23 oktober 2007

Embrassez qui vous voudrez

Regie / script : Michel Blanc (2002)

Twee bevriende koppels besluiten om samen een weekje vakantie door te brengen in de mondaine badplaats Le Touquet in Pas-de-Calais. Het ene koppel (Bertrand en Elizabeth) zit er warmpjes in en neemt ook huisvriendin Julie, een alleenstaande moeder met wie Bertrand stiekem een seksuele relatie heeft, mee op vakantie. Bertrand haakt op het laatste moment af (zodat hij zijn gang kan gaan met één van zijn werknemers, de transseksuele Rena). Elizabeth en Julie nemen hun intrek in een poepsjiek hotel, waar Julie onmiddellijk op mannenjacht gaat. Ze loopt er de professionele vrouwenverleider Maxime tegen het lijf. Het andere koppel (Jérôme en Véronique) kampt met financiële problemen. Véronique probeert de schijn hoog te houden en doet alsof ze logeert in een mooie villa, terwijl het gezin eigenlijk verblijft in een marginale camping. Hun puberzoon Loïc zoekt zijn heil in een vakantieliefje maar voelt zich meer aangetrokken tot de rijpere Elizabeth. In het mooie hotel verblijven ook nog Lulu en haar ultra-jaloerse echtgenoot Jean-Pierre. En dan is er ook nog Emilie, de rebelse en promiscue dochter van Bertrand en Elizabeth. Zij houdt Kevin, een allochtone werknemer van Bertrand, aan het lijntje en vertrekt met hem op reis naar Chicago. Na de vakantie vindt er een reünie plaats op een groot tuinfeest bij Elizabeth en Bertrand. Verscheidene geheimen worden er onthuld ...

Een Franse praatfilm die draait om een dozijn personages en hun onderlinge verhoudingen, dat moet wel uitmonden in een gigantische hoop blablabla. Met de Franstalige praatfilm heb ik trouwens een haat/liefde-verhouding. In het gros van de gevallen erger ik me mateloos aan het eindeloze gezever en de intellectuele masturbatie. Maar wanneer het evenwicht goed zit, kan het genre toch prachtfilms baren. Ik denk bijvoorbeeld aan het geweldige tweeluik Le déclain de l'empire américain en Les invasions barbares van Denys Arcand. Ook een paar films uit de Six contes moreaux-reeks van Eric Rohmer zijn absoluut de moeite waard. En Jules et Jim van François Truffaut is een klassieker in het genre.

Embrassez qui vous voudrez haalt zelden of nooit het niveau van de hierboven aangehaalde voorbeelden. Daarvoor ontbreekt het aan de nodige diepgang die bijvoorbeeld wel in de films van Arcand aan te treffen valt. De wrange ondertoon van de film wordt serieus verstoord door enkele komisch bedoelde scènes (vooral de scènes die draaien rond de jaloerse Jean-Pierre, een ergerlijk staaltje overacting van regisseur Michel Blanc zelve). Charlotte Rampling acteert altijd op een goed niveau maar zelfs zij heeft moeite om zich staande te houden omdat de dialogen die haar toegemeten worden, soms ronduit zwak zijn. De sterrencast wordt vervolledigd met Lou Doillon (de dochter van Jane Birkin) in de rol van de rebelse Emilie, en met de Franse superster/acteur/zanger Jacques Dutronc. Van zijn acteerspel genoot ik nog het meest, wellicht omdat hij de film nog een toefje onderkoelde flegma kon meegeven.

Het eindresultaat - een bewerking trouwens van het book 'Summer things' van Joseph Connolly uit 1998 - is dus een hooguit middelmatige zedenkomedie met tonnenvrachten blabla (en gelukkig ook af en toe een beetje boemboem).

Geen opmerkingen: