10 juni 2016

Audiobooks 13 : Haruki Murakami : "The wind-up bird chronicle"

Tijdens mijn dagelijkse commute stillen diverse podcasts en audioboeken de nimmer aflatende honger van mijn brein. Voor de liefhebbers van de betere literatuur kan ik bijvoorbeeld de uitstekende podcast Backlisted aanbevelen, waarin op sappige wijze nieuw leven wordt gegeven aan 'vergeten' literatuur. Tegelijkertijd een frustrerende podcast, omdat ik telkens weer geconfronteerd wordt met het feit dat er zoveel geweldige literatuur bestaat die ik wellicht nooit onder ogen zal krijgen en die zich nu opstapelen in een iTunes-verlanglijst. Maar audioboeken vormen een interessante manier om de 'verloren' tijd in de wagen nuttig op te vullen en aldus toch beetje van mijn hopeloze literatuur-achterstand in te halen.

Zo zag ik de laatste maanden de kans schoon om een flinke hap te nemen in het oeuvre van de Japanse succes-auteur Haruki Murakami. Sijpelden achtereenvolgens mijn oorschelpen binnen : After The QuakeAfter DarkA Wild Sheep ChaseDance Dance Dance en Kafka on the Shore. En zo werd ik regelmatig getransporteerd van mijn auto-zetel naar het magisch-realistische universum van de enigmatische auteur.

Mijn meest recente trip naar dit universum betreft "The Wind-Up Bird Chronicle", gepubliceerd in 1994-1995. En hoewel alle typische kenmerken van een Murakami-roman aanwezig zijn en hij hiervoor zelfs de prestigieuze Japanse literaire Yomiuri-prijs in de wacht sleepte, hield ik er achteraf geen goed gevoel aan over. Dit is echter niet geheel de schuld van de auteur.

Met de ietwat maffe plot is op zich niets mis. Wat begint als een gewone zoektocht van het hoofdpersonage (Toru Okada, een apathische en werkloze dertiger) naar een verloren kat, mondt uit in een ontmoeting met allerlei bizarre personages : de zussen Creta en Malta Kano met hun spiritueel aanvoelen van de toekomst. Zijn schoonbroer die tegelijk een bekend media-figuur en succesvol politicus is, maar die er een bizarre seksuele voorkeur op nahoudt. Het vermoeiende buurmeisje May Kasahara met wie hij filosofische gesprekken onderhoudt. De mysterieuze mode-goeroe Nutmeg en haar altijd zwijgende zoon Cinnamon. En dan is er nog die grote blauwe vlek die plots op zijn wang verschijnt. De plotse verdwijning van zijn echtgenote. De droge waterput in de tuin van een verlaten buurtwoning, die een poort lijkt te zijn naar een andere realiteit. De gruwelijke verhalen van een luitenant over diens avonturen tijdens de Japanse bezetting van de vazalstaat Mantsjoerije. Een zanger die zich in een nachtclub met vuur verminkt en die door Toru in elkaar geslagen wordt met een baseball-knuppel....

Ik kon me tijdens het beluisteren van de roman niet van de indruk ontdoen dat de verhaallijnen in het laatste deel niet coherent leken samen te komen. Alsof er stukjes van de puzzel ontbraken en losse eindjes niet of nauwelijks aan elkaar werden geknoopt. En wat blijkt ? De Amerikaanse uitgever vond het nodig om in te grijpen in de volgorde van een aantal hoofdstukken en in de lengte ervan, dit uiteraard met commerciële doeleinden : de originele versie was volgens de Amerikaanse uitgever te lang om als één paperback te kunnen slijten. Er dus werd duchtig gesneden in de originele versie. Enig opzoek-werk leerde me dat de ingreep van de Amerikaanse uitgever voor een immens verschil heeft gezorgd tussen de originele versie en de vertaling. Zelfs de Murakami-vertaler van dienst Jay Rubin (overigens een vertaler van veel romans van Murakami) gaf dit toe : "I do think, though, that if The Wind-Up Bird Chronicle outlives its time and becomes part of the canon fifty years from now, a re-translation will be needed, and scholars can have a fine time screaming about how Jay Rubin utterly butchered the text.” Veel meer hierover hier.

Een tweede element van ergernis betrof de audio-versie, ingelezen door de Engelse stem-acteur Rupert Degas. Zo geweldig als ik hem vond in A Wild Sheep Chase, zo ergerlijk vond ik hem af en toe in The Wind-up Bird Chronicle. Naarmate de lijvige roman vordert en er zich meer personages aandienen, begint Degas zich meer en meer te bedienen van ergerlijke stemmetjes. Zo komen in het laatste deel van de roman een aantal hoofdstukken voor, die brieven zijn van het buurmeisje May Kasahara. Op den duur slaakte ik een zucht van teleurstelling wanneer zo'n hoofdstuk begon, wetende wat voor een karikatuur Degas van dit tienermeisje maakte. En dat is maar één van de voorbeelden waarbij Degas sommige personages tot enerverende karikaturen herleidde.

Hoewel het verre van de schuld van Murakami is dat deze roman me minder kon boeien, is het sowieso niet slecht om voor even afscheid te nemen van de magisch-realistische wereld van de grootmeester. Om er later ongetwijfeld wederom volop in te duiken.

Geen opmerkingen: