De Roovers : "Alcestis - goat song" (Warande Kuub - 22.02.2006)
Het antwerpse theatergezelschap De Roovers bewerkte het stuk 'Alcestis' van Euripides, geschreven omstreeks 438 voor Christus en één van zijn meest omstreden werken. De premisse van het stuk is de volgende mythe : Admetos is een jonge koning aan wie werd voorspeld dat hij jong zal sterven. De man ziet dat echter niet zitten en krijgt van Apollo de volgende kans : hij mag blijven leven als hij iemand vindt die zijn plaats wil innemen om te sterven. Iedereen weigert (zelfs zijn eigen ouders), behalve zijn echtgenote, Alcestis. En zo geschiedde : Alcestis sterft en Admetos blijft leven, van binnen verscheurd door dit immense offer van zijn grote liefde. Totdat zijn goede vriend Hercules opdaagt : deze kan het verdriet van zijn vriend Admetos niet aanzien en daalt af naar de onderwereld om Alcestis terug te halen.
De Roovers baseerden zich voor hun bewerking niet op de originele tekst van Euripides, maar op de versie die de engelse dichter Ted Hughes maakte en die in 1999 werd gepubliceerd, een jaar na diens dood. En de man wist waarover hij schreef toen hij Alcestis bewerkte : in 1963 pleegde zijn toenmalige echtgenote (de dichteres Sylvia Plath) zelfmoord. Deze zelfmoord werd lange tijd aan Hughes verweten (hij had toen een relatie met een andere vrouw). Tot het einde van zijn leven zou zijn poëzie erop gericht zijn om in het reine te komen met deze tragedie. De parallel met koning Admetos is dus niet ver te zoeken. Bernard Dewulf vertaalde het werk van Hughes in opdracht van de Roovers.
Het decor is zeer basic : bruine doeken vormen de contouren van het podium. In het midden zweeft een glazen vierkante plaat van ongeveer 2 vierkante meter boven de grond, opgehangen aan vier stalen kabels. Het stuk begint brutaal : een jonge vrouw wordt helemaal uitgekleed en gewassen. Vervolgens rolt ze zich in een hoop aarde. Met deze aarde aan haar naakte lichaam gekleeft, beeldt ze de dood uit die het lichaam van Alcestis claimt. De vijf acteurs spelen overigens allemaal een dubbelrol : ofwel maken ze deel uit van het koor (dat in de griekse tragedies de rol vervulde van commentator), ofwel spelen ze het personage zelf (Admetos/Alcestis/vader van Admetos/huismeid/Hercules). In hun functie van 'koor' staan ze ergens aan de rand van het podium, sober gekleed, emotieloos commentaar gevend. In hun functie van 'personage' staan ze op of nabij de centrale glazen plaat, met opzichtige kledij, overlopend van emotie en met stijve, theatrale gebaren.
Het stuk duurde ongeveer anderhalf uur maar verveelde geen moment. De vondst van de centrale glasplaat (soms vel verlicht) als plaats van het drama, werkte geweldig. En voor de licht komische noot zorgde de brullende en brutale Hercules. De manier waarop acteur Luc Nuyens de beroemde twaalf werken van Hercules uitbeeldde met gebruik (of misbruik) van de huismeid, was gewoonweg hilarisch. De Roovers bewijzen met Alcestis hoe tijdloos de oude griekse tragedies waren door ze te herleiden tot hun essentie (in tegenstelling tot het gezelschap Toneelgroep Amsterdam, dat keer op keer de clou mist en oervervelende adaptaties op de planken brengt). Zeer sterk !
De Roovers
2 opmerkingen:
Bart De Roovers ?
Haha ! Die heeft ooit ook veel theater gespeeld op de belgische voetbalvelden ...
Een reactie posten