31 december 2016

Audiobook 14 - 20 : Harry Potter

Het voorbije half jaar vertoefde ik tijdens mijn auto-verplaatsingen in het gezelschap van de overbekende tovenaar-leerling Harry Potter, een creatie van J.K. Rowling. Mijn auto transformeerde in zijn Nimbus 2000-bezemsteel, mijn versnellingspook in een toverstokje met een kern van een feniks-veer. En menig irriterende mede-weggebruikers kreeg regelmatig een expelliarmus- of cruciatus-vloek te horen, als ware hij/zij de nieuwe Voldemort. Vermits ik zelfs de films nog niet gezien had en dus weinig of niets wist over Potter & Co, kon ik onbevangen de sorting hat opzetten en me als muggle vrank en vrij onderdompelen in de wizarding world. Ik beluisterde de audioboeken in de versies die ingelezen werden door de onvergelijkbare Stephen Fry.












Normaliter sta ik vrij sceptisch tegenover dit soort van franchises. En toen ten tijde van de publicatie van alweer een nieuw Potter-boek op het nieuws telkenmale beelden verschenen van lange rijen fans die - als waren ze onder de invloed van de imperius-vloek - bij de boekhandel stonden aan te schuiven, trok ik meewarig een wenkbrauw op. De hele Potter-zwik legde Rowling en uitgeverij Bloomsbury geen windeieren, voldoende om te kunnen concurreren met de door kobolden beheerde Gringotts Wizarding Bank. De films volgden al snel in het kielzog van de zeven romans, net zoals een resem speelgoed, gadgets en games waar Studio 100 nog een puntje aan kan zuigen. En de laatste tijd heeft de geldmachine nog een tandje bijgestoken. Het toneelstuk Harry Potter and the Cursed Child verscheen dit jaar in boekvorm en het spin off-boekje Fantastic Beasts and Where to Find Them (2001) werd dit jaar verfilmd. Het is dus vrij gemakkelijk om de hele Potter-industrie af te doen als een magische steen der wijzen, die alles in goud verandert.









Maar dat is te kort door de bocht en ik kom bij deze dan ook officieel uit de kast als een Potter-fan. Het universum dat J.K. Rowling geschapen heeft rondom de tovenaar-school Hogwarts en diens bonte pleiade aan personages - allen verwikkeld in een harde strijd van kwaad versus goed - raakt de juiste snaar. Ach, natuurlijk zijn sommige plot-ontwikkelingen een beetje van de pot gerukt en worden te pas en te onpas toverspreuken als een deus ex machina opgevoerd, maar een kniesoor die daarom maalt. En literatuur-critici zeggen wellicht volkomen terecht dat de boeken nu niet meteen als wereldliteratuur bestempeld mogen worden. Daarvoor is het taalgebruik niet avontuurlijk genoeg, de dialogen vrij knullig, de ontwikkeling van sommige personages nogal ééndimensionaal en de boodschap van goed versus kwaad een tikje te zeemzoet en weinig origineel. Om uit een kritisch artikel te citeren, wat het misschien nog het beste samenvat : "To say that the Potter books are not great literature is not an argument against reading them : it is only an argument against the misconception that they are great. Because a book is only good and not great is not a reason for not reading it : it is only a reason for not misconstruing its place. In some sense, there is no arguing with success. There is something to be said for the argument that J.K. Rowling's creation must have something to it for it to have been so successful. In fact, she spins an exciting yarn. As good books go, they are pretty good good books."


















Talloze artikels fileren de Potter-boeken tot op het bot. Maar dergelijke analyses verzanden al snel in kapotmakend cynisme. Want hoewel de kritiek in grote mate terecht is, kun je de saga maar best ondergaan als een vermakelijk ritje in een achtbaan. Zelfs de kritische geest in mij ging uiteindelijk genadeloos voor de bijl. Na de kinderlijke onschuld van de eerste boeken, was ik waarlijk ontdaan door het plotse noodlot dat Cedric Diggory overkwam in The Goblet of Fire. Vanaf dat ogenblik was het gedaan met de spielerei. Het kwade zou nog meer slachtoffers opeisen en her en der waren zelfs seksuele connotaties niet van de lucht. De tiener-verliefdheden van de jonge protagonisten versus de onmiskenbare seksuele spanning tussen Voldemort en zijn dominatrix-achtige superfan Bellatrix Lestrange. En dat het goede uiteindelijk zegeviert op het kwade, wie kan daar iets op tegen hebben ? Er is al genoeg ellende in de wereld. De mensheid heeft nood aan af en toe een beetje lumos om de duisternis te verdrijven. Niet dat Potter zelf daar nog wakker van ligt : hij heeft immers de roodharige furie Ginny Weasley aan zijn toverstok kunnen rijgen. Met een tikje weemoed beluisterde ik de laatste epiloog, in het besef dat daarmee het doek viel over een leuke rit. Expecto patronum nog aan toe !

Geen opmerkingen: