The Lemonheads (AB - 26.10.2006)
Van eind jaren '80 t.e.m. begin jaren '90 regen The Lemonheads onder leiding van boegbeeld Evan Dando een aantal mooie indie-platen aaneen. Het begon in 1987 met Hate your friend en leek te eindigen in 1996 met Car button cloth. In die tien wilde jaren kwam Dando willens nillens in het oog van een mediastorm terecht en werd hij de gedroomde posterboy voor alle slacker-bakvissen ter wereld. People's magazine riep hem uit tot één van de meest sexy mensen op de planeet en menig fotomodel kroop bij Dando in bed. Tussendoor hield Dando ook nog eens op zijn eentje de cocaïne-export van Colombia in stand. Alle rockclichés in één persoon dus.
In 1997 werden The Lemonheads door Dando ontmanteld. Na verloop van tijd ging hij met wisselend succes solo de boer op (met zijn album Baby I'm bored uit 2003), nog steeds in een constant gevecht met de drank- en drugsdemonen. In 2004 gaat hij als leadzanger op tournee met de legendarische rockband MC5 en blijkbaar krijgt de rockmicrobe hem weer te pakken. Met behulp van drummer Bill Stevenson (ex Black Flag en Descendents) en bassist Karl Alvarez (ex Descendents) duikt hij de studio in om voor het eerst in tien jaar opnieuw een Lemonheads-album in te blikken. Het is een titelloos album geworden dat eerder dit jaar zonder al te veel poeha verscheen. Hoewel de meeste songs niet van de hand van Dando zijn, lijkt na de eerste beluistering de tijd gewoon stilgestaan te hebben. In tijden waarin postrock en altcountry het hoge woord voeren en waarin melodische indie-rock nauwelijks meer is dan voer voor nostalgici, durven Dando & co het toch aan om een plaat uit te brengen met korte indie-songs. Het mag dan geen aardverschuivend meesterwerk geworden zijn, het getuigt toch van oprechte liefde voor het indie-genre. En dat kan ik enkel maar toejuichen.
Het viel natuurlijk af te wachten in welke mate Dando op een podium overeind zou blijven (en dat valt letterlijk te nemen : het zou niet de eerste keer zijn dat Dando ladderzat of apestoned er bitter weinig van bakt). Maar het werd al snel duidelijk : we were in for a f*cking treat !
Vijftien jaar geleden zou de grote zaal van de AB tot de nok gevuld geweest zijn met van lust druppende pubermeisjes. Ditmaal was de AB-box redelijk gevuld met voornamelijk weemoedige dertigers die eerder voor de muziek kwamen, dan voor de naam 'Dando'. Hoewel duidelijk getekend door twee decennia vol drank & drugs, kwam een ontspannen Dando ogenschijnlijk clean aan de start en zette meteen de beuk erin met het vinnige Down about it. Tijdens dit openingsnummer schortte er nog één en ander aan het geluid, maar dat euvel was gelukkig al snel verholpen en de oer-rockbezetting (gitaar/bas/drums) klonk na een tweetal nummers perfect gesmeerd.
In een enorm strak tempo werden de drie-minuten-songs op het publiek losgelaten. Tussen de nummers door werd er hoogstens enkele seconden de tijd genomen om een vriendelijk thank you very much in de micro te murmelen of om een gitaarwissel te ondernemen. Maar dat duurde hoogstens enkele tellen. Geen gepiel aan de instrumenten of eindeloos gewauwel. Gewoon retestrak rocken. Geen adempauze gunnen aan het publiek. Ik noem in willekeurige volgorde enkele nummers : great big no, one more time, become the enemy, drug buddy, it's a shame about Ray, confetti, rockin' stroll, Alison's starting to happen ...
Na goed drie kwartier bleef Dando alleen over op het podium voor een solo-medley op accoustische gitaar. Ik kan het niet anders dan als een medley omschrijven want de songs werden zo snel achter elkaar gespeeld dat er zelfs geen ruimte tussenzat. Een vloeiend en bloedmooi stukje accoustische muziek. Mooie versies van ride with me en being around. Een zeer intieme versie van into your arms deed bij iedereen de nekharen rechtstaan, maar helaas knapte er al vroeg in het nummer een snaar op 's mans met stickers volgeplakte gitaar. Geen nood, snel de twee comrades in arms terug op podium geroepen voor nog maar eens twee klassiekers (If I could talk I'd tell you en Big gay heart). Exit The Lemonheads.
Maar Dando had nog iets goed te maken. Een nieuw accoustisch setje met ditmaal een technisch feilloze versie van Into your arms. Nog twee songs met de volledige band (rudderless en different drum) en het publiek had zo'n 75 minuten genoten van indie-rock zoals het hoort : lekker snel gespeelde nummers met een mooie mix van fuzz en melancholie. Het is wellicht te vroeg om te spreken van een wederopstanding van Dando (daarvoor zal hij moeten bewijzen dat hij werkelijk clean kan blijven), maar dit optreden benaderde de perfectie als het op melancho-indie-fuzz aankomt.
Wederom een kandidaat om het eindejaarslijstje van 2006 te halen.
1 opmerking:
Ex-descendents, maar beiden zijn vooral ook ex-ALL !
Een reactie posten