12 juni 2008

Stephen Malkmus & The Jicks (AB - 11.06.2008)

Opener Jeffrey Lewis - een New Yorkse singer/songwriter en comic-artiest die vooral in het hokje van de antifolk wordt gestopt - was een zeer frisse verschijning. Hij opende akoestisch en solo met het aangename "I saw a hippy girl on eight avenue", een song waarin meteen de eigenschappen van zijn oeuvre gebald zitten : een goede mix van humor en melancholie, intelligente teksten en een opzettelijk off key-zingen van de lyrics met een krakende stem. Hij werd vervoegd door zijn broer Jack op basgitaar en maakte ook gebruik van een laptop om twee nummers te laten begeleiden door zelfgetekende cartoons : het onweerstaanbare Champion Jim en een Nirvana-cover (Sifting). Eigen aan het antifolk-genre is het op de korrel nemen van de muziekbizz. Het Lewis-nummer "Don't let the record label take you out to lunch" is hier een schoolvoorbeeld van. En het spelen van een Louie Louie-cover, gemengd met de lyrics van de Pavement-klassieker Cut your hair, was een grappige knipoog naar de hoofdact van de avond. Een leuke set die bij veel aanwezigen een glimlach op het gelaat toverde. Deze registratie van het heerlijke Champion Jim wil ik U niet onthouden en illustreert de typische charme van Lewis :






Bij het maken van zijn uitstekende laatste plaat ("Real emotional trash") liet Stephen Malkmus zich flink beïnvloeden door prog- en folkrock. Combineer dit met het typische slacker-gevoel dat hij ten tijde van Pavement tentoon spreidde, en de keuze voor Lewis als voorprogramma wordt meteen duidelijk.

Real emotional trash is ondertussen al het vierde album dat Malkmus opnam met zijn begeleidingsband The Jicks, die reeds kort na de ontbinding van Pavement werd opgericht. Het is tevens de enige solo-plaat van Malkmus die ik ten voeten uit ken. Dat kwam mooi uit, want pakweg driekwart van de set kwam uit dit album, waarvan het eerste nummer (Dragonfly pie) het concert ook mocht inluiden. Het geluid zat bij aanvang nog niet helemaal snor, maar in a quirky way pastte dat wel bij de elastieke slungel die Malkmus is. Zijn flexibele bewegingen en soms ietwat warrige uitstraling past perfect bij het imago van de intelligente underachiever.

Want dat is toch het gevoel dat tijdens het concert overheerstte : regelmatig schurkte Malkmus tegen genialiteit aan. Zo werd een eerste hoogtepunt bereikt tijdens Baltimore, dat lekker lang werd uitgesponnen en voorzien werd van een scherpe en opzwepende outtro. Een nummer waarbij ook de stem van de uitstekende drumster Janet Weiss af en toe mooi tussenkwam. De hele ritme-sectie van The Jicks is overigens vrouwelijk want Joanna Bolme (vroeger als recording engineer actief bij Elliot Smith en als bassiste thans ook op interimbasis lid van de indierockers van Quasi) betokkelt onderkoeld (en dus lichtjes erotisch) de bassnaren. Ook Cold son is een uitstekend nummer dat van kop tot staart Pavement uitademt.

Maar waar Malkmus regelmatig flirt met briljance, blijft het bloed toch kruipen waar het niet gaan kan en gaat hij af en toe ook op de rommelige hort. Zo heeft titelsong Real emotional trash met zijn lengte van 10 minuten het potentieel om op een podium uit te groeien tot een episch nummer, maar dat potentieel kwam niet uit de verf. De bisronde was overbodig en matig. De Mungo Jerry-cover Alright alright alright was leuk maar ook niet meer dan dat. En aldus heeft het bijwonen van een concert van Malkmus bij momenten iets van een tantaluskwelling : het perfecte en magische concert lijkt constant tergend dichtbij te zijn maar op één of andere manier spat de zeepbel telkens vroegtijdig uiteen. Vandaar dat ik Malkmus een underachiever noem. Misschien een wat hard verdict, want de man is een uiterst begenadigd songschrijver, wat hij op Real emotional trash overvloedig bewijst.

De slotconclusie moet zijn dat Stephen Malkmus & The Jicks een uitstekend concert gaven met een kwaliteitsniveau waar veel bands jaloers op mogen zijn. Maar onderhuids bekroop me het gevoel dat "uitstekend" niet goed genoeg is voor Malkmus. Je weet gewoon dat hij nog beter kan.

1 opmerking:

Anoniem zei

Inderdaad goed, maar het kon nog beter: volledig akkoord. De reden is volgens mij dat oude zakken zoals wij nog weten hoe Malkmus kan klinken in het gezelschap van muzikanten die hem muzikaal lik op stuk kunnen geven. En dat is met de Jicks zeker niet het geval, want zij blijven duidelijk musiceren binnen de lijntjes die uitgetekend zijn door de 'bandleader'. De toffe ex-collega's met wie ik achteraf nog ne pot ben gaan pakken vonden: "dat is precies het concept", maar ik ben in elk geval blij dat ik als oude(re) zak nog een vergelijkingsbasis heb omdat ik de optredens van Pavement nog heb meegemaakt. Of hoe persoonlijke conflicten in een groep voor geniale muziek kunnen zorgen...