17 juli 2007

Rock Herk (14.07.2007)

Het was weer gezellig vertoeven in het stedelijk park 'Olmenhof' in Herk-de-Stad waar naar goede gewoonte het gratis festival Rock Herk plaatsvond. Een aangenaam zomerzonnetje, een pleiade aan dronken inboorlingen (waarvan er één gezegend was met één van de meest aanstekelijke lachsalvo's die ik ooit hoorde) én uiteraard de nodige muziek maakten het tot een gezellige dag.

Hoewel deze editie bij mij persoonlijk zeker niet zal ingaan als een historisch sterke Rock Herk, viel er toch wel wat muzikaal genot te proeven. We waren nog net op tijd om het einde mee te maken van de set van de Limburgse rockers van El Guapo Stuntteam. Bijna een thuismatch voor deze heren. Het reeds talrijk opgekomen publiek kon het wel smaken. Ik ook trouwens.

Al vroeg in de namiddag was het tijd voor de oude knarren van NOmeansno. Wat een heersers ! Bassist Rob en diens broer (drummer John Wright) lieten zien wat rocken was. Gitarist Andy Kerr is het derde lid van deze Canadese band die al in de jaren '70 het levenslicht zag. Grijsaard John zat achter zijn drumstel, dat schrijlings rechts op het podium opgesteld stond, in ontbloot - en allesbehalve strak - bovenlijf, gekleed in een hawaiaanse bloemenshort en witte sokken. Voldoende voor de fashion-police om hem op de bon te zwieren, maar uiterlijk imago lapte John duidelijk aan zijn laars. Wat hij echter op de drums liet zien, was niet minder dan absolute topklasse. Ook met de basloops en zanglijnen van Rob Wright was niks mis. Hoekige en lang uitgesponnen nummers, constant voortgedreven door de strakke ritme-sectie. Een technische panne bij bassist Rob werd op hilarische wijze opgevangen : Andy en John zongen een kinderliedje over tien vingers. Bij een andere band zou dit belachelijk overkomen, bij NOmeansno pastte het perfect in het plaatje. En toen de technische troubles nog een vervolg kregen (de gitaarriem van Rob schoot los), stelde die zich de vraag : "Is my ex-wife in the audience ?" Een niet alleen zeer entertainend maar ook muzikaal zeer sterk optreden. Terecht viel dan ook op de shirts van NOmeansno te lezen : "old is the new young", een adagium dat ik enkel maar kan bijtreden !

Na zo'n vroeg hoogtepunt bleek het voor de volgende bands moeilijk te zijn om bij ons evenveel enthousiasme op te wekken. De Californische emo-punkrockers van Strung Out konden welgeteld een tiental minuten onze aandacht gaande houden. Cliché na cliché na cliché ... Ook de witte broek van zanger Jason Cruz hielp niet. Drummer Jordan Burnz zou volgens Drum Magazine één van de beste drummers ter wereld zijn - en wie ben ik om dat te bewisten - maar vandaag reikte hij slechts tot aan de enkels van John Wright.

Een band die wél onze aandacht gaande kon houden gedurende een volledige set, was het trio The Thermals uit Portland, Oregon. Zowel de stem van zanger/gitarist Hutch Harris als de songs deden me sterk aan Placebo denken. Een fris gespeelde set vol overgave met enkele nummers als uitschieters, maar helaas werd bij het merendeels van de nummers uit hetzelfde vaatje getapt. Leuke band zonder meer.

De schrille stem van piano-tiest en Windmill-zanger Matthew Dillon noopte al snel tot een nieuw bezoek aan de plaatselijke bier- en frietstanden dus deze kelk lieten wij aan ons voorbij gaan. Op tijd terug op post voor het concert van 65 Days of Static. Deze prog-electro-postrockers uit Sheffield konden me vorig jaar op Pukkelpop uitermate bekoren. Een ijzersterke set was toen ons deel. Dit niveau werd vandaag niet opnieuw gehaald. De overgave was er wel maar ik werd nauwelijks meegezogen in de explosieve draaikolken, eigen aan het postrock-genre. Een degelijke set, maar niet even energiek als bij de twee vorige gelegenheden dat ik de band zag. En uiteraard liet postrock-hater Kris geen gelegenheid onbenut om kond te doen van zijn afkeer van het genre ...

Over Pukkelpop gesproken : vorig jaar trad het Londense Archie Bronson Outfit op als opener in de Marquee. Op dit onchristelijk vroege uur waren we helaas slechts op tijd om het sterke laatste nummer van de set mee te maken. Dat smeekte dus om een herkansing, die we vandaag kregen. Helaas werden de muzikale verwezenlijkingen van dit avontuurlijke bluesrock-trio aanvankelijk vakkundig de nek omgewrongen door hetzij technische problemen, hetzij een slapende PA-technicus. Gelukkig beterde één en ander in de loop van de set, zodat ook de capriolen van het vierde bandlid - voor de gelegenheid aan de lineup toegevoegd - beter uit de verf kwamen. Dit extra lid hield zich onledig met diverse blaasinstrumenten en beblies er regelmatig twee tigiliteit. Wat me echter vooral aan dit optreden zal heugen : het gespring van een oude dronkaard met een grote kartonnen doos op zijn kop, alsmede de grijns (en de enorme zelfgerolde sigaret) van zijn beun-achtige buddy ...

De vermoeienissen van de dag begonnen stilaan door te wegen, doch het loonde de moeite om nog de nodige aandacht te besteden aan de melancholische altrock van The National. De zalvende bariton-stem van zanger Matt Berninger is nadrukkelijk aanwezig in de songs van de laatste plaat The Boxer, die zich - met dank aan RAf - de laatste weken gemoedelijk in mijn hersenpan heeft genesteld. Er is ruime aandacht en bijval van het Herkse publiek voor dit mooie concert dat weliswaar weinig weerhaken heeft achtergelaten in mijn vel, maar dat toch meer dan degelijk was.

De rechttoe-rechtaan gitaarrock van de Nieuw-Zeelandse The Datsuns hadden na deze portie melancholie een bruisend slotakkoord moeten vormen, maar de roep van onze vermoeide benen om zo snel mogelijk plaats te kunnen nemen aan de Cahier-toog overstemde de Datsun-rock. Vreemd genoeg bleek er van de vermoeidheid - eenmaal in de Cahier aangekomen - nog maar weinig te merken. Een hilarisch feestje luidde het ochtendgloren in ... Sjamajee !

1 opmerking:

Alexander zei

Mooi verslag!