The Gorgon

Regie : Terence Fisher (1964)

In het Duitse dorpje Vandorf zijn op enkele jaren tijd een aantal mensen op mysterieuze wijze omgekomen. De plaatselijke autoriteiten en dokter Namaroff (Peter Cushing) trachten de zaak in de doofpot te stoppen. Maar wanneer op korte tijd zowel zijn broer als zijn vader omkomen, besluit de jonge unief-assistent Paul Heitz over te komen uit Leipzig om de zaak te onderzoeken. Hij ontmoet de zwijgzame Namaroff en diens mooie assistente Carla Hoffman en ontdekt de gruwelijke waarheid : de geest van Megaera, een zus van Medusa en één van de Gorgonen, is teruggekeerd en heeft bezit genomen van Carla. Tijdens volle maan trekt Carla - bezeten door de geest van de Gorgon - erop uit en versteent met haar blik haar slachtoffers. Professor Karl Meister snelt Paul ter hulp om de Gorgon te vernietigen, maar er is een kink in de kabel : Paul en Carla zijn verliefd op elkaar geworden en dokter Namaroff is waanzinnig jaloers ...

Een aangenaam tussendoortje uit de Hammer-stal. Regisseur Fisher had ten tijde van deze prent al een tiental Hammer-horrors ingeblikt en kende dus uiteraard de knepen van het vak. Het verhaaltje stelt niet veel voor en rammelt langs alle kanten (over het script is véél te weinig nagedacht), maar de sfeerschepping zit wel snor en de gevierde Hammer-tandem Cushing/Lee valt nooit tegen. Cushing als de norse en jaloerse dokter en Lee als de flamboyante professor houden elkaar goed in evenwicht. De special effects zien er zeer cheesy uit en de Griekse mythologie als bron voor een Hammer-flick is misschien niet de juiste keuze, maar als hammer-fan moet je dit eigenaardige curiosum wel gezien hebben.