Pukkelpop dag 3 (18.08.2007)
En jawel, den Tuk deed zijn gelofte gestand want kwam des middags aanzeulen met zijn armen vol kleffe pils. Een mokerhamer was er niets tegen.
Het was dan ook al lichtjes beduusd dat we de pukkelweide betraden voor de derde dag. Aan Sparta de eer om als eerste deze dag het hoofdpodium te betreden. Het verhaal is genoegzaam bekend : toen At the drive in ermee ophield, sloegen enkele leden het pad van de psychedelische progrock in (The Mars Volta) en smeedden de andere leden onder de naam Sparta meer conventionele rocksongs. Heb ooit een zeer vermakelijk optreden van Sparta gezien in de ABclub en ook de passage van zanger Jim Ward tijdens het optreden van The Stooges (zonder Iggy, enkele jaren geleden op Pukkelpop) was zeer te smaken. Van het vuur van ATDI of van de prille Sparta was echter tijdens dit concert nog weinig te merken. Ward (een nog smallere gjeep dan hij vroeger al was en thans met zwartgeverfd haar) deed wel zijn best, maar het gekende hoofdpodiumsyndroom deed Sparta de das om. Jammer, maar ik blijf hen toch het voordeel van de twijfel gunnen.
Meer plezier viel er te beleven aan de exploten van Albert Hammond Jr., zoon van én vooral bekend als lid van het prettige jazzke The Strokes. Heel zijn leven al ondergedompeld zijnde in muziek, valt het Hammond Jr. niet zwaar om enkele aangename songs uit zijn mouw te schudden. Uiteraard nauw verwant aan de sound van The Strokes. Niet vernieuwend of schokkend, maar dat is een fris lentebuitje ook niet. En zo klonk het.
De toon van Arbouretum was heel wat zwaarmoediger, maar wel zeer interessant. Lichtjes melodramatische roots-altrock die nauw aanleunt bij de muziek van Bonnie 'Prince' Billy. Niet verwonderlijk aangezien bandlid Dave Heumann goede maatjes is met Wild Oldham. En deze laatste kan bij mij niets meer fout doen na zijn passage enkele jaren geleden op Pukkelpop en na zijn geweldige acteerprestatie in Old Joy (Kelly Reichardt, 2006). Arbouretum raakte steeds de juiste toon en leverde een mooi concert af.
Minder superlatieven konden gereserveerd worden voor The Shins, die nochtans zeer enthousiast onthaald werden in een goed volgelopen Marquee. De laatste plaat Wincing the night away is een prachtstaaltje van songsmederij, waarbij regelmatig gevaarlijk dicht in de buurt gekomen wordt van de perfecte drie-minuten-popsong. Maar in de grote Marquee was één en ander te vrijblijvend en te weinig beklijvend. Ongetwijfeld goed voor kippevel in een knus zaaltje, maar iets te gladjes om op de derde dag van een vermoeiend festival nog tot het einde te blijven boeien.
De kempenzonen van White Circle Crime Club voelden zich in de Wablieftent volledig thuis. Overal waar je keek, zag je bekende gezichten uit Hoogstraten, Merksplas of Antwerpen. Volkomen terecht trouwens, want een podiumstek op Pukkelpop is meer dan verdiend voor WCCC. Ik ben de tel al lang kwijt hoe vaak ik hen al aan het werk heb gezien. Als je een band zo vaak ziet optreden, krijg je de neiging om kritischer te worden en wordt het steeds moeilijker om nog van je sokken geblazen te worden. Uiteraard ook vandaag geen verrassingen wat sound en songkeuze betreft (Parizer zat al vroeg in de set, een zeer sterke versie van Occasionalesque en het altijd rake A present perfect als afsluiter), maar het viel op hoe strak en scherp het viertal - even goed op elkaar ingespeeld als Nicole & Hugo - stond te spelen. Geen gepiel en gefrunnik tussen de nummers, maar gas geven. Een zeer sterke show en - op het gevaar af al te chauvinistisch te zijn - één van de meest avontuurlijke en straffe concerten van de ganse Pukkel-driedaagse. Dringend terug naar Chimay afzakken om een nieuwe plaat in te blikken, jongens ! Want na dit gezien te hebben, kun je enkel maar besluiten dat het vet verre van de soep is. Proficiat.
Kings of Leon uit Nashville maakt goede rockmuziek. Het zal in de familie zitten, want de band bestaat uit drie broers en hun neef. Een mooie mix van southern roots, indie en een tikje blues zorgen voor een zeer herkenbaar geluid, hierbij niet in het minst geholpen door het originele stemgeluid van zanger Caleb. KOL bleef op het hoofdpodium zeer goed overeind en bleef me tot de allerlaatste noot boeien, ondanks het feit dat het viertal weinig interactie met het publiek onderhield en een klein beetje een vermoeide indruk naliet. En het was zeer leuk om drummer Nathan in het oog te houden. Niet alleen een goede drummer, maar ook van top tot teen opgetrokken uit 'cool'.
De vermoeidheid begon ondertussen door te wegen. Veel mannen met hamers op de pukkelwei. Jammer voor de kierewiete zusjes Casady van CocoRosie, maar ik kon het gewoonweg niet opbrengen om naar een uurtje art-geneuzel te gaan luisteren. Was weliswaar leuk vorig jaar in het Koninklijk Circus (zie ook hier), maar nu des Guten zuviel. Even de innerlijke mens versterken, de mannen met hamers wegjagen, en hop naar de Chateau voor het concert van Spoon, een indierockband uit Austin, Texas. RAf had me al warm gemaakt voor deze gig door me hun laatste plaat (Ga ga ga ga ga) te yousenden. Awel, dat was nu eens een complexloos en aanstekelijk concertje. Geen poseurs op het podium, maar muzikanten die duidelijk plezier hadden in hun werk. En hoe fantastisch is dat hitje I turn my camera on (van hun vorige LP Gimme fiction) wel niet ? Spoon heeft dit weekend er op zijn minst één fan bijgewonnen.
Al veel fatte shizzle gezien en gehoord de afgelopen dagen, maar er zaten nog enkele hoogtepunten aan te komen. Vooreerst met LCD Soundsystem. Is het electro, is het funk, is het punk, is het rock ? Het is het allemaal. Aangevoerd door een energieke frontman en spilfiguur James Murphy werd de Marquee omgetoverd tot een stomende dansvloer. Zelfs de stijfste hark kon onmogelijk blijven stilstaan op de onweerstaanbare funky beats van dit swingende collectief. Ik ken helaas te weinig van het werk van LCD Soundsystem om met songtitels te gooien (ik kan enkel het geweldige North American scum aanhalen), maar het ganse concert swingde als een perfect gevormde tiet. Het gejoel en applaus van het publiek na afloop van het concert was oorverdovend. Dat Murphy nog terugkwam voor een melig bisnummer (een ode aan New York), wil ik hem gaarne vergeven. Superlatieven ontbreken voor dit puntgave concert.
Maar als superlatieven al ontbreken voor het concert van LCD Soundsystem, welke woorden volstaan dan om het anderhalf uur durende optreden van Sonic Youth te omschrijven ? Ik zag het viertal uit New York voor de eerste keer op Pukkelpop in 1991. Een verbluffend concert dat voor altijd in mijn geheugen gegrift staat en misschien nog wel altijd een stekje heeft in mijn top drie aller tijden. Er ging die dag een nieuwe deur voor me open. Sedertdien ben ik altijd een grote liefhebber van Sonic Youth gebleven en heb ik de band grofweg een vijftiental keren live gezien. Het optreden van vandaag zou niet zijn zoals al de vorige : Daydream Nation, uitgebracht in 1988, zou integraal opgevoerd worden. Daydream Nation is niet zomaar een LP, het is een meesterwerk, door Rolling Stone opgenomen in de categorie '500 greatest albums of all time' en door Library of Congres verkozen om als één van de eerste 200 albums opgenomen te worden in de National Recording Registry. Zelfs de criticasters van Pitchfork Media geven aan Daydream Nation een score van 10 op 10, wat quasi nooit gebeurt ! Een kans om dit live mee te maken laat je natuurlijk niet schieten, ook al moet je daarvoor optredens van ... And you will know us by the trail of dead en Nine Inch Nails rateren.
En of ik de juiste keuze had gemaakt ? Perfect gepositioneerd (op de derde rij, pal in het midden voor Kim Gordon) had ik een prachtig zicht op een prachtig concert. Thurston kondigde het concert droogjes aan met "Hi, we're the Sonic Youth and we're gonna play Daydream Nation". Lee betrad op zijn typische coole wijze - met vuist in de lucht - het podium. Afgetrapt werd uiteraard met Teenage riot, waarbij Thurston al snel tekstueel de mist inging. Teenage riot staat bijna altijd op de setlist van Sonic Youth en moet door Thurston al duizenden keren gezongen zijn. Dat hij dan ook de lyrics even vergat, wekte vooral bij Lee enorme hilariteit op. De man lachte zich bijna een breuk (tijdens een aantal van de volgende nummers zou trouwens een roadie telkens een groot stuk karton met lyrics op de monitor van Thurston plakken, met een groen lachje van Thurston en gegier van Lee tot gevolg). Teenage riot werd na een geïmproviseerd distortion-stukje opnieuw op gang getrokken en werd zeer spectaculair beëindigd doordat Lee en Thurston hun gitaren als zwaarden kruisten (dit kun je mooi zien op dit youtube-filmpje). Het publiek ging bijna in extase en hield dit delirium aan voor de ganse duur van het concert. De rest van de set bespreken, is eigenlijk zinloos. Van Eric's trip tot Silver rocket, van Total trash tot Candle, ... voor fans van Daydream Nation klinkt het allemaal als opzwepende muziek in de oren.
Sonic Youth kwam nog terug voor twee bisnummers. Eerste bisnummer Reena werd door Thurston opgedragen aan de gekke bende uit Antwerpen, hiermee ongetwijfeld Dennis Tyfus bedoelend die op dat ogenblik het concert aan de zijkant van het podium gadesloeg (samen met enkele WCCC-leden) en van wiens artwork Thurston blijkbaar een grote fan is. Tijdens de twee bisnummers (Reena en Pink steam) werd Sonic Youth bijgestaan door Mark Ibold, voormalig bassist van Pavement. Dit stelde Kim in staat om nog wat rond te huppelen als een jonge deerne.
Als je wat rond-googelt op zoek naar reacties omtrent dit concert, struikel je over de superlatieven. Haast iedereen beschouwde dit optreden als het beste van de pukkel-driedaagse. Zo bijvoorbeeld de Humo-review : "Van de verschroeiende opener 'Teenage Riot' tot de allerlaatste bis was dit van de aller-, en wij herhalen, van de állerhoogste kwaliteit...". De score voor dit optreden : uiteraard 5 op 5. Ik kan dit alleen maar bijtreden. Ik durf te zeggen dat ik wel enige Sonic-ervaring heb, maar dit optreden was - op het magische Pukkelpopconcert uit 1991 na - misschien wel de beste Sonic-gig die ik ooit zag. Iedereen die dit gemist heeft, heeft een blunder van kapitale omvang begaan.
Tja, na zo'n kopstoot is het voor elke band moeilijk om nog enige interesse op te wekken, zelfs al ga je door het leven onder de naam Tool. Gelukkig voor de Sonic-fans begon Tool een kwartiertje te laat, zodat ik de set van bij het begin heb meegemaakt. Ik heb me zelfs de moeite getroost om me nog naar een goed plekje ter hoogte van de PA-toren te wurmen. Maar na een goed half uur hield ik het daar voor bekeken. De Sonic-show zinderde nog te hard na om me te kunnen focussen op Tool. In het besef dat dit optreden nooit zo goed zou kunnen worden als hun show vorig jaar in de Brabanthallen (zie ook hier), zocht ik dan ook mijn heil in het verzilveren van mijn laatste drankbonnen en bekeek ik de rest van het concert vanop een afstand. Van Jambi, over Stinkfist tot Schism, van Lateralus tot Rosetta stoned. Het zijn stuk voor stuk steengoede songs. Er valt dan ook bitter weinig af te dingen aan het optreden van Tool, dat natuurlijk weer begeleid werd door mooie maar lichtjes deprimerende visuals. Jammer voor Maynard James Keenan en de zijnen dat ze geprogrammeerd stonden vlak na het beste concert van de afgelopen drie dagen.
Tradities zijn er om in stand te houden en dus werd na thuiskomst in de Cahier uiteraard een beurtrol-setje aan elkaar gebreid met uitsluitend songs van bands die op Pukkelpop optraden. En de uiteindelijke overwinnaar van al deze bands is - moet het nog gezegd - Sonic Youth !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten