24 oktober 2007

King Rat

Regie : Bryan Forbes (1965)

Het Japanse krijgsgevangenenkamp Changi in Singapore biedt onderdak aan gevangengenomen soldaten van verschillende nationaliteiten. De leefomstandigheden zijn er zeer miserabel. Er is nauwelijks voedsel of medische bijstand. Van militaire etiquette is er bijna geen sprake meer. De Japanners bemoeien zich nauwelijks met de dagelijkse beslommeringen van het kamp en laten de duizenden gevangenen aan hun lot over. De Amerikaanse korporaal King doet zijn naam alle eer aan en is de meester-overlever : hij heeft een uitzonderlijk talent om deals te sluiten met de Japanners en weet op één of andere manier altijd de hand te leggen op kostbare smokkelwaar. Terwijl zijn lotgenoten in lompen gekleed en ondervoed zijn, paradeert King door het kamp als een koning. Hij heeft altijd voldoende te eten, gaat goed gekleed en heeft verscheidene soldaten in dienst als slaven. Dit tot grote ergernis van kampprovoost Grey, zowat de enige man in het kamp die niet corrupt is geworden. Hij probeert King telkens weer te betrappen op onregelmatigheden. Maar King is geslepen, charmant en gewetenloos en weet zelfs de flegmatieke Britse soldaat Marlowe voor zich te winnen. Wanneer de geliefde kamphond afgemaakt moet worden, verkoopt King het vlees ervan voor veel geld aan enkele hongerige officieren. Hij kweekt zelfs een rattenpopulatie met als bedoeling om het vlees te verkopen aan gewillige kopers. De officieren van het kamp hebben trouwens ook zelf boter op het hoofd : ze sjoemelen met de graanvoorraden en ontzeggen aldus hun eigen mannen van voedsel. Het is ieder voor zich, dog eat dog. Wanneer WO II eindelijk tot een einde komt, treffen de Amerikaanse bevrijders in het kamp een uitgedunde soldatenpopulatie aan, zowel fysisch als psychisch compleet uitgeput (met uitzondering van ritselaar-pur-sang King, die nauwelijks zijn teleurstelling kan verbergen wanneer zijn 'rijk' ten val komt) ...

Dit beenharde oorlogsdrama werd gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1962 van James Clavell. De roman was autobiografisch : ook Clavell was krijgsgevangen gezet in de beruchte Changi-kampplaats, waar van de 150.000 gevangenen er ongeveer 10.000 zouden overleven.

Regisseur Bryan Forbes tapt voor deze film uit een heel ander vaatje dan in zijn debuutfilm Whistle down the wind uit 1961, wat een luchthartige ode aan de naïviteit van de jeugd was. Hij bedient zich van een staalharde zwart/wit-fotografie (oscar-genomineerd !) en omzeilt handig elk cliché. Op geen enkel ogenblik valt het script te betrappen op sentimentaliteit of voorspelbaarheid. De grimmige sfeer van het kamp wordt pijnlijk raak geschetst. Aldus krijgt de kijker een heel ander POW-kamp voorgeschoteld dan hij uit andere drama's (zoals het eerder besproken The Colditz Story) gewoon is. Geen militaire discipline en respect tussen kampbewaker en gevangene, maar mensonterende ellende.

Regisseur Forbes had een uitstekende cast tot zijn beschikking. George Segal schittert als de ritselende korporaal King en wordt uitstekend bijgestaan door James Fox als zijn adjudant Marlowe, die homo-erotische gevoelens koestert voor de charismatische King. Tom Courtenay speelt misschien niet zijn allerbeste rol als de humorloze provoost Grey maar zijn personage is dan ook het minst subtiele in de hele film. Een opvallend gezicht is dat van John Mills. In The Colditz Story speelde hij nog een soldaat van eer, in King Rat is hij één van de corrupte officieren die er zijn hand niet voor omdraait om het voedel uit de mond van zijn kameraad te stelen.

King Rat is overduidelijk één van de beste POW-films die ooit werden gedraaid. Het is dan ook verwonderlijk dat de film weinig bekendheid geniet. Ligt het aan de onderliggende homo-erotische toon van de film, waar het grote publiek in 1965 nogal wat moeite mee had ? Ligt het aan het feit dat het geen traditionele oorlogsfilm is ('wij tegen de vijand') of dat het geen conventioneel ontsnappingsverhaal is ? Ligt het aan het harde kitchensink-karakter van de prent ? Wat er ook van weze, zo'n sterke drama's zijn dungezaaid.

Hoe schrijnend het geluid van een bakkend eitje klinkt in de oren van hongerige soldaten, zie je in dit fragment :

Geen opmerkingen: