himself. Niet zozeer als zanger van een rockband, maar als hoofdrolspeler in een soort schrikwekkende performance art. Het viel af te wachten in welke mate er nog iets zou overblijven van deze kunstzinnige waanzin van weleer. Om kort te gaan : er bleef zeer veel van over en het was geweldig.

Het optreden werd ingeleid door donkere ambientmuziek, die de ogen al deed priemen naar de zeer compacte podiumopstelling. Eén voor één komen de bandleden het podium op om een extra element toe te voegen aan de donkere muziek. Eerst was het aan drummer Phil Puleo om repetitief metaalgerammel op de schroothoop te gooien. Vervolgens deed percussionist Thor Harris - bekend van Shearwater en de missing link tussen de neanderthaler en de australopithecus - hetzelfde met gehamer op een klokkenspel. Daarna zorgde oudgediende Christoph Hahn voor scherpe uithalen op een vervormde steelguitar.

Langzaam maar zeker vonden alle ingrediënten van deze zwarte saus hun plaats. De zware, ingewanden-omkerende bas van Chris Pravdica en de scherpe gitaarriffs van veteranen Norman Westberg en Gira zelf vervolledigden de zware drone-sound die pas na een tiental minuten zijn volle impact bereikte en die daarna nog een tiental minuten nodig had om eindelijk in het eerste echte nummer over te gaan. De hypnose was ingezet (daar kan je nog wat van leren, Rasti Rostelli !) en de vortex van het zwarte gat genaamd Swans zou pas twee uur (en nog geen tien songs) later weer tot rust komen. Gira mag dan wel een netjes gekapte en geklede grijsaard geworden zijn, de waanzin blinkt nog steeds in zijn ogen. Van interactie met het publiek is nauwelijks sprake (op een vriendelijk dankjewel op het einde van het concert en de introductie van de band na) en we kregen zelfs een klein stukje performance art uit de oude doos toen Gira wel een minuut lang in de lucht spuugde en trachtte om zijn spuug op zijn eigen gezicht te laten belanden. En dan heb ik het nog niet over Westberg gehad : constant kauwend op kauwgom, staart hij twee uur lang steriel en bewegingloos het publiek in, klaar om na het concert opnieuw in een dwangbuis gegespt te worden.

Na de aanzwellende drone van een dik kwartier, ging het concert met een knaller van start. No Words/No Thoughts (openingstrack van het nieuwe album) is vintage Swans, met repetitief gebeuk waarbij de ritme-sectie nauw op elkaar ingespeeld is. Logischerwijze krijgt het nieuwe album veel aandacht (met Jim, Eden Prison, My Birth en de korte bisser Little Mouth), maar door uitgebreid improvisatiewerk en uitgesponnen versies vloeien de nummers in elkaar over als één lange trip, slechts een enkele keer onderbroken om het publiek even ademruimte en catharsis te gunnen. Maar als je oude nummers als 'Your Property' of 'Sex, God, Sex' (het donkerste gebed aller tijden door Gira tot bezetenheid opgedreven) hoort, is er voor catharsis weinig ruimte.

Lange lappen instrumentale muziek zonder een streepje zonlicht beukten in op het middenrif, deden de hersengolven overkoken, prikkelden alle zintuigen. De eerder zeldzame zangpartijen - door Gira trouwens netjes uitgestald op een staander - voegden er op zich weinig aan toe, want Gira is een weinig begaafde en monotone zanger. Maar die monotonie en dat tikje waanzin in zijn stem leeft in perfecte symbiose met het donkere muzikale tapijt dat dit zestal uitspreidde. Geweldig overigens voor de goede luisteraar hoe de repetitieve percussie-elementen van het begin van het concert ook later nog subtiel opdoken. En zo werd dit concert niet zozeer een aaneenschakeling van songs, maar een symfonie. Maar dan wel een symfonie zonder allegro vivace en met veel adagio.

Voor humor was er weinig plaats. Enkele bandleden konden nauwelijks een lach onderdrukken toen Hahn zijn grote gong tegen de grond mepte. En tijdens de introductie van de band op het einde van het concert werd Hahn door Gira voorgesteld als "the token homosexual" en werd Harris niet verwonderlijk als "extreme hairy" omschreven. Ach, er mag al eens gelachen worden. Zelfs in het gitzwarte universum van Swans, waar maar weinig sterretjes aan het firmament flikkeren. Heerlijk concert.

Geen opmerkingen: