09 februari 2007

Irréversible

Regie/scenario : Gaspar Noé (2002)

Na een idyllische ochtend vol liefde en romantiek vertrekken het koppel Marcus (Vincent Cassel) en Alex (Monica Bellucci) samen met Pierre (Albert Dupontel), de vroegere vriend van Alex, naar een feestje. Na een ruzie met Marcus vertrekt Alex alleen naar huis en wordt ze zeer brutaal verkracht en gemolesteerd in een ondergrondse metro-passage. Marcus en Pierre zijn er toevallig getuige van hoe ze in een ambulance wordt geladen. De twee zijn furieus en gaan op zoek naar de dader. Het wordt een wilde zoektocht die eindigt in de homo-club Rectum. Er worden zeer rake klappen uitgedeeld ...

Deze film was zonder enige twijfel de meest controversiële die op het filmfestival van Cannes editie 2002 werd vertoond. De franse DVD-release vermeldt overigens dat van de 2400 mensen, die de film in Cannes bekeken, er ongeveer 200 voortijdig de zaal verlieten. Handig bekeken om hierop in te spelen, want controverse verkoopt altijd beter.

En aan controverse geen gebrek in deze uitermate schokkende film, die daarom zowel rabiate tegenstanders onder haar rangen telt, als fervente aanhangers. Alles hangt af van de accenten die je legt bij het bekijken ervan.

Ten eerste is er de manier waarop het verhaal wordt verteld : achterstevoren. De film 'begint' met de eindcredits die naar omhoog rollen, met vervolgens een korte introductiescène (een dialoog tussen twee mannen waarbij het leitmotiv van de film naar voren komt : 'le temps détruit tout'), waarna we zien hoe een gewonde Marcus wordt afgevoerd met een ambulance. De rest van de film is een aaneenschakeling van scènes die achtereenvolgens het verhaal vertellen van de eraan voorafgaande gebeurtenis. De vechtpartij in homoclub Rectum zit dus vooraan in de film, de ochtendlijke idylle helemaal achteraan. Tegenstanders van de film doen deze verhaaltrant af als niet meer dan een goedkope gimmick, maar hier kan ik het niet mee eens zijn. Deze manier van vertellen zit knap in elkaar en versterkt de emoties die je ervaart tijdens de brutale eerste helft van de film.

De meest besproken scène van de film is ongetwijfeld de verkrachtingsscène, in één continue take opgenomen. Deze ongemeen brutale scène duurt zo'n tiental minuten en is zonder enige twijfel één van de hardste scènes die ooit in een mainstream-film werden vertoond. Er werden over de loop van twee nachten in totaal een zestal takes van opgenomen, waarbij aan de twee acteurs (Monica Bellucci en Jo Prestia) volledige vrijheid werd gegeven. Geen scriptverplichtingen of vooraf opgelegde dialogen, maar pure improvisatie, met als enige grens voor de acteurs de lengte van de take. Bellucci verklaarde achteraf dat de eerste take voor haar de gemakkelijkste was, omdat ze toen nog niet echt wist wat er ging komen ... Ik kan perfect begrijpen waarom sommige mensen deze scène té hard vinden. Maar hierin moet ik Noé bijtreden : verkrachting is nu éénmaal geen lachtertje, dus er is geen enkele reden om de waarheid te verbloemen. Men kan zich wel afvragen waarom het persé een anale verkrachting moet zijn en waarom de scène zolang moet duren.

De meest indrukwekkende scène is in mijn ogen de zoektocht in homoclub Rectum. Door het nauwkeurig georchestreerde maar misselijkmakende cameragebruik, in combinatie met de zeer efficiënte soundtrack, word je als kijker meegezogen in een afdaling naar Dante's Inferno. Een zeer knap staaltje filmtechniek dat in schril contrast staat met het serene camerawerk op het einde van de film (de ochtendscène met het verliefde koppel Cassel/Bellucci, die overigens ten tijde van de opnames effectief een koppel waren). Tijdens de delirische trip doorheen de SM-club Rectum werd aan de soundtrack een achtergrondgeluid van lage frequentie toegevoegd dat lijkt op het geluid van een aardbeving, met als uitdrukkelijke bedoeling om de kijker te doen duizelen.

De meeste moeite had ik niet zozeer met de harde scènes (wat misschien meer over mezelf zegt dan over de film ...), maar wel met het pseudo-filosofische laagje dat Noé aan zijn prent wil meegeven. Het leitmotiv van de film ("Le temps détruit tout") wordt opgevoerd als een pessimistische fatum-invulling. De Tijd vernietigt alles op onomkeerbare wijze, en de enige manier waarop de mens dit besef kan overleven, is het feit dat hij in het ongewisse blijft van zijn toekomst. Noé dweept openlijk met de filosofische ondertoon van Kubrick's 2001 : a space odyssey, maar in zijn drang om de realiteit zo grauw en zo hard mogelijk voor te stellen, vergeet Noé zijn boodschap, die hij dan maar eenvoudigweg verpakt als een openend haakje aan het begin van de film en een sluitend haakje aan het einde.

Het is te gemakkelijk om de film af te doen als een goedkope schok-effectenjager. Daarvoor toont de film teveel momenten van geniale cameravoering en verhaalstructuur. Maar door aan de film een levensbeschouwelijke wijsheid te willen meegeven, ondermijnt Noé ironisch genoeg zijn film, waardoor je als kijker achterblijft met een onbehaaglijk gevoel alsof je naar een hoop gebakken lucht hebt gekeken. Men mag van een intelligente kijker verwachten dat hij zijn eigen conclusies trekt, zonder dat hij daar een voorgekauwde slagzin ('le temps détruit tout') of onverbloemde referenties (2001 : a space odyssey en het boek 'The experiment with time' van J.W. Dunne) voor nodig heeft.

Ondanks mijn randbemerkingen meen ik toch dat Irréversible verplichte kost zou moeten zijn voor iedereen die cinema beschouwt als meer dan het vertellen van een verhaaltje. Maar als je op zoek bent naar een romantische knuffelfilm op Valentijnsdag, dan is het niet meteen een aanrader.

Website Irréversible

Geen opmerkingen: