Fleet Foxes (AB - 20.11.2008)
Voordat het concert van Fleet Foxes aanving, mocht de drummer van de band (J. Tillman) solo zijn ding komen doen op akoestische gitaar. Eén en ander stelde muzikaal niet al te veel voor. Op drukke winkelstraten in grote steden kom je straatartiesten tegen met een heel wat boeiendere set. Uiterst minieme en sobere songs die op het randje van het slaapverwekkende balanceerden. Veel interessanter werd het toen Tillman zich zowaar ontpopte als een begenadigd verteller. Op de dag van het concert vond op de Brusselse Anspachlaan een zeer uitgebreid en dronken studentenfestijn plaats, waarvan ook Tillman getuige was. Dit noopte Tillman tot een zeer grappige imitatie van twee dronken Amerikanen tijdens een concert in Munchen (en hoe zo'n paar dronken hicks alle krediet ondermijnden die de Amerikanen sinds kort weer hebben opgebouwd "since the Obama-thing" terwijl ze er vroeger in Europa nauwelijks voor konden uitkomen Amerikaan te zijn "without being spit in the face"). De bandleden van Fleet Foxes en een vocaliste stonden Tillman even bij in diens te lange set.
Wanneer je de bandleden van Fleet Foxes het podium op ziet komen, waan je je in een ander tijdperk. Ze lijken stuk voor stuk op verloren gelopen hippies, of op Bob Dylan ten tijde van diens rol in Pat Garret & Billy the Kid (Sam Peckinpah, 1973). Ook muzikaal wordt de mosterd uit deze periode gehaald. Een tijd geleden zag ik de aflevering "After the gold rush" uit de uitstekende BBC-reeks "Walk on By: the Story of the Popular Song". Deze docu leek wel een handleiding "Fleet Foxes voor beginners". Er wordt geschetst hoe aan het begin van de jaren '70 country opnieuw in de mode wordt als reactie tegen de harde en psychedelische sound waarmee de jaren '60 werden uitgewuift. Bands als The Eagles, The Byrds, Crosby, Stills & Nash en America ("I've been through a desert on a horse with no name ...") vieren hoogtij met eerlijke countryrock en meerstemmige melodieën. Het is een procédé dat ook Fleet Foxes toepast en met het nodige succes : de laatste weken ontstond zowaar een hype rond de band en wat oorspronkelijk een ABbox-concert was, werd een uitverkocht concert voor de grote AB-zaal.
Dat werkte in eerste instantie een beetje intimiderend voor de band. Boegbeeld Robin Pecknold gaf toe serieus onder de indruk te zijn van de hoeveelheid mensen in de zaal. Ook daar hoorde ik een echo naar days of yore, toen op Woodstock een nieuw kwartet toegaf : "This is the second time we've ever played in front op people, man. We're scared shitless !". De naam van dat kwartet : Crosby, Stills, Nash & Young.
Dat meerstemmige harmonieën hét forté vormen van de band, bleek al meteen uit het verpletterende openingsnummer Sun Giant (uit de gelijknamige EP van begin 2008), dat naadloos overging in Sun it rises (openingstrack van het titelloze debuutalbum dat deze zomer het daglicht zag). Allebei songs waar de stemmenpracht wordt ondersteund door een zeer sober en soms nauwelijks hoorbaar instrumentarium. Het zeer gedisciplineerde publiek was muisstil en je kon letterlijk een speld (of drankbeker) horen vallen.
De rest van het concert borduurde rustig op hetzelfde elan door. Gezelligheid en gemoedelijkheid troef, waarbij ook Pecknold het niet kon laten om terug te komen op het studentenfestijn op de Anspachlaan. Een onverstaanbare kreet vanuit het publiek werd door drummer Tillman geïnterpreteerd als "a licky boom-boom down" (uit de bekende hit "Informer" van Snow). Verbazing alom bij Fleet Foxes toen bleek dat dit nummer overbekend is bij het Belgische publiek. Eén en ander was een tikje té gemoedelijk, want tussen de nummers door werd er volop gekletst en aan instrumenten gestemd. Straffer nog : nog voordat de band één noot gespeeld had, werd begonnen met het stemmen van de instrumenten. Kon dat niet op voorhand gebeuren, stelletje luie hippies ;) ? Deze onderbrekingen haalden af en toe de vaart uit het concert, maar hoe kun je in godsnaam slecht gezind worden op deze sympathieke bebaarde mannen ?
Pecknold zorgde enkele malen solo voor rechtstaande nekharen. Zo speelde hij moederziel alleen Oliver James en ook de eerste twee bisnummers nam Pecknold alleen voor zijn rekening (met als eerste de Amerikaanse traditional Katie Cruel, door Pecknold onversterkt gebracht - zeer aangrijpend en hier te bekijken). Als uitsmijter werd het publiek op nog een solo-traditional getrakteerd (False Knight upon the road). Voor het overige geen verrassingen in een uitmuntende set, die volledig bestond uit songs van Sun Giant en de titelloze LP. Neem het gewauwel en getreuzel weg en je blijft over met één van dé concerten van het jaar.
Setlist :
1. Sun giant
2. Sun it rises
3. Drops in the river
4. English house
5. White winter hymnal
6. Ragged wood
7. Your protector
8. Crayon angels / Oliver James
9. Quiet houses
10. He doesn't know why
11. Mykonos
----
12. Katie cruel
13. Tiger mountain peasant song
14. Blue ridge mountains
15. False knight upon the road
1 opmerking:
tof dat wanneer je deze review leest je ook volledig in de fleet foxes sfeer komt door de bijpassende banner van je blog...
Een reactie posten