10 januari 2008

Sommarnattens leende

Regie : Ingmar Bergman (1955)

Een klein stadje in het begin van de 20° eeuw. Advocaat Frederik Egerman is vader van een volwassen zoon Henrik (die het leven altijd van de sombere kant bekijkt) en is hertrouwd met het jonge meisje Anne, die de kinderjaren nog maar nauwelijks ontgroeid is. Frederik neemt opnieuw contact op met de actrice Desirée. Zij was ooit zijn maitresse maar heeft nu een verhouding met de drieste graaf Malcolm. Diens bittere echtgenote Charlotte is een jeugdvriendin van Anne. En dan is er ook nog Petra, de wulpse huismeid van advocaat Egerman. Het hele gezelschap wordt uitgenodigd op het landgoed van de steenrijke moeder van Desirée. Het feestje mondt al snel uit in een amoureuze rondedans : Henrik gaat op de loop met de vrouw van zijn vader, Frederik en Malcolm wedijveren om de hand van Desirée, Charlotte hakt een knoop door en Petra gaat op de loop met een huisknecht. All's well that ends well !

Sommarnattens leende is een film waar je naar kijkt met een constante glimlach op de mond. Het is een luchtige farce die Bergman nochtans draaide in tijden van miserie : Bergman had zware financiële problemen, was fysisch een wrak en zag zijn relatie met Harriet Andersson (die in deze prent de rol van de verleidelijke meid Petra op zich nam) op de klippen lopen. Bovendien kwam zijn producer aandraven met het nieuws dat deze film geld moest opbrengen want dat anders de kraan zou dichtgedraaid worden. Bergman zou achteraf verklaren dat het draaien van deze film hem verhinderde om een zelfmoordpoging te ondernemen.

In het licht van deze omstandigheden is het des te verwonderlijker om vast te stellen hoe Bergman er wonderwel in slaagde om een warme en charmante relatiekomedie in te blikken in de tijdspanne van anderhalve maand. Zowel het grote publiek als de critici waren zeer opgezet met deze onverwacht luchthartige prent van Bergman. Op het filmfestival van Cannes in 1956 sleepte de film de gouden palm in de wacht. Bergman verklaarde achteraf dat hij op het toilet zijn krant zat te lezen en er zo toevallig achterkwam dat zijn prent de gouden palm had gewonnen. Hij zat zozeer aan de grond dat hij van zijn toenmalige vriendin Bibi Andersson geld moest lenen voor een ticket naar Cannes ...

Het eindresultaat van deze verwonderlijke achtergrond is een aangename prent die de kijker een unieke (want zeldzame) kijk gunt in het gevoel voor humor van Bergman. Met enkele vlijmscherpe dialogen in de beste screwball-traditie bewijst Bergman dat het niet altijd doom & gloom is in zijn brein. En dat de kijker zich daarbij constant kan laven aan de schoonheid van enkele bloedmooie actrices, is natuurlijk aardig meegenomen.

Geen opmerkingen: