16 mei 2008

White Circle Crime Club : release-party "Pictures of stares" (Scheld'apen - 15.05.2008)

Het is niet enkel omdat het gouwgenoten zijn, dat ik de leden van White Circle Crime Club een warm hart toedraag. De oorzaak ligt first and foremost in de enorme gedrevenheid waarmee de vier heren hun ding doen op een podium, in die mate zelfs dat clubpodia zo stilaan als hun natuurlijke habitat omschreven kunnen worden.

Dat was vanavond tijdens de releaseparty van hun nieuwe plaat (Pictures of Stares) in het Antwerpse Scheld'Apen niet anders. Optredens van WCCC klokken meestal af rond een dik halfuur à veertig minuten, maar vandaag was het hún feestje en mocht het iets langer duren. De nieuwe nummers vormden uiteraard de ruggegraat van de set. Omdat ik dit verslagje pas een maand na het concert schrijf, zijn veel details reeds blijven hangen in de mist van mijn geheugen. Maar toch zijn er een paar dingen die zich voor altijd hebben vastgeëtst in mijn brein. Vooreerst de waanzinnig goede cover van de tijdloze song My Pal van de Australische indie-groep GOD ("you're my only friend, and you don't even like me !"). F*ck shit ! Rock 'n roll kan amper mooier zijn dan dit. Of toch ? Dat de titelsong van het vorige album (A Present Perfect) zich uitstekend leent tot kernfusies op concertpodia, werd nog maar eens bewezen. Maar het kan nog beter : ergens in het midden van de setlist zat een onkarakteristiek lange jam verscholen, waarbij het tempo gaandeweg werd opgedreven tot een schier onhoudbaar niveau. Mijn kinnebak viel open, een stroompje opwindingszweet biggelde van mijn nek tot mijn scrotum en - met de haren recht in mijn nek - boog ik deemoedig het hoofd voor dit moment van extase. Een ronduit fantastisch concert. Niet alleen één van de beste gigs die ik ooit van WCCC zag, maar tevens een kanshebber voor de eindejaarslijstjes. Rock as it should be.

Zoals vermeld was de aanleiding tot al dit moois de release van het nieuwe album Pictures of Stares, reeds het derde volwaardige album van de Crime Club. Los van het feit dat dit album een paar prachtsongs herbergt, loont het zeker de moeite om de lyrics te lezen (klik hiervoor in het archive-gedeelte van de webstek). De songteksten zijn zeer cryptisch en bijna surrealistisch. Er worden verhalen verteld zonder begin of einde. De teksten roepen echo's en associaties op. Ze reiken een strohalm aan, maar bieden nooit houvast. Zo vluchtig als gas, en even explosief. Net zoals van het begrip 'kunst' circuleren er van de term 'poëzie' veel pogingen tot definitie, bijna allen even vaag en illusief als het begrip dat ze willen definiëren. "Poëzie is taal die zich laat zingen." - "Poëzie is geschreven taal in verticale vorm." - "Poetry is an imaginative awareness of experience expressed through meaning, sound, and rhythmic language choices so as to evoke an emotional response." Waarom de ene opeenvolging van woorden wel onder de categorie 'poëzie' valt en de andere niet, laat ik aan de academici over. Wellicht kan ook bandlid en poëet Sis Matthé hierover een interessant boompje opzetten. Maar als de lyrics van Pictures of Stares niet als dichtkunst gecatalogiseerd kunnen worden, dan weet ik het ook niet meer.





Opener The Islanders is meteen goed raak. Het repetitieve toetsen-akkoord - halfweg het nummer uitmondend in een strakke cesuur - vormt een goed tegengewicht voor de avontuurlijke drumpartijen. 'A swansong for collectivist dreamers' valt in de perstekst te lezen. En zo voelt het inderdaad aan : een nummer met een licht melancholische ondertoon die me aan de tragiek van verloren generaties doet denken. Het is een ondertoon die een vervolg krijgt in Up the curtain, een verraderlijk simpele maar onweerstaanbare track die het contrast tussen de stemmen van Sis en Jelle perfect uitbuit. Een nummer dat hoop lijkt uit te stralen voor de verloren generatie.

Hoewel I got no wave gekenmerkt wordt door een interessante opbouw, is het nummer toch geen topper. Een tikje te steriel en te kaal, maar daarmee aan de andere kant perfect beantwoordend aan de herinneringen die de songtitel - misschien onbedoeld - oproept aan de nihilistische No Wave-beweging uit het New York van de jaren '70 en '80. Maar wat de aandachtige luisteraar vervolgens te horen krijgt, is niet minder dan briljant. Mapless opent met een sombere en donkere minuut, die ik het best kan omschrijven als de perfecte soundtrack voor een vroege Duits-expressionistische film à la Der Golem, exuberante decors en lange schaduwen incluis. Vervolgens barst de song open als een etterende pestbuil. Even terug de expressionistische dip, om zich vervolgens definitief in het upbeat-tempo te nestelen. Een schitterend staaltje songsmederij, waar ik eindeloos naar kan luisteren en waarin alles klopt.

Het dromerige Mary the gun doet qua sfeer denken aan de psychedelische klanktapijten die vroeger werden uitgespreid door Britse shoegaze-bands zoals Ride en My Bloody Valentine. Het synth-ritme duwt en trekt zachtjes als een vriendelijke machinepiston. Jammer dat de kabbelende outro een iets te hoog "row row row your boat"-gehalte heeft. Een abrupter wakker worden uit deze droom had beter geweest, maar dat is zoeken naar spijkers op laag water. Opnieuw heerlijke lyrics. "Wasted youth was howling" klinkt pijnlijk herkenbaar maar vooral : "You've got the shape of a cowboy, consider the prairie." Haha, waar halen ze het !

A real good name is vintage Crime Club. Scherpe en lichtjes jengelende vocals, het voortstuwende orgeltje en de heerlijke drumpartij in het midden van de song : alles aan deze track smeekt erom om op een podium tot volle wasdom te komen. Het gejengel - een woord dat ik voor de gelegenheid even wil ontdoen van zijn negatieve connotatie - krijgt een vervolg in de titeltrack Pictures of Stares : nostalgia alom met de blik in de achteruitkijkspiegel. "... nostalgia walking out the door? Tried not to remember, in a whirlwind and off track, to wire happiness, when all there was to do was half finesse." Gastmuzikant Pat Strijbos vult de gaten van het verleden op met blaaspartijen.

Het instrumentale Tiny Papers borduurt verder op hetzelfde thema, alsof de mijmeringen van Pictures nog een korte epiloog nodig hebben. Het onderwerp heeft closure nodig en daarin voorziet Tiny Papers. Misschien zie ik thematische verbanden die er helemaal niet zijn, maar Children Inhale lijkt opnieuw een getuigenis te zijn van volwassenwording, van het definitief afsluiten van een hoofdstuk en het inslaan van een nieuwe richting. Het nummer bouwt zich langzaam en geduldig op en gaat nooit in overdrive, hoewel de zenuwachtige drumpartijen hiertoe uitnodigen. Maar de contemplatieve lyrics houden de voet op het rempedaal : "Saved up all these stories, when does a past begin ?" Een pertinente vraag, waarop ik het antwoord schuldig moet blijven.

Noharmy is Sis Matthé op zijn best : doorheen het nummer zingt hij zijn lyrics zeer afgemeten en staccato. Elke lettergreep van pakweg "Hallelujah you, you left me in your plan" wordt duidelijk gearticuleerd. Het is bijna jammer dat Jelle deze vragende mantra moet onderbreken met een schel contrapunt. Veel vraagtekens in dit nummer : "Can I walk ... ? Can I have ... ? Can I God oh ... ? Can I quote ... ? Can I go ?", maar antwoorden worden niet voorzien.

Op een kort en scherp intermezzo na kabbelt Like a bible to me voort zoals de getijden dat al eeuwenlang doen. Maar dat gekabbel is te vrijblijvend. Het is een nummer dat niet beklijft en dat ik als het minst sterke nummer van het album durf bestempelen. Nu ik het album track voor track aandachtig beluister, nodigen de meeste nummers uit tot herhaalde consumptie. Maar Like a bible to me nodigt enkel uit tot skippen. Op de goede afsluiter Hit Parader mag Morgan Henderson van The Blood Brothers zijn steentje bijdragen middels een partijtje basklarinet (hij is trouwens ook te horen op Mapless en Noharmony). De spaarzame baslijn vormt de onderstroom van de zeer repetitieve gitaarpartijen in een nummer dat abrupt een halt wordt toegeroepen. Misschien niet het verbluffende orgelpunt dat dit uitstekende album verdient, maar desalniettemin een aardige poging daartoe.

Ik ben zo vrij om even te citeren uit de perstekst : "For the first time, White Circle Crime Club musically succeeds in making a record that breathes one atmosphere throughout, in contrast with the eclectic, unfinished schizophrenia of a group still finding its feet on earlier efforts. Still, it's the unmistakable sound of these four people playing together. Each song on Pictures of Stares paints a pretty, abstract and dreamy picture, eloquently streamed consciousness full of love for time, travel and unreality. Bands like White Circle Crime Club, willing to stick their neck out musically, lyrically and organisationally, cannot be cherished enough. As for Pictures of Stares : there is much to discover, and to go back to."

Wie ben ik om de woorden van de illustere Jack Sipps in twijfel te trekken ? Pictures of Stares is thematisch en muzikaal een sterk en coherent album, dat in rijpheid en tekstuele rijkdom ruimschoots goedmaakt wat het her en der aan pure rockadrenaline mist. Dat de heren van White Circle Crime Club op een podium echter de adrenaline bij beken laten vloeien, is een feit dat een mens wat zekerheid geeft in z'n leven. Op 5 juli opnieuw te bewonderen op het podium van Cahier de Brouillon. Ik zal er zijn. U ook ?

Geen opmerkingen: