Pukkelpop dag 1 (16.08.2007)
Helaas wegens omstandigheden iets te laat op de Pukkelweide gearriveerd om het optreden van Silversun Pickups mee te maken. Dus was het de eer aan het New Yorkse Apse om de debatten te openen. Meteen een mooie opener. Bezwerende muziek met echo's van scherpe Wire-gitaren en koele PIL-basloops.
Tonnenvrachten indie-bands waren vanop de Britse Eilanden overgekomen naar Pukkelpop. Zo saai en ongeïnspireerd als de drie broers van The Cribs klonken, zo fris daarentegen stond het Schotse trio 1990s te musiceren op het club-podium. Lentefrisse en catchy songs waarvan vooral het lekker in het oor liggende 'You're supposed to be my friend' me zal bijblijven.
Uit een heel ander vaatje werd getapt door Liars, een gezelschap met roots in Australië en Los Angeles, maar met het muzikale oor gericht naar New York. Experimentele muziek met een zeer kille ondertoon die me regelmatig aan het vroege werk van Swans deed denken. Een onevenwichtige set die echter ijzersterk werd besloten met een snoeiharde noise-explosie.
Even bekomen tijdens de set van Rilo Kiley, zeer rustige altcountry uit Los Angeles. Misschien zelfs een tikkeltje té rustig en té vrijblijvend. Frontvrouw Jenny Lewis deed me regelmatig denken aan Stevie Nicks, de bekende Fleetwood Mac-heks.
Optredens die plaatsvinden op het hoofdpodium hebben dikwijls last van het feit dat de muziek wegwaait en slechts door een beperkt publiek in de voorste regionen écht geapprecieerd wordt. Parels voor de zwijnen die al brallend de ganse dag aan de biertogen op de main site parkeren. Maar sommige bands blijven er toch overeind. Zo bijvoorbeeld Editors, waarvan de sound grotendeels gebrandmerkt wordt door de zalvende en warme stem van zanger Tom Smith. Al snel wordt dan de vergelijking gemaakt met zangers zoals Ian Curtis of Ian McCullough, maar daarmee wordt Editors onrecht aangedaan. Een aantal zeer goede songs. Een soort Interpol, maar dan met een warmere gloed.
En waarom ons eens niet voor een keertje naar de dance-zone begeven ? Het zootje ongeregeld uit Brighton dat door het leven gaat onder de naam The Go! Team, aangevoerd door de zeer flexibele zangeres Ninja, was één van de meest enthousiaste bands tijdens dit Pukkelpop-weekend. Maar al dat enthousiasme en gespring en gehuppel konden nauwelijks verhullen dat één en ander muzikaal nogal mager was.
Dit in schril contrast tot het repertoire van het krankjoreme kwartet Hayseed Dixie. Hillbillie-covers van rockklassiekers met accoustische instrumenten (banjo/gitaar/mandoline/fiddle) ? Het concept klinkt als een wansmakelijke grap van een stelletje idiote rednecks, maar het optreden zou uitgroeien tot één van de hoogtepunten van het weekend. Zowel AC/DC, Black Sabbath, Aerosmith als Green Day werden door de maffe mangel gedraaid en opvallend knap uitgevoerd. Maar absolute topper was toch het lichtjes aangebrande 'Poop in a jar', hilarisch ingeleid door zanger Barley Scotch. Onvergetelijk.
Terug naar de dance hall getogen om de snedige raps van grime-uitvinder Dizzee Rascal door te slikken. Dizzee werd zeer enthousiast onthaald door een goed gevulde dance hall en vergastte zijn publiek op krachtige hiphop. Een sterk optreden dat echter helaas af en toe iets te wisselvallig was omdat Dizzee uitstapjes maakte naar jungle en oldschool-hiphop. Leuke tussendoortjes, maar ik had hem er liever één lange en donkere grime-set van horen maken. Blijft desalniettemin een heerser.
Snelsnel naar het hoofdpodium gespurt om de set van Iggy and the Stooges mee te maken. Net op tijd gearriveerd om de klassiekers I wanna be your dog en No fun mee te maken. Tijdens No fun nodigde Iggy als vanouds een hoop fans uit op het podium, met de gebruikelijke gekte tot gevolg. Helaas had echter ook deze set te lijden onder het hoofdpodium-syndroom en leek Iggy meer op een clown die zijn trucs mocht opvoeren dan op de rocklegende die hij in feite is. En natuurlijk kon deze show op geen enkel ogenblik concurreren met het verpletterende zaalconcert dat hij vorig jaar op het ATP-festival gaf. Iggy zien stomen en zweten in een relatief kleine concertzaal is nog heel wat anders dan tijdens daglicht op het hoofdpodium van een openluchtfestival.
De baanbrekende plaat Mirrored van het experimentele gezelschap Battles is de voorbije weken uitgegroeid tot één van mijn absolute favorieten en is sowieso één van dé platen van het jaar. Maar zouden de complexe sample-structuren ook live overeind blijven ? Jawadde ! Aangevoerd door de krankzinnig goede drummer John Stanier (vroeger nog bij Helmet en Tomahawk) was het publiek in de Clubtent getuige van een absoluut uniek concert : de band vergenoegde er zich niet mee om simpelweg Mirrored te brengen, maar ging daarentegen superinventief om met hun materiaal. Het is moeilijk om deze fantastische trip onder woorden te brengen. Denk aan Tortoise in een sneller jasje met stem-experimenten en een avant-garde randje. Fabuleus vijfsterren-concert. Later dit jaar nog te bewonderen in Muziekcentrum Het Depot in Leuven. Allen daarheen !!!
Waarom nogmaals naar Kaiser Chiefs kijken als er elders interessante stuff te beleven valt ? Zoals bijvoorbeeld La Coka Nostra, weggemoffeld op het skate stage. De band is opgestaan uit de asse van het ter ziele gegane House of Pain. Veel succes werd geoogst met enkele oude HOP-hits (zoals Back from the dead aangevoerd door een opvallend chubby geworden Everlast, en natuurlijk het obligate Jump around). Maar ook het nieuwe (nog te verschijnen) materiaal mocht er wezen. Korte maar hevig uitgespuugde rapsongs. Misschien een tikje gedateerd, maar het werkte wel.
Het vermoeiende hindernissenparcours (met als voornaamste hindernissen een hele resem grimbergens) deed zich stilaan gevoelen. Toch nog op de tanden gebeten om de twee laatste obstakels te overwinnen : ten eerste de Mormonen van Low. Zeer traag en ingetogen. Soms bijna ondraaglijk intiem en sober. Maar éénmaal genesteld in de wereld van het echtpaar Alan Sparhawk en Mimi Parker, wil je er niet meer uit. De wereld was voor eventjes heel mooi, ik had perfect vrede met mijzelf (en met mijn lichte vorm van intoxicatie) en wilde iedereen omarmen (of toch de vele mooie dames die de Pukkelweide bevolkten).
Deze slaap der onschuldigen werd gelukkig niet al te bruut verstoord door de Australische bende Architecture in Helsinki. Prettig gestoorde poprock, voorzien van een uitgebreid instrumentarium waarbij regelmatig van bezetting werd gewisseld. Heart it races is een zeer leuk nummer. De rest van dit optreden zal voor altijd in de nevelen van de Hasseltse nacht gehuld blijven. De laatste paar nummers van Basement Jaxx konden me gestolen worden. Dan was de intieme afterparty op de campingweide van boer Wei Klef Jean een veel aanlokkelijker vooruitzicht !
De strijd van de dag was op overtuigende wijze gewonnen door het fantastische Battles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten