29 juni 2008

The circus

Regie : Charles Chaplin (1928)

Een zwerver wordt onterecht beschuldigd van gauwdieverij en vlucht een circus binnen, terwijl de voorstelling bezig is. Het circus wordt bestierd door een tirannieke directeur, die met lede ogen moet aanzien hoe zijn circus alsmaar minder volk trekt en hoe zijn clowns geen enkele lach meer kunnen opwekken. Maar de stuntelende zwerver krijgt wel de lachers op zijn hand en het circus wordt opnieuw populair. De directeur besluit de onwetende zwerver in te huren, die zich niet bewust is van het feit dat hij in feite dé topattractie van het circus is. Hij verneemt de waarheid van Merna, de mooie stiefdochter van de directeur die ook onder diens knoet leeft. De zwerver stelt zijn eisen : een hoger loon en betere werkomstandigheden voor hemzelf en Merna, voor wie hij een serieuze boon heeft. Maar dan loopt het mis : niet alleen vindt het publiek hem niet meer grappig, ook daagt er een nieuwe medewerker op, de knappe koorddanser Rex. De zwerver offert zich op voor het geluk van Merna ...

Zoals gebruikelijk deed Chaplin ongeveer alles zelf : hij schreef het script, regisseerde en produceerde de film en speelde de hoodrol. Ter gelegenheid van de heruitgave van de film in 1969 schreeft hij bovendien een nieuwe soundtrack én zong hij zelf - op tachtigjarige leeftijd - de titeltrack in ("Swing little girl").

Het is compleet onbegrijpelijk hoe ondergewaardeerd deze film is en hoe de film altijd ontbreekt wanneer het over de 'grote' films van Chaplin gaat (zoals The gold rush, City lights en Modern times). De reden hiervoor is deels te zoeken in het feit dat de film na de theaterrelease in 1928 zo goed als nooit meer werd vertoond en pas een nieuw leven kreeg na de restauratie ervan door Chaplin zelf in 1968. Na diens dood in 1977 kreeg de film eindelijk de aandacht die hij verdiende. The circus is de enige film die niet vermeld wordt in de autobiografie van Chaplin die in 1964 verscheen. Tijdens het maken van de film had Chaplin te maken met allerlei problemen : zijn moeder overleed, zijn studio brandde af én hij zat in het midden van een zeer sensationele (v)echtscheiding. Ook de belastingdiensten zaten op de kap van Chaplin. Tijdens de opnames kampte Chaplin met een zenuwinzinking, zodat de opnames bijna een jaar stillagen. Ook had Chaplin nog te maken met diefstal, met rampzalig laboratoriumwerk waardoor een groot deel van de opnames verloren gingen, ... : alles wat fout kon gaan, ging fout. Het is dus begrijpelijk dat The circus geen prettige herinneringen opriep bij Chaplin en dat hij pas op het einde van zijn leven ermee in het reine kon komen ...

Ik kan na het bekijken van The circus enkel maar beamen wat ik al wist : Chaplin was een genie. Het tempo en de timing zijn perfect. Maar liefst negentig (!) jaar na het maken van deze film, komt hij nog altijd even fris en grappig over. Net zoals in City lights zit er een vertederend pathos-laagje in The circus. De eindscène is zeer bijzonder en kan zonder enige problemen de vergelijking met het allerbeste werk van Chaplin doorstaan. Gelet op de uiterst moeilijke omstandigheden waarin de film tot stand kwam, is het des te verwonderlijker dat Chaplin er op één of andere manier toch in geslaagd is om een dergelijke film af te leveren. Het leverde hem in 1929 een honorary award (de voorloper van de oscars) op voor "for versatility and genius in acting, writing, directing and producing". En de film prijkt bovenaan het lijstje met favoriete films van niemand minder dan Frederico Fellini. Schitterende film.

De klassieke scène in het begin van de film, wanneer de zwerver op de loop moet voor de flikken :

Geen opmerkingen: