Pukkelpop dag 2 (17.08.2007)
Dorpsidioot uit Parijs Nosfell was nu niet meteen een gedroomd muzikaal ontbijt. Terwijl zijn compagnon de cello bespeelde, hield zanger Nosfell zich onledig met het draaien van pirouettes en het giechelend vertellen van een soort Tolkien-achtige fantasy-fabel, deels in de zelfverzonnen taal Klokobetz. De man is waarschijnlijk al meermaals ontsnapt aan de vangnetten van de Parijse psychiatrie. Niet meer dan een curiosum.
Maar nog zwaarder op de maag viel het concert van het Leuvense Starfucker. Na een leuk openingsnummer zakte de gig volledig in elkaar, niet in het minst door de tenenkrullende interventies van zangeres Marlies. Blijven repeteren en minder zeveren !
Het Glasgowse powertrio Biffy Clyro speelde eerder dit jaar in het voorprogramma van Bloc Party in de AB, maar niemand van ons kon zich nog iets herinneren van dat optreden. Waren we er toen te laat of was het gewoonweg slecht ? Dat laatste waarschijnlijk niet, want in de Marquee trokken deze heren zich behoorlijk uit de slag. Maar helaas ging het optreden in een neerwaartse spiraal : fantastische opener, lauwe prak naar het einde toe.
Misschien viel er meer heil te verwachten van Steve Milanese, een Engelse producer/DJ die grossiert in harde jungle- en dubstep-beats. Een heel kille sound. Af en toe de perfecte soundtrack voor de grimes van Dizzee Rascal. Was wellicht beter tot zijn recht gekomen indien later op de avond geprogrammeerd.
De eenmalige uitstap naar de dance-zone was ditmaal gereserveerd voor Matthew Dear's Big Hands, een live gebrachte versie (met een echte drummer !) van de onderkoelde electro van Matthew Dear, een Texaanse techneut die vanuit Detroit zijn blieps de wereld instuurt. Wim Mertens met een beat eronder én met betere looks. Bij voorkeur met gesloten ogen te beluisteren.
Al halverwege de middag en nog net iets te weinig hoogtepunten beleefd. Maar vanaf nu zou het niveau sterk de hoogte ingaan. Om te beginnen met één van de toppers van de dag : Fujiya & Miyagi, een trio uit Brighton. Voor fans van Kraftwerk en Neu! een absolute must. Enkele poppy nummers werden afgewisseld met lang aangehouden lappen krautrock van de bovenste plank. Een heerlijke trip en één van de betere concerten van het weekend.
Ook de Britse postrockers van Fridge stelden niet teleur. Hanteren niet het klassieke postrock-concept van explosie en implosie, maar creëren een meer constante en percussieve sound. Ook zeer constant is de sound van de amper 20-jarige DJ Skream, die ondanks zijn jonge leeftijd baanbrekend werk heeft verricht in de evolutie van jungle naar dubstep. Diepe bassen en schaarse boventonen zijn de kenmerken van het genre. Er vielen in de Chateau heel wat rare dansmoves te ontwaren.
Helaas is metal meestal zeer schaars aanwezig op Pukkelpop. Maar het Amerikaanse The Black Dahlia Murder heeft het genre met opgeheven hoofd verdedigd. Een flinke portie trashmetal van het donkere soort, met zowel harde screams als diepe grunts en een massieve drummer die stevig van jetje gaf. Geen verheven kunst, maar af en doe kan het verdraaid deugd doen om je onder te dompelen in een zwart metalbad.
Terug naar de Chateau waar dubstep het genre van de dag was. Ditmaal op de planken gebracht door het producersduo van Various. In het eerste (en tevens sterkste) deel van de set werden de twee heren bijgestaan door vier gastvocalisten (twee mannen en twee vrouwen), waardoor de dreigende en afstandelijke dubstep een intiemer randje meekreeg.
Maar ondertussen werd het hoog tijd om af te zakken naar de Marquee, waar een flinke brok emotie stond te wachten. Enkele jaren geleden slaagde Sophia er op Pukkelpop in om me tot tranen toe te bewegen. Zou de band rond voormalig God Machine-voorman Robin Proper-Sheppard hier opnieuw in slagen ? Alle ingrediënten waren ervoor aanwezig. De prachtige songs (zoals The sea, The desert song, Twilight at the Hotel Moscow) en de unieke setting : voor de gelegenheid had Proper-Sheppard zich omringd met een strijkerskwartet en een blazerssectie. Tevens mocht de Brusselse jazz-zangeres Melanie De Biasio enkele nummers vocaal bijspringen. Proper-Sheppard heeft blijkbaar een speciale band met België. Na het overlijden van God Machine-compaan Jimmy Fernandez begon hij immers met een schone lei in Brussel. Er valt nog steeds zeer weinig te lachen tijdens een optreden van Sophia. Maar het is zo verdomde mooi. En dan te denken dat zonder het plotse overlijden van Jimmy Fernandez deze prachtige muziek wellicht nooit het licht zou hebben gezien.
Neon bible van Arcade Fire is een schitterende plaat. Daar moeten we geen doekjes om winden. Dit concert stond dan ook vet aangestreept in mijn pukkellijstje. Maar helaas : het hoofdpodiumsyndroom. Ik had de pech om aan de rechterkant van het podium te staan, waar het concert werd ontsierd door technische storingen (het geluid viel enkele malen volledig weg). Maar zelfs toen het geluid op volle kracht stond, volstond dit niet om de barokke en volle sound van Arcade Fire weer te geven. Ik ben er heilig van overtuigd dat - moest Arcade Fire in de Marquee hebben opgetreden - ik weggeblazen zou geweest zijn. Nu voelde ik amper een zuchtje. Doodjammer en misschien wel dé tegenvaller van het weekend.
Maar gelukkig is er nog ouwe getrouwe Jay Mascis om de meubelen te redden met zijn onvolprezen Dinosaur Jr. De coole en zwijgzame Mascis is op zijn eentje meer rock 'n' roll dan alle Britpoppers samen. Hoe hij voor het optreden rustig zijn bril afzet, zijn jasje uittrekt en over een verstreker drapeert en er dan zonder geouwehoer gewoon invliegt : heerlijk ! Forget the swan, het eerste nummer van hun eerste titelloze LP, blijft machtig goed. Evenals The wagon en Freak scene. Het valt op hoe moeiteloos de nummers van de nieuwe plaat Beyond overeind blijven tussen al dit oudere werk. Maar Beyond klinkt dan ook vanaf het allereerste akkoord alsof Jay, Lou en Murph nooit uit elkaar zijn geweest. Mascis en Barlow mogen dan naast het podium weinig woorden wisselen, als ze samen op een podium staan is het nog steeds vuurwerk. En ze mogen dan wel een topact zijn en de afsluiter in de Marquee, de sukkelaars hebben maar één snaredrum bij. Wanneer Murph die tijdens het voorlaatste nummer aan diggelen slaat, rest er niets anders dan op het gemakje de nodige herstellingen uit te voeren terwijl Jay wat staat te prutsen aan zijn gitaar en terwijl Lou Barlow een beetje keuvelt met het publiek. Absoluut heerlijk concert.
Ik zal nooit vergeten hoe ik in 1991 voor de eerste keer de pas uitgebrachte debuut-LP 'Gish' - opgenomen op cassette door een kotgenoot - van The Smashing Pumpkins hoorde. Wat een kopstoot ! Ik ben TSP sedertdien blijven volgen en heb het geluk gehad om hen in de jaren '90 enkele keren live aan het werk te zien (de ene keer ronduit briljant, de andere keer ergerlijk slecht). De nieuwe plaat Zeitgeist is voorlopig aan mijn aandacht ontsnapt, dus daarover kan ik geen oordeel vellen. Het grillige karakter van Billy Corgan indachtig was het dan ook met een open geest dat ik dit concert van de Pumpkins tegemoet ging. Enkel Corgan en drummer Jimmy Chamberlin schieten nog over van de originele bandbezetting. Een nieuwe gitarist (Jeff Schroeder), een nieuwe bassiste (de belachelijk mooie Ginger Reyes - waar blijft Corgan toch die sappige bassistes vandaan halen ?) en een toetseniste (Lisa Harriton) maken thans de band compleet. Het concert zelf ? Corgan heeft niet de minste moeite om me kippevel te bezorgen wanneer oude nummers uit de kast worden gehaald (Tonight, Bullett with butterfly wings, Hummer), maar die nummers zijn schaars. In een gedurfde en onverwachte setlist werden veel klassiekers weggelaten (geen Disarm en geen Today) en werd vooral geput uit de Machina en Zeitgeist-albums. Dit misschien tot grote spijt van de nostalgici onder de concertbezoekers, maar ik kan wel begrijpen dat Corgan niet meteen te vinden is voor een greatest hits-show. Technisch was de show zeer gaaf en ik stond dicht genoeg bij het podium om te kunnen genieten van de looks van bassiste Reyes, maar toch bleef ik achter met een lichtjes onverzadigd gevoel. Maar dat kan ook zijn reden vinden in het feit dat Corgan aan het begin van het concert al veel krediet verloren had : hoewel Corgan een begenadigd gitarist is en tijdens sommige nummers zijn gitaar vuur laat spuwen, beging hij de fout om A star spangled banner te brengen op de wijze waarop Jimi Hendrix dat tijdens Woodstock deed. Van die gitaarsolo - misschien wel de historisch meest belangrijke gitaarsolo aller tijden - moet je gewoonweg afblijven. Je bent een grote meneer, Corgan, maar Hendrix is toch nog wel wat anders.
Voor de volledigheid de setlist :
United States
Bleed the Orchid
Cherub Rock
Starz
Zero
Hummer
Starla
Bullet With Butterfly Wings
Glass And The Ghost Children
Death From Above
To Sheila
Tonight, Tonight
Tarantula
XXX
Doomsday Clock
Heavy Metal Machine
Winnaar van de dag : de oude rotten van Dinosaur Jr.
Nachtmerrie van de dag : de belofte van den Tuk om ons 's anderendaags zijn voorraadoverschot van klef Duits bier cadeau te doen !
2 opmerkingen:
Mooi verslag. Zou menig e-zine u een riant bod voor doen ;)
Een halve liter lauwe Grafenwald als ontbijt...
Bedankt, Tukke, bedankt !
Een reactie posten