16 augustus 2006

A man of no importance

Regie : Suri Krishnamma (1994)

Dublin, 1963. Alfie Byrne, een eeuwige vrijgezel en stiekeme homoseksueel van middelbare leeftijd, controleert bustickets en trakteert zijn passagiers hierbij op stukjes poëzie en literatuur. De bus is zijn theaterpodium. Vooral het werk van Oscar Wilde komt aan bod en Alfie droomt ervan om ooit het theaterstuk Salome van Wilde op de planken te brengen. Wanneer op een dag een mooie jongevrouw de bus neemt, meent Alfie zijn hoofdactrice gevonden te hebben. Hij tracht ook zijn jonge collega/buschauffeur - voor wie hij een platonische liefde koestert - te overhalen om mee te spelen. De repetities voor het stuk nemen een aanvang in de lokale kerk, maar de conservatieve zus van Alfie en de al even conservatieve hoofdacteur (tevens lokale slager) plaatsen vraagtekens bij de nogal aangebrande inhoud van het stuk. Wanneer de hoofdactrice zwanger blijkt te zijn en wanneer Alfie besluit om eindelijk zijn seksuele geaardheid te uiten, lijkt de productie van het stuk nog onmogelijk doorgang te kunnen vinden. Het ultra-katholieke Dublin van begin jaren zestig is er niet klaar voor ...

Regisseur Krishnamma is voor mij een nobele onbekende. Uit opzoekwerk blijkt dat hij voornamelijk zijn sporen heeft verdiend met tv-producties. De man mag dan ook van geluk spreken dat hij Albert Finney heeft weten te strikken voor de hoofdrol. Want laten we wel wezen : 'a man of no importance' wordt volledig gedragen door klasseacteur Finney. Ook Michael Gambon is zeer te pruimen in zijn bijrol als de conservatieve slager.

Maar toch zijn er de nodige bedenkingen te maken bij deze vrijblijvende milieuschets. Door de actie in Dublin te plaatsen, hebben de acteurs zich allen een Iers accent moeten aanmeten en dat gaat niet alle acteurs even vlotjes af (ik heb de film zonder ondertitels bekeken en dat was een serieuze inspanning). Bovendien kun je je afvragen of de homo-gemeenschap gediend is bij de zoveelste verwijzing naar Oscar Wilde en bij het zoveelste portret van een triestige man van middelbare leeftijd die worstelt met zijn seksuele identiteit. Voeg daar nog het op de keper beschouwd nogal magere scenario en ongeloofwaardige slot aan toe, en het mag weinig verwondering wekken dat de film niet al te veel aandacht kreeg. Het is volledig aan Finney te danken dat de film toch nog zijn waarde heeft.

In dezelfde invloedsfeer zijn Wilde (Brian Gilbert, 1997 met Stephen Fry als Oscar Wilde) en Love is the devil : study for a portrait of Francis Bacon (John Maybury, 1998 met Derek Jacobi als Bacon) veel betere aanraders.

Geen opmerkingen: