13 juli 2012

Snelfilm 14

Het is leuk om terug te kijken op een jaartje film. Toppers en draken zijn broederlijk verenigd in onderstaand lijstje, dat zowat alle mogelijke filmgenres omvat. Ik fiets er even snel doorheen.

Laat ik maar meteen beginnen met hét epos dat me met verstomming deed slaan : het dubbelluik Die Niebelungen : Siegfried & Kriemhilds Rache, beiden van de hand van Fritz Lang en daterend uit 1924. Een monumentaal epos dat onterecht altijd een beetje in de schaduw is blijven staan van het visionaire Metropolis. Als je ooit de kans krijgt om dit bijna vijf uur durende stukje filmgeschiedenis te aanschouwen, twijfel dan niet.

Op het vlak van documentaires kon ik me verdiepen in de schimmige achterkant van de porno-industrie (9to5 : Days in Porn), in de carrière van Ayrton Senna, in een populaire Chinese TV-show die ter dood veroordeelden interviewt vlak voor hun executie (Dead Men Talking), in Japanse wanpraktijken van het afslachten van dolfijnen (The Cove), in een muzikaal genie (The devil and Daniel Johnston), in een grimmig-komische strijd omtrent een computerspel-score (The King of Kong : a fistful of quarters) en in een aparte Belgische kijk op het omgaan met geschiedenis (D.I.A.L. History). Vijf sterren voor de prachtige concertfilm Inni rond Sigur Rós.

De Aziatische cinema zal me nooit vervelen. Quentin Tarantino haalde voor het tweede deel van Kill Bill quasi al zijn mosterd bij de vierdelige wraakcyclus rond de bloedmooie wraakengel Sasori (de Female Prisoner-reeks). Tokyo x erotica is een compleet mislukte poging om arthouse en erotiek te vermengen, At the end of daybreak haalt niet het niveau van de betere arthouse-cinema en ook Breath is geen vintage Ki-duk Kim, maar oscarwinnaar Departures, het mooi-melancholische Le dernier voyage du Juge Feng, het met een groot budget gedraaide historische epos Red Cliff, het (té ?) ambitieuze politieke drama Summer Palace en het prachtige Tuya's Marriage gooien hoge ogen. Maar een absolute must blijft Still Life van de belachelijke getalenteerde regisseur Zhang Ke Jia, geplaatst in de context van de verplichte mega-onteigeningen n.a.v. de bouw van de Drieklovendam. Een film die ik op wekelijkse basis zou kunnen bekijken.

Ook de Lage Landen ontbreken niet in dit lijstje. Ik ben wellicht de enige Belg die nu pas De Zaak Alzheimer gezien heeft. Voor de fans zal de wrange humor van Alex Van Warmerdam nooit vervelen (in casu in De laatste dagen van Emma Blank). Voor de meeste mensen van mijn generatie zal Dagen zonder lief wel een gevoelige snaar raken. Het magisch-realistische Altiplano bewijst nogmaals het internationale vakmanschap van de tandem Brosens + Hope Woodworth. Maar helemaal van mijn melk was ik na het bekijken van Wan Pipel, een Nederlands/Surinaams-curiosium uit 1976. Afgebleekte kleuren en spontane vertolkingen trokken me moeiteloos over de streep in dit aandoenlijke drama rond nationale identiteit.

Als ik iets verder buiten de grenzen naar de Europese cinema kijk, valt het telkens weer op wat voor een rijke filmgeschiedenis er in dit continent opgebouwd werd, waarbij elke nationaliteit toch zijn eigen accenten legt. Al in 1919 werd er in Duitsland hoogst amusante maatschappij-kritische slapstick gedraaid (Die Austernprinzessin). Praten over Der Himmel über Berlin is zinloos : kijk en geniet van dit poëtische meesterwerk. Minder zwaar op de hand maar toch ook niet om mee te lachen is het sociaal drama Knallhart.

In Frankrijk hebben ze een patent genomen op (al dan niet sociaal geëngageerde) praatcinema (zoals Chère inconnue, La tourneuse de pages, Nue propriété en Welcome) maar ook voor gespierde thrillers (13 Tzameti : aanrader !), broeierige Provence-drama's (La Piscine), kunstige biopics (Séraphine), experimentele artcinema (La science des rêves) of zelfs een mooi gestileerde Faust-bewerking (La beauté du Diable) draaien de Franzosen hun hand niet om.

Degelijk vakwerk uit Spanje met een knap gedraaide evocatie van het oude Rome in Agora van de hand van topregisseur Amenábar en het schitterende psychologische drama La noche de los girasoles. De Italianen blijven inspiratie putten uit de maffia (middels het knappe Gomorra) maar het zijn toch vooral de schandaalfilm rond de onweerstaanbare ploert Pasqualino Settebellezze en de opvallend frisse zedenkomedie Padri e figli die de cinefiel zullen kunnen bekoren.

De topzware Dogma-erfenis blijft op de Deense cinema wegen, maar dat hoeft niet altijd slecht nieuws te zijn, getuige films zoals Manderlay (van von Trier hemzelve), of het aangrijpende Open Hearts. Voor échte buitenbeentjes moet je dan weer de blik naar het Oosten van Europa richten. Het Hongaarse WO II-drama Fateless, de meest surrealistische humor in het Tsjechische I served the King of England, de beenharde Bulgaarse psychologische thriller Investigation en last but not least geschifte historisch getinte horror van Finse makelijk (Sauna) : Oost-Europese cinema is quasi altijd interessant.

Hetzelfde kan gezegd worden van films van over het kanaal. Van de sociaal bewogen cinema van Ken Loach (Looking for Eric, It's a free world), over klassieke filmparels uit de oude doos op Hollywood-leest geschoeid (The private life of Henry VIII, The thief of Bagdad, Windom's Way en North West Frontier) tot intelligente arthouse (Boy A, Everything, In the loop, Tideland en Son of Rambow) : Britten kunnen het. Zoals ook het uitstekende In Bruges aantoont. Alleen van de sandalenfilm hebben onze UK-vrienden geen kaas gegeten. The Last Legion is simpelweg een miskleun.

Voordat ik het onvermijdelijk ruime USA-aanbod even doorblader, haal ik nog even enkele voorbeelden van wereldcinema aan. De Israëlische cinema heeft me in het verleden meermaals teleurgesteld, maar zowel de intelligente politieke thriller Walk on Water als het droogkomische The Band's Visit zijn merkwaardige uitzonderingen op die regel. De Canadezen slagen er precies nooit in om zich als filmland écht op de kaart te zetten. C.R.A.Z.Y. is een verdienstelijke tragi-komische familiesaga, Pontypool is zowaar een vermakelijke poging om creatief om te gaan met zombie-horror maar de soms briljante Armeens-Canadese regisseur Atom Egoyan heeft met Where the truth lies een nogal vlakke prent afgeleverd. Dan levert de Outback nog beter materiaal op : uit het land van Neighbours komen immers het wel zeer wrange en schokkende Alexandra's Project en ook het rond apartheid draaiende drama Disgrace doet de wenkbrauwen fronsen. Met slechts twee films (beide uit Argentinië) valt er opvallend weinig Zuid-Amerikaanse cinema te bespeuren in mijn lijstje. Zowel Glue als XXY zijn coming of age-films. De eerste nogal geforceerd en langdradig, de tweede gelaagd, boeiend en schokkend.

USA-cinema. Kan het meer Amerikaans dan in een western ? 3.10 to Yuma is een goede remake van de klassieker uit 1957, MacKenna's Gold dweept iets teveel met psychedelische effecten, voor zijn triomf met Brokeback Mountain oefende Ang Lee zich al in het genre met Ride with the devil en Kevin Costner herpakte zich na enkele mislukkingen best aardig met het lange Open Range.

Misschien kijk ik soms een beetje teveel in de achteruitkijkspiegel, maar de films uit de jaren stillekes lijken nog steeds onovertroffen. De huidige romcoms (zoals het nochtans frisse 500 Days of Summer of Woody Allen's Vicky Cristina Barcelona) kunnen niet op tegen oude krakers zoals The Women of My favorite wife. Maar ook oude drama's (A double life, The Letter), film noirs (Dead Reckoning), avonturenfilms (Gunga Din), melodrama's (Picnic), technicolor-sandalenfilms (Sodom and Gomorrah) en biopics (The nun's story) kennen in de huidige cinema nauwelijks hun gelijke. Een bijna compleet vergeten parel uit de zwart/wit-doos is Hangover Square, een quasi perfecte thriller met een onvergetelijke slotscène die nauwelijks moet onderdoen voor de legendarische openingsscène van Orson Welles' Touch Of Evil).

Maar dé plek bij uitstek als het op razzle dazzle no-brainers aankomt, is uiteraard Tinseltown. De futuristische scifi-thriller Equilibrium (met Christian Bale) is nogal matig en ook I am Legend (met Will Smith) stuikt in elkaar door een voorspelbare plotontwikkeling. The Box zakt compleet in elkaar als een mislukte soufflé (ondanks een fascinerende premisse). Ook Jumper vertrekt van een leuk uitgangspunt ... om vervolgens als een sof te eindigen. Om over Fantastic Four maar te zwijgen : wellicht de slechtste action hero-flick die ik ooit al zag. Dan viel er heel wat meer amusement te rapen bij de totaal over the top gaande rampenfilm 2012. Ook The incredible Hulk was redelijk genietbaar, net als Iron Man 2. Maar het meest genoot ik misschien nog wel van Hellboy 2 : the golden army. Vol relativerende tongue-in-cheek humor en lekker fris geacteerd. Maar ook Watchmen verdient zeker een eervolle vermelding. Een buitenbeentje in deze categorie is het bizarre cultwerkje Battle beyond the stars. Een heerlijke miskleun - losjes gebaseerd op The Seven Samurai - van cultproducer Roger Corman.

Gegriezeld werd er ook het afgelopen jaar. Met de eerste twee delen van de succesvolle Saw-franchise bijvoorbeeld. Met het extreem low budget gedraaide Paranormal Activity. Maar vooral met het uitstekende The Mist, gebaseerd op een verhaal van Stephen King. De lachspieren werden dan weer - met wisselend succes - op de proef gesteld middels het soms hilarische en soms flauwe Tropic Thunder, een oordeel dat ook bij Anchorman, The legend of Ron Burgundy past. Wel geslaagd over de hele lijn vond ik The Hangover, een film die ik van begin tot eind met een grote grijns heb bekeken.

Maar laten we de Amerikaanse cinema vooral niet over de komedie-, actie- en horrorkam scheren. Want er worden ook uitstekende films in serieuzere genres. Al dan niet gefingeerde biopics bijvoorbeeld. Jamie Foxx zet een oscarwinnende glansrol neer als Ray Charles, Emilio Estevez levert een verrassende film fleuve af rond de laatste uren van Bobby Kennedy, Sean Penn kruipt op overtuigende wijze in de huid van homo-activist Harvey Milk en Johnny Depp vertolkt de rol van de legendarische gangster John Dillinger in Public Enemies. Toby Jones speelt de sterren van de hemel als Truman Capote in Infamous.

Dat zijn stuk voor stuk goed geacteerd blockbusters, maar geen van de voornoemde films kon zo onder de huid kruipen als échte acteursdrama's. 'Kleinere' films die je met het Sundance-festival associeert, zoals het ijzige sociale drama Frozen River, de altijd geweldige Ben Kingsley in zowel House of Sand and Fog als in The Wackness. Of het zeer charmante In search of a midnight kiss. Vooral echter het werkelijk sublieme The squid and the whale, gebaseerd op de jeugd van regisseur Noah Baumbach en het al even onweerstaanbare The Visitor.

Maar ook 'grotere' films met een topcast zoals Meryl Streep en Philip Seymour Hoffman in Doubt, de zwart/witte stijloefening The man who wasn't there van de broeders Coen, het sterke politieke drama State Of Play of het paranoïa-drama Zodiac. Ben Affleck debuteert overtuigend als regisseur in Gone Baby Gone. Ridley Scott levert met Body of Lies een oerdegelijke politieke thriller af. Robert De Niro zet één van zijn betere recente acteerprestaties neer in het politiedrama City by the sea. Maar het is zonder een spatje twijfel dat Colin Firth met alle bloemen gaat lopen wegens zijn ongelooflijke prestatie in het verbluffende A Single Man.

Sport mag ook niet ontbreken. Al Pacino gooit al zijn ticks en tricks in de strijd als gedreven football-coach in Any Given Sunday. Een tikje subtieler gaat het eraan toe in het gevoelige Sugar, waarbij een jonge Dominicaan het probeert te maken in het baseball-wereldje.

Besluiten doen we met de onverwoestbare - maar desalniettemin zwaar gedateerde - klassieker Ghost, met de betreurde Patrick Swayze. George Clooney mag natuurlijk ook niet op het appèl ontbreken en zet een goede prestatie neer in de verrassend sociaal ingestelde romcom Up in the air. En de enige vertegenwoordiger - maar dan wel een hele sterke ! - in het wereldje van de animatie was afgelopen jaar de onweerstaanbare robot Wall-E. Op naar een nieuw filmjaar !



 



(500) Days of Summer (Marc Webb, USA, 2009)
3.10 toYuma (James Mangold, USA, 2007)
9to5 : Days in porn (Jenss Hoffmann, Duitsland, 2008)
13 Tzameti (Géla Babluani, Frankrijk, 2005)
2012 (Roland Emmerich, USA, 2009)
A double life (George Cukor, USA, 1947)
A perfect getaway (David Twohy, USA, 2009)
A single man (Tom Ford, USA, 2009)
Agora (Alejandro Amenábar, Spanje, 2009)
Alexandra's project (Rolf de Heer, Australië, 2003)
Altiplano (Peter Brosens + Jessica Hope Woodworth, België/Duitsland/Nederland, 2009)
Anchorman, the legend of Ron Burgundy (Adam McKay, USA, 2004)
Any given sunday (Oliver Stone, USA, 1999)
At the end of daybreak (Yuhang Ho, Hong Kong, 2009)
Battle beyond the stars (Jimmy T. Murakami, USA, 1980)
Bobby (Emilio Estevez, USA, 2006)
Body of lies (Ridley Scott, USA, 2008) 
Boy A (John Crowley, UK, 2007) 
Breath (Ki-duk Kim, Zuid-Korea, 2007) 
C.R.A.Z.Y. (Jean-Marc Valléé, Canada, 2005) 
Chère inconnue (Moshé Mizrahi, Frankrijk, 1980) 
City by the sea (Michael Caton-Jones, USA, 2002) 
Dagen zonder lief (Felix Van Groeningen, België, 2007) 
De laatste dagen van Emma Blank (Alex van Warmerdam, Nederland, 2009) 
De zaak Alzheimer (Erik Van Looy, België, 2003) 
Dead men talking (Robin Newell, China, 2011) 
Dead reckoning (John Cromwell, USA, 1947) 
Departures (Yôjirô Takita, Japan, 2008) 
Der Himmel über Berlin (Wim Wenders, Duitsland, 1987) 
Dial H.I.S.T.O.R.Y. (Johan Grimonprez, België, 2003) 
Die Austernprinzessin (Ernst Lubitsch, Duitsland, 1919) 
Die Niebelungen – Kriemhilds Rache (Fritz Lang, Duitsland, 1924) 
Die Niebelungen – Siegfried (Fritz Lang, Duitsland, 1924) 
Disgrace (Steve Jacobs, Australië, 2008) 
Doubt (John Patrick Shanley, USA, 2008) 
Equilibrium (Kurt Wimmer, USA, 2002) 
Everything (Richard Hawkins, UK, 2004) 
Fantastic four (Tim Story, USA, 2005) 
Fateless (Lajos Koltai, Hongarije, 2005) 
Female Prisoner Scorpion – # 701's Grudge song (Yasuharu Hasebe, Japan, 1973) 
Female Prisoner Scorpion – Jailhouse 41 (Shunya Ito, Japan, 1972) 
Female Prisoner Scorpion # 701 (Shunya Ito, Japan, 1972) 
Female Prisoner Scorpion – Beast stable (Shunya Ito, Japan, 1973) 
Frozen river (Courtney Hunt, USA, 2008) 
Ghost (Jerry Zucker, USA, 1990) 
Glue (Alexis Dos Santos, Argentinië, 2006) 
Gomorra (Matteo Garrone, Italië, 2008) 
Gone baby gone (Ben Affleck, USA, 2007) 
Gunga Din (George Stevens, USA, 1939) 
Hangover Square (John Brahm, USA, 1945) 
Hellboy 2 : the golden army (Guillermo del Toro, USA, 2008) 
House of sand and fog (Vadim Perelman, USA, 2003) 
I am legend (Francis Lawrence, USA, 2007) 
I served the king of England (Jirí Menzel, Tsjechië, 2006) 
In Bruges (Martin McDonagh, UK, 2008) 
In search of a midnight kiss (Alex Holdridge, USA, 2007) 
In the loop (Armando Iannucci, UK, 2009) 
Infamous (Douglas McGrath, USA, 2006) 
Inni (Vincent Morisset, Ijsland, 2011) 
Investigation (Iglika Triffonova, Bulgarije, 2006) 
Iron man 2 (Jon Favreau, USA, 2010) 
It's a free world (Ken Loach, UK, 2007) 
Jumper (Doug Liman, USA, 2008) 
Knallhart (Detlev Buck, Duitsland, 2006) 
La beauté du diable (René Clair, Frankrijk, 1950) 
La noche de los girasoles (Jorge Sánchez-Cabezudo, Spanje, 2006) 
La piscine (Jacques Deray, Frankrijk, 1969) 
La tourneuse de pages (Denis Dercourt, Frankrijk, 2006) 
Le dernier voyage du juge Feng (Jie Liu, China, 2006) 
Looking for Eric (Ken Loach, UK, 2009) 
MacKenna's gold (J. Lee Thompson, USA, 1969) 
Manderlay (Lars von Trier, Denemarken, 2005) 
Milk (Gus Van Sant, USA, 2008) 
My favorite wife (Garson Kanin, USA, 1940) 
North West frontier (J. Lee Thompson, UK, 1959) 
Nue propriété (Joachim Lafosse, Frankrijk, 2006) 
Open hearts (Susanne Bier, Denemarken, 2002) 
Open range (Kevin Costner, USA, 2003) 
Padri e figli (Mario Monicelli, Italië, 1957) 
Paranormal activity (Oren Peli, USA, 2007) 
Pasqualino Settebellezze (Lina Wertmüller, Italië, 1975) 
Picnic (Joshua Logan, USA, 1955) 
Pontypool (Bruce McDonald, Canada, 2008) 
Public enemies (Michael Mann, USA, 2009) 
Ray (Taylor Hackford, USA, 2004) 
Red cliff (John Woo, China, 2008) 
Ride with the devil (Ang Lee, USA, 1999) 
Sauna (Antti-Jussi Annila, Finland) 
Saw (James Wan, USA, 2004) 
Saw II (Darren Lynn Bousman, USA, 2005) 
Senna (Asif Kapadia, UK, 2010) 
Séraphine (Martin Provost, Frankrijk, 2008) 
Sodom and Gomorra (Robert Aldrich, USA, 1962) 
Son of Rambow (Garth Jennings, UK, 2007) 
State of play (Kevin Macdonald, USA, 2009) 
Still life (Zhang Ke Jia, China, 2006) 
Sugar (Anna Boden + Ryan Fleck, USA, 2008) 
Summer palace (Ye Lou, China, 2006) 
The band's visit (Eran Kolirin, Israël, 20077) 
The box (Richard Kelly, USA, 2009) 
The cove (Louie Psihoyos, USA, 2009) 
The devil and Daniel Johnston (Jeff Feuerzeig, USA, 2005) 
The hangover (Todd Phillips, USA, 2009) 
The incredible hulk (Louis Leterrier, USA, 2008) 
The king of kong – a fistful of quarters (Seth Gordon, USA, 2007) 
The last legion (Doug Lefler, UK, 2007) 
The letter (William Wyler, USA, 1940) 
The man who wasn't there (Joel Coen + Ethan Coen, USA, 2001) 
The mist (Frank Darabont, USA, 2007) 
The nun's story (Fred Zinnemann, USA, 1959) 
The private life of Henry VIII (Alexander Korda, UK, 1933) 
The science of sleep (Michel Gondry, Frankrijk, 2006) 
The squid and the whale (Noah Baumbach, USA, 2005) 
The thief of Bagdad (Michael Powell, UK, 1940) 
The visitor (Thomas McCarthy, USA, 2007) 
The wackness (Jonathan Levine, USA, 2008) 
The women (George Cukor, 1939) 
Tideland (Terry Gilliam, UK, 2005) 
Tokyo x erotica (Takahisa Zeze, Japan, 2001) 
Tropic thunder (Ben Stiller, USA, 2008) 
Tuya's marriage (Quan'an Wang, China, 2006) 
Up in the air (Jason Reitman, USA, 2009) 
Vicky Cristina Barcelona (Woody Allen, USA, 2008) 
Walk on water (Eytan Fox, Israël, 2004) 
Wall-E (Andrew Stanton, USA, 2008) 
Wan pipel (Pim de la Parra, Suriname/Nederland, 1976) 
Watchmen (Zack Snyder, USA, 2009) 
Welcome (Philippe Lioret, Frankrijk, 2009) 
Where the truth lies (Atom Egoyan, Canada, 2005) 
Windom's way (Ronald Neame, UK, 1957) 
XXY (Lucía Puenzo, Argentinië, 2007) 
Zodiac (David Fincher, USA, 2007)

Geen opmerkingen: