27 april 2008

Open doek : Mongol

Regie/scenario : Sergei Bodrov (2007)

Temudjin wordt rond 1155 in Mongolië geboren als tweede zoon van stammenleider Yesukhei. Op 9-jarige leeftijd wordt hij uitgehuwelijkt aan Börte, een meisje uit een bevriende stam, maar kort daarna wordt Yesukhei vermoord door een rivaliserende clan. Temudjin wordt verraden door de vroegere volgelingen van zijn overleden vader en moet op de vlucht. De vogelvrij verklaarde Temudjin wist in de barre Mongoolse steppen te overleven en huwde op 16-jarige leeftijd met Börte. Het huwelijksgeluk was echter al snel abrupt onderbroken : Börte werd ontvoerd door een vijandige clan en Temudjin zag zich genoodzaakt om een alliantie te sluiten met de plaatselijke machthebber Toghril om zijn bruid terug te krijgen. Toghril wordt de beschermer van Temudjin, die ondanks zijn jonge leeftijd reeds veel volgelingen heeft en die veel respect afdwingt bij de verschillende stamhoofden. Het is nu nog maar een kwestie van tijd vooraleer het zaad zal ontkiemen en de jonge Temudjin zal uitgroeien tot de gevreesde en befaamde wereldheerser Dzjengis Khan ...

Ik heb helemaal niets tegen geromantiseerde biopics. Integendeel : ik koester een kleine doch hardnekkige fetisj voor dat soort van kleurrijke films, vooral wanneer ze in spetterende cinemascope-kleuren opgenomen zijn. Wie geniet er niet van Yul Brynner in Solomon and Sheba (1959) of in Taras Bulba (1962). Of - meer relevant - van Omar Sharif in de rol van Genghis Khan (1965) ? Stuk voor stuk films die een loopje nemen met de historische feiten en daar ook vooral niet moeilijk over doen : het zijn films die gemaakt zijn om te entertainen. Een historische figuur als kapstok om een lovestory en enkele actie-scènes aan op te hangen. Het is dit complete gebrek aan historische pretentie dat dit soort films (en de eraan verwante peplum-spektakels) tot een schier onweerstaanbaar genre maakte.

Regisseur Bodrov tracht met zijn film een historisch accurater verslag te maken van het leven van de jonge Khan en baseerde zich daarvoor op The secret history of the Mongols ("Mongɣol-un niɣuca tobčiyan"), het eerste literaire werk uit Mongolië dat geschreven werd in de dertiende eeuw en dat een beschrijving geeft van de opmars van de jonge Temudjin en van de genealogie van dienst voorouders. Maar dit oude verslag bevatte geen droge geschiedschrijving à la Tacitus. De beste omschrijving van dit oude epische werk komt van de Russische academicus Boris Vladimirtsov : het werk is "a history-chronicle retold in epic style and impregnated with the aroma of the steppe".

En dat aroma van de steppe laat Bodrov vooral doorsijpelen in dé rode draad van zijn film : de liefdesgeschiedenis tussen Temudjin en Börte, a match made in heaven. Het feit dat de twee geliefden door omstandigheden meermaals van elkaar gescheiden werden, fungeert in de versie van Bodrov als katalysator voor een opeenvolging van feiten die de jonge Temudjin zouden omvormen tot Dzjengis Khan.

Daar situeert zich ook de achilleshiel van deze film. Er is niets aan te merken op de fotografie. De Mongoolse steppen lenen zich uitstekend tot mooie plaatjes en in de zeldzame gevechtsscènes spat het bloed prachtig (maar een tikje té CGI-gewijs) van het scherm. Maar Bodrov heeft precies zeer veel moeite gedaan om zijn verhaal koste was kost binnen een tijdsbestek van 120 minuten te vertellen. En binnen zo'n relatief korte tijd een verslag doen van de opgang van een wereldleider, blijkt een té ambitieus project te zijn. De poging van Bodrov om Khan niet af te schilderen als de bloeddorstige veroveraar waarvoor hij in zijn eigen Rusland versleten wordt, verzandt vooral op het einde van de film in een ongecontroleerd script waarbij snelsnel nog een nauwelijks geduide veldslag om het hoekje komt kijken en waarbij enkele tekstpancartes dan maar de nodige info moeten voorzien. Deze aanpak geeft aan de film een zeer gefragmenteerde en weinig coherente indruk.

Wanneer op het einde van de film deze rush-aanpak ervoor zorgt dat het eindoordeel over de film op de wip ligt, zorgt de soundtrack tijdens de eindaftiteling voor het nekschot. Geen traditionele lofzang op de steppe of op een mooi paard (paarden vormen hét onderwerp bij uitstek van oude Mongolese gezangen), begeleid door het aloude morinxuur-instrument. Wat dan wel ? Een soort nu-metal-achtige song, die bij deze prent past als een tang op een varken. What was Bodrov thinking ? Dat de film ondanks de onevenwichtige aanpak er toch in slaagde om een oscarnominatie te verwerven, kan enkel maar aan de mooie fotografie toegedicht worden.

Mongol is opgevat als het eerste deel van een trilogie. Misschien dat mijn eindoordeel over Mongol een meer positieve noot zal krijgen wanneer de trilogie vervolledigd zal zijn, maar Bodrov zal in de twee volgende delen toch uit een beter arak-vaatje moeten tappen.

Website "Mongol"

De trailer doet vermoeden dat je naar een spectaculaire actiefilm gaat kijken, maar de grote actiescènes zijn zeldzaam. De russische stem die de trailer begeleidt, is dan weer lichtjes onweerstaanbaar :



Geen opmerkingen: