26 juni 2007

Modest Mouse (AB - 25.06.2007)

Met veel spanning uitgekeken naar dit concert in een uitverkochte ABbox, want ik ben op korte tijd nogal verslingerd geraakt aan de twee laatste platen van de Amerikaanse indie-band Modest Mouse (met dank aan RAf) : Good news for people who love bad news (Epic, 2003) en het recente We were dead before the ship even sank (Epic, 2007). Het feit dat niemand minder dan voormalig Smiths-gitarist Johnny Marr de band vorig jaar vervoegde, is natuurlijk een immense troef.

Met een kwartiertje vertraging verscheen de band op het podium met een zeskoppige bezetting. Leadzanger/songschrijver/gitarist Isaac Brock (centraal op de foto) was duidelijk geïntoxiceerd (de man kampt blijkbaar met heel wat drug- en andere issues. Zo kwam ik in de The Daily Texan het volgende artikeltje tegen : "On March 18, while performing on stage, Modest Mouse frontman Isaac Brock whipped out a small knife and began to slash himself violently across the chest until a roadie wrenched the blade away from him. Brock continued to perform, bloodied and dazed. The Modest Mouse crooner has also had his fair share of run-ins with the law, including attempted murder charges and DWIs.") De man is verre van een onbeschreven blad en kreeg amper een tiental dagen geleden tijdens een concert in Groot-Brittannië nog een fles tegen zijn linkeroog, wat aan Pitchfork de volgende quote ontlokte : "When Isaac Brock isn't subjecting his own body to physical harm, it seems someone else is ..."

De intoxicatie van Brock had geen al te beste invloed op de aanvang van het concert : na een quasi onverstaanbaar welkomswoord van Brock trok het concert aarzelend op gang. Hoewel de kwaliteit van sommige songs buiten kijf staat, geeft het geheel een makke en doffe indruk. De dubbele bezetting op drums voegt weinig toe aan het geheel en ironisch genoeg is het vooral Johnny Marr die de meest frisse indruk maakt. Ergens halfweg een nummer legt Brock het concert stil om opnieuw een bijna onverstaanbare speech af te steken (blijkbaar tegen een paar jongens in het publiek die naar zijn mening te onhoffelijk dansten en hierbij één of ander meiske hinderden).

Wel interessant om in het oog te houden : het wisselende instrumentarium en de wisselende bezetting van de band. Brock hanteert soms een electrische gitaar, soms een banjo. Het samenspel van de twee drummers (drummer Jeremiah Green en percussionist Joe Plummer) wordt sterker naarmate de set vordert. Tom Peloso speelt basgitaar tijdens de meeste nummers maar verdwijnt soms van het podium wanneer toetsenist/trompettist Eric Judy de basgitaar ter hand neemt. Ook werd Peloso tijdens één nummer vervangen door één van de roadies die accoustische gitaar speelde. Constant veranderingen dus op het podium en dat was ook nodig om de complexiteit van sommige nummers goed over te laten komen.

Live kwamen trouwens vooral de nummers van het vorige album (Good news ...) het best uit de verf (Float on, Bury me with it, Bukowski, Satin in a coffin), hoewel natuurlijk de meest aandacht uitging naar de recente plaat (met o.a. het flukse Dashboard, Fire it up, Florida, het aangrijpende Parting of the sensory, het wat mindere We've got everything, Fly trapped in a jar, het hippe Education waarbij Brock vocaal nogal in de mist ging, het mooie Little motel).

Na een aarzelend begin herrees de band plots als een feniks uit het vuur en stond Brock - als ware hij een dronken Lazarus - op uit de doden. In een werkelijk fantastisch nummer (ik ken helaas niet de titel van het nummer) dreef Brock zijn band tot het uiterste. De twee drummers vulden elkaar nu wel perfect aan en voor de gelegenheid onderhielden zowel Peloso als Judy een strak basritme, aangevuld met de zeer scherpe gitaarakkoorden van Marr. Een schitterende trip die me constant deed denken aan het beste wat P.I.L. ooit op vinyl zette. Brock spuugde de lyrics in de twee microfoons, herleidde al de microfoonstandaards tot een hoopje schroot en begaf zich tussen het publiek terwijl hij bleef brullen in zijn gitaarelement. Het nummer leek ten einde te komen, maar nog bleef Brock zijn troepen aanvuren om het offensief levend te houden, ook al kon het publiek nauwelijks nog iets verstaan van wat Brock in de gemolesteerde micro's brulde. Het nummer duurde zeker ruim tien minuten en was heerlijk om gade te slaan. Zo zorgde Modest Mouse in extremis toch voor een flinke portie muzikaal genot.

De bisronde liet ruim vijf minuten op zich wachten omdat de roadies heel wat werk hadden om opnieuw ietwat orde in de ontstane chaos te scheppen. En maar goed dat de roadies één en ander wisten te herstellen, want als uitsmijter kreeg het publiek een geweldige versie van Spitting venom te horen. Een geweldig nummer dat als een kaakslag aankomt en met de simpele trompet-riedel als kippevel-generator. Het onevenwichtige (maar op enkele momenten toch geniale) concert klokte af op pakweg 1 uur en 40 minuten (inclusief speeches van Brock en herstellingen door de roadies).

Ik hoop van harte dat Brock niet tenonder gaat aan zijn innerlijke demonen (die hij volop voedt met drugs en booze), want dat de man schitterende songs uit zijn mouw kan schudden staat als de spreekwoordelijke paal boven water. En Johnny Marr is een heerser !

3 opmerkingen:

RAf zei

Spitting Venom live is inderdaad een ware trip !
Werp je ook eens op hun vroeger werk Peter. Ook zeer de moeite !

Keust zei

Ipv eerst nog eens iets op uwen eigen blog te schrijven, RAf ! ;-)

Anoniem zei

Het lang uitgesponnen nummer was "Thiny Cities Made of Ashes". Eén van mijn lievelingsnummers.

De setlist kan je vinden op mijn blog, het is de originele want ik heb hem van Felix, die hem van het podium geplukt heeft na het optreden.

http://gerdernissen.wordpress.com/2007/06/26/uitbundig-concert-van-bescheiden-muizen/