16 juli 2016

Arnon Grunberg : De asielzoeker

"Niets minder dan een meesterwerk". Dit citaat uit een review van Het Parool over de roman "De asielzoeker" (2003) van Arnon Grunberg prijkt op de cover van mijn exemplaar (achttiende druk). Blurbs & covers hebben nogal eens de neiging om te overdrijven. Boeken moeten immers aan de man gebracht worden. Dit soort van citaten zijn dan ook voor romans wat prikkelende foto's van bikini-babes voor tentfuif-affiches zijn : lokkertjes. Maar toen ik sprakeloos de laatste pagina van deze verbluffende roman dichtsloeg, kon ik dit citaat alleen maar bevestigen.

Na eerder 'Blauwe Maandagen' (1994), 'Figuranten' (1997) en 'Fantoompijn' (2000) te hebben gelezen, dacht ik een goede grip te hebben op de stijl en de verhaaltrant van Grunberg. Maar in 'De asielzoeker' tapt Grunberg uit een harder en cynischer vat. De lichtjes relativerende, humoristische ondertoon is verdwenen. Het centrale personage kleedt zich tot op het bot uit en analyseert zich ten gronde, zonder vergoelijking of relativering.

Dat hoofdpersonage is Christian Beck, ooit een beloftevol schrijver maar thans vertaler van gebruiksaanwijzigingen. Hij leeft al vele jaren samen met zijn vaste vriendin, bijgenaamd 'Vogel'. Eerst in Eilat, in het zuiden van Israël, waar zijn vriendin aan research deed. Nu in de Zuid-Duitse universiteitsstad Göttingen. Beck beschouwt zich als een 'ontmaskeraar' van illusies en koestert dan ook zelf geen enkele illusie meer. Vogel takelt langzaam maar zeker af door een terminale ziekte. Op een dag brengt ze een asielzoeker mee naar huis en kondigt ze aan met die man te willen huwen. Zo ontstaat een bizar ménage à trois, met Beck als vaste vriend en de asielzoeker als echtgenoot van de wegkwijnende Vogel. Eén van haar laatste wensen is het bijwonen van een cursus geitenkaas-maken. En zo trekt het trio naar een afgelegen boerderij in Frankrijk.

De relatie tussen Beck en Vogel is altijd raar geweest : Beck denkt vaak terug aan zijn lotgevallen in een door hem bijna dagelijks bezocht bordeel in Eilat, terwijl Vogel altijd al een voorkeur heeft gehad voor outcasts, mismaakten, sukkelaars. Ooit mishandelde Beck in zijn vaste bordeel een hoertje. Ooit schreef hij een kortverhaal over een aanslag in het bekende Amsterdamse bordeel Yab Yum. Twee feiten die hem vele jaren later zullen achtervolgen wanneer daadwerkelijk een aanslag wordt gepleegd in dit bekende huis van plezier.

De titel van de roman is misschien een tikje ongelukkig gekozen. Het is immers niet de asielzoeker die centraal staat in deze roman : die is immers weinig meer dan een oppervlakkig bijverschijnsel, een appendix aan het leven van Beck & Vogel, een handige begeleider bij de fysieke ongemakken van Vogel tijdens haar ziekte. Het is Beck, met al zijn ontnuchterende bespiegelingen, die de hoofdtoon voert en de lezer regelmatig midscheeps raakt met zijn nuchtere cynisme en bij wiens monde Grunberg van bij de aanvang van de roman de lezer bij de keel grijpt.

Na de recente aanslag in Nice moest ik onmiddellijk terugdenken aan de volgende bespiegeling van Beck (wanneer hij door een journalist ervan beschuldigd wordt dat hij met zijn Yab Yum-kortverhaal de aanslag-pleger op ideeën heeft gebracht) : "Geweld wordt gekopieerd, want het is voor velen de enige manier om uit de anonimiteit te treden, om niet langer, al duurt het ook maar even, onzichtbaar te zijn. Dat is een reflex die wij onszelf hebben aangeleerd, al was het maar omdat we niets zo serieus nemen als geweld. Strategisch uitgevoerd geweld. Goed, mode nemen we ook wel serieus, en zangkunst. Maar dat is weer niet voor iedereen weggelegd, mode en zangkunst. Het is niet meer dan logisch dat mensen zich aangetrokken voelen door het succes van geweld en vernietiging. Het is namelijk de grootste successtory uit onze geschiedenis, de enige ook die werkelijk over een lange adem beschikt, die niet opgeeft maar doorgaat. En iedereen kan erover beschikken, geweld is het meest democratische middel om de illusie te voelen dat je meetelt op deze wereld, dat je niet langer een object bent waarmee wordt geschoven, maar dat je handelt, en dat die handelingen ertoe doen, dat die verschil maken, dat die gezien worden, dat erop gereageerd wordt, dat je kortom serieus wordt genomen. Niet langer word je geschoven, je schuift zelf." De dader van de gruwelijke aanslag in Nice (en de daders van zoveel andere aanslagen) bekroop deze onweerstaanbare drang om even geen pion te zijn in het grote menselijke schaakspel, maar om zelf de speler te zijn, om zelf eventjes mee te mogen spelen als acteurs op het grote toneel. Maar ook dat is een illusie : hun namen verdienen het om snel vergeten te worden, hun daden verdienen het om verafschuwd en veroordeeld te worden.

Christian Beck is een onvergetelijk personage. En "De asielzoeker" is écht een meesterwerk. Je wordt er niet blij van als je het leest, maar 'blij zijn' is ook vaak niet meer dan een illusie, gevoed door sociale media die ons met nog meer blije illusies overspoelt.

Geen opmerkingen: