26 december 2008

Snelfilm 3

Vlak voor de jaarwende trekken we nog snelsnel een flink blik filmpjes open. Te weten :
















De recent overleden Nobelprijswinnaar Harold Pinter zorgde voor het semi-autobiografische script van BETRAYAL (David Hugh Jones, 1983) en dat script leverde hem een oscarnominatie op. In korte hoofdstukjes - getoond in chronologisch omgekeerde volgorde - wordt het verloop van een overspelige relatie getoond. De gehuwde literaire agent Jerry (Jeremy Irons) begint een relatie met de vrouw van zijn goede vriend en uitgever Robert (Ben Kingsley). Nogal toneelmatige en steriele film die zich wel kan buigen op voortreffelijk acteerwerk.

Het stond in de sterren geschreven dat regisseur Jim Jarmusch en acteur Bill Murray elkaar vroeg of laat zouden treffen. Dit gebeurde in BROKEN FLOWERS (2005), een uitstekende karakterstudie waarin het flegma van Murray perfect tot zijn recht komt. Kort nadat hij door zijn laatste vriendin gedumpt werd, krijgt de eeuwige vrijgezel Don een anonieme brief waarin staat dat hij een twintig jaar oude zoon heeft. Don zoekt enkele oude liefdes van weleer op en wordt gedwongen ook over zijn eigen leven na te denken. De soundtrack is een absolute aanrader.

Zhao is een vrijgezel op leeftijd die stilaan begint te wanhopen. Eén dame - een obese en bazige vrouw - lijkt bereid om met hem te trouwen maar zadelt hem al snel op met haar blinde stiefdochter, de sympathieke Wu Ying. Zhao krijgt medelijden met Wu en vat samen met enkele vrienden het plan op om Wu een bezigheid te geven : ze richten een oude fabriekshal in als massagesalon, waarin ze zelf om beurten als klant spelen. Wu heeft het plannetje snel door maar speelt het spelletje mee. Haar vriendschap met de knullige Zhao doet haar de knoop doorhakken om op zoek te gaan naar haar natuurlijke vader. Met dit bitterzoete HAPPY TIMES (2000) sloot de Chinese topregisseur Zhang Yimou een periode af waarin hij enkele sociaal geïnspireerde films draaide, vooraleer aan zijn succesvolle blockbusters te beginnen (Hero uit 2002, House of flying daggers uit 2004 en Curse of the golden flower uit 2006).

In de geschiedenis van de Oscars zijn er tot op heden slechts drie films in geslaagd om 'the big five' te winnen (oscars voor beste film/regie/script/acteur/actrice). De eerste film die hierin slaagde, was de vinnige screwball-komedie IT HAPPENED ONE NIGHT (Frank Capra, 1934). Een rijkeluisdochter ontvlucht haar vader om met een fatterige nietsnut te kunnen trouwen. Tijdens haar lange busreis ontmoet ze de ontslagen journalist Peter Warne (Clark Gable) en er hangt al snel liefde in de lucht. Misschien ondertussen een tikje gedateerd en nadien gecopieerd in talloze nog scherpere screwballs, maar de flitsende dialogen tussen Gable en Claudette Colbert blijven leuk om volgen.
















Over the big five gesproken : de tweede film die hierin slaagde was One flew over the cuckoo's nest van Milos Forman uit 1975. Een tiental jaren eerder had Forman zijn eerste oscarnominatie al op zak met LÁSKY JEDNÉ PLAVOVLÁSKY (a.k.a. A blonde in love, 1965), een minimalistisch en in grauw zwart/wit opgenomen film over een simpele liefdesanecdote. Een tienermeisje werkt in een fabriek in een afgelegen streek waar er veel meer vrouwen dan mannen wonen. Ze is dan ook zielsgelukkig wanneer ze de liefde gevonden lijkt te hebben in de armen van een jonge en knappe pianist. Ze reist hem achterna naar Praag, waar haar illusies al snel doorprikt worden. Beroemdste scène uit de film : de twee jongelui liggen naakt in bed en de pianist vergelijkt het lichaam van zijn laatste verovering met een gitaar, zoals die geschilderd zou kunnen zijn door Picasso.

Wie is toch die geheimzinnige man, die al jarenlang in dezelfde hotelkamer woont, zichzelf stipt één maal per week een shot heroïne toedient, uiterst zwijgzaam is en wiens enige activiteit erin lijkt te bestaan om regelmatig grote koffers met geld naar een bank te brengen ? Hotelbediende Sofia probeert deel uit te maken van de mysterieuze leefwereld van haar hotelgast. Pas in het laatste halfuur geeft LE CONSEQUENZE DELL'AMORE (Paolo Sorrentino, 2004) zijn geheimen prijs. Een zeer intrigerende en unieke karakterstudie en zeker één van de meest originele gangsterfilms die ik ooit zag. Een film die je langzaam bekruipt en maar moeilijk loslaat.

De neo-realistische en semi-documentaire werkwijze van de gebroeders Dardenne is ondertussen genoegzaam bekend en daardoor biedt L'ENFANT (2005) qua stijl weinig of geen verrassingen. De jonge Sonia krijgt een kind. De vader is Bruno, een jonge sjoemelaar en kleine crimineel. Buiten het weten van Sonia om tracht Bruno een slaatje te slaan uit de baby en biedt hem voor illegale adoptie aan. Wanneer Sonia dit hoort, stort ze in. Het is aan Bruno om te trachten zijn misstappen recht te zetten. Dardenne-habitué Jérémie Renier acteert uitstekend. Goed voor de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes in 2005 maar in mijn ogen zeker niet de beste Dardenne.

Sofia Coppola regisseerde in 2006 het levensverhaal van MARIE ANTOINETTE, vanaf het ogenblik dat zij als vijftienjarig meisje gekoppeld werd aan de toekomstige koning Louis XVI, tot aan de val van Versailles en haar onthoofding in 1793. De benaderingswijze van Coppola was nogal omstreden en is zeker niet naar ieders smaak. Het uiterst decadente decor van Versailles en de schitterende costumering worden gecombineerd met een moderne soundtrack (vooral muziek uit de eighties). Een originele wijze om de droomwereld van een meisje in een gouden kooi te schetsen, maar niet altijd even geslaagd. Wel goed acteerwerk van Kirsten Dunst en een leuke bijrol van Steve Coogan als haar politieke adviseur. Als historisch kostuumdrama matig en te lang, maar als bijna tijdloos portret van een door omstandigheden ingesnoerd tienermeisje nog wel het bekijken waard.
















Sam wordt op school hard aangepakt door een verwende dikzak. De oudere broer van Sam en diens vrienden besluiten om de bully een lesje te leren. Samen met Millie - het vriendinnetje van Sam - onderneemt het groepje jongeren een boottocht. Wat een onschuldige en grappige wraakactie had moeten worden, loopt echter volledig uit de hand. MEAN CREEK (Jacob Aaron Estes, 2004) roept herinneringen op aan Stand by me (Rob Reiner, 1986) maar moet er nauwelijks voor onderdoen. Een degelijke tienercast, met Rory Culkin (jongere broer van Macaulay) als Sam en vooral Carly Schroeder die uitstekend acteert in de rol van het jonge meisje Millie. Geen onvergetelijk meesterwerk maar absoluut het bekijken waard.

Mobbing is een praktijk waarbij grote bedrijven -meestal bij overnames of fusies - trachten om werknemers via kleine pesterijen en talloze overplaatsingen ertoe te bewegen zelf ontslag te nemen. In MI PIACE LAVORARE (Francesca Comencini, 2005) wordt het verhaal verteld van Anna, een alleenstaande moeder die als boekhoudster werkt in een groot bedrijf. Na een herstructurering wordt ze heen- en weergeslingerd tussen jobs als archivaris, bijvulster van het papier in het copieerapparaat, magazijnorganisatie, ... : allemaal vernerende jobs waarvoor ze niet gekwalificeerd is. Aanvankelijk lijkt het bedrijf erin te slagen om Anna kapot te krijgen maar met de hulp van haar dappere dochter Morgana en van een vakbondsactiviste besluit Anna om terug te vechten. Een sober en pijnlijk socio-politiek drama dat de verdienste heeft om een blijkbaar veel voorkomende praktijk aan de kaak te stellen.

Wanneer de dochter van Timoteo, een chirurg op leeftijd, het slachtoffer wordt van een zwaar verkeersongeval en in de operatiekamer vecht voor haar leven, denkt haar vader terug aan een liefdesepisode van enkele tientallen jaren voorheen. Na motorpech strandde hij toen in de grauwe periferie van een grote stad. Een slonzige vrouw biedt haar hulp aan maar wordt als dank door Timoteo verkracht. Meteen het begin van een geladen slachtoffer/dader-relatie. In dit wrange NON TI MUOVERE (2004 - geschreven, geregisseerd en geacteerd door Sergio Castellito) speelt een nauwelijks herkenbare Penélope Cruz een goede rol als simpele slons die een relatie begint met haar aanrander. Desalniettemin een te koele film die weinig empathie opwekt, de véél te melige soundtrack ten spijt.

In de Koreaanse horrorfilm PHONE (Byeong-ki Ahn, 2002) krijgt de jonge journaliste Ji-Wong dreigende telefoontjes na haar artikelenreeks over pedofilie. Een bevriend koppel biedt haar een schuilplaats aan. Het aanvragen van een nieuw mobiel nummer houdt de geheimzinnige telefoontjes echter niet tegen. Ji-Wong graaft dieper en ontdekt dat de vorige abonnees van hetzelfde mobiele nummer een geheimzinnige dood stierven. Tracht één van hen wraak te nemen vanuit het graf ? En wat is de rol hierin van het bevriende koppel en hun bezeten dochtertje ? Allemaal mooie mensen in deze mooi gestileerde maar nogal verwarrende chiller, die niet in weinige mate schatplichtig is aan de Japanse cultfilm Ringu (Hideo Nakata, 1998).
















Nadat de James Bond-franchise een broodnodige en indrukwekkende opfrisbeurt kreeg middels het geweldige Casino Royale (Martin Campbell, 2006), werd de opvolgersdruk in de schoenen geschoven van Marc Forster, die opmerkelijk genoeg zijn sporen voordien vooral in indiefilms en karakterstudies verdiend had. Het resultaat (QUANTUM OF SOLACE, 2008) kon me in zeer hoge mate bekoren. Opnieuw een uiterst charismatische Daniel Craig (wat een bink !), met aan zijn zijde de obligate lekkere vrouwen. Een cryptische en scherpe plot, enkele verbluffende actiescènes en de harde digitale opnametechniek leveren een uitstekend schouwspel op. Enig minpunt : Dominic Greene kan maar matig overtuigen in zijn rol van de slijmerige bad guy Mathieu Almaric.

Voormalig FBI-agent Kaminsky wordt door zijn vroegere chef benadert om - in het kader van een officieuze operatie - te infiltreren in een maffiabende, die verantwoordelijk geacht wordt voor de dood van de zoon van de FBI-chef. Schwarzenegger gaat er met de grove borstel door, ontwijkt op miraculeuze wijze de ene kogelregen na de andere en doet uiteraard het recht zegevieren in RAW DEAL (John Irvin, 1986). Extreem gedateerde en houterig geacteerde actiefilm met een teveel aan onsmakelijk geweld. Een film uit de tijd toen er nog enorm veel haar stond op de Engelse tongval van Schwarzenegger en toen dit soort films brood en beleg vormden voor uitbaters van videotheken in de hausse van het VHS-tijdperk. Te mijden.

Steven Soderbergh nam in 2002 wel zeer veel hooi op zijn vork door SOLARIS te verfilmen, naar het bekende boek van de Poolse schrijver Stanislaw Lem uit 1961. Grootmeester Andrej Tarkovsky zette reeds in 1972 de definitieve filmversie neer van dit boek en in vergelijking met dit onbetwiste meesterwerk valt de bewerking van Soderbergh nogal schraal uit. Nochtans doet George Clooney aardig zijn best in de rol van psycholoog Chris Kelvin, die de missie krijgt om af te reizen naar een afgelegen ruimtestation - dat zich bevindt nabij de planeet Solaris - en een onderzoek in te stellen naar de psychologische problemen waarmee de bemanning lijkt te kampen. Ook Kelvin zelf krijgt met deze problemen te maken wanneer hij in het station plots bezoek krijgt van zijn overleden echtgenote. Op zich valt er weinig aan te merken aan deze film, maar Soderbergh reikt nauwelijks tot aan de knieën van Tarkovsky, die erin slaagde om de roman van Lem een ongelooflijke diepgang mee te geven. Dat je Clooney quasi dagelijks ziet passeren in een Nespresso-spot, helpt ook niet echt.

Stargate SG1 en Stargate Atlantis zijn twee succesvolle TV-spinoffs van STARGATE (Roland Emmerich, 1994). Het geheim van een mysterieuze ring, opgegraven in Egypte, wordt ontsluierd door archeoloog Daniel Jackson (James Spader). De ring blijkt een sterrenpoort te zijn. Samen met een militair team onder leiding van kolonel Jack O'Neill (Kurt Russell) reist Jackson naar een ver afgelegen planeet, waar ze in contact komen met een archaïsche maatschappij die onderdrukt wordt door een booswicht die zich voordoet als de God Ra. De TV-reeksen exploiteren ten volle deze leuke premisse, die in de film zelf nauwelijks tot zijn recht komt. Leuk voor scifi-buffs maar ongetwijfeld oersaai als je geen liefhebber van het genre bent. Ik miste vooral de tongue-in-cheek humor die de TV-series zo aangenaam maakt. Zeer matige rol van Kurt Russell.
















Broadway-columnist J.J. Hunsecker hanteert een vlijmscherpe pen en heeft de macht om mensen te kraken of te maken. Eén van zijn vele kontlikkers is de gladde persagent Sidney Falco. Wanneer de zus van Hunsecker een relatie begint met een veelbelovende jazzmuzikant, doet Hunsecker een beroep op Falco om deze relatie te breken. Falco doet wat graafwerk en biedt aan Hunsecker een leugenachtige roddel aan omtrent vermeend druggebruik van de muzikant, een roddel die Hunsecker maar al te graag gebruikt in zijn column. In een keiharde en hypocriete wereld van 'dog eat dog' zal de column van Hunsecker zich uiteindelijk tegen hemzelf keren. SWEET SMELL OF SUCCESS (Alexander Mackendrick, 1957) is simpelweg een fantastische film : vlijmscherpe dialogen, een grauwe en gritty zwart/wit-opname met schitterende locatie-keuzes in Broadway en zeer gedreven acteerprestaties. Burt Lancaster schittert in één van zijn beste rollen als de keiharde en manipulatieve columnist en krijgt uitstekend weerwerk van Tony Curtis die ook één van zijn beste rollen neerzet als de slijmerige Falco. Meesterwerkje.

Een conventie in een hotel. In hun zogenaamde hospitality suite bereiden twee geroutineerde verkopers een informele party voor, met als bedoeling het product van hun bedrijf te slijten aan een machtige industrieel. Het cynische tweetal wordt hierin bijgestaan door de religieuze beginneling Bob. Zullen ze erin slagen om de grote vis oftwel THE BIG KAHUNA (John Swanbeck, 1999) binnen te halen ? Een typische acteursfilm en overduidelijk verfilmd toneel (een stuk van Roger Rueff), die zich quasi volledig in één kamer met drie acteurs afspeelt. De vraag of de bussinessdeal al dan niet slaagt, is ondergeschikt aan de portrettering van de drie personages. Een redelijk goede rol van Kevin Spacey die zijn gekende trukenboekje bovenhaalt maar vooral verrassend goed acteerwerk van Danny DeVito als zakenman op leeftijd die last krijgt van een burnout. Goed gemaakt, intelligent maar een tikje té toneelmatig.

De voorlopig laatste filmbewerking van William Shakespeare's THE MERCHANT OF VENICE werd in 2004 gedraaid door Michael Radford. In het Venetië van de 16de eeuw hoopt de jonge maar arme edelman Bassanio het hart te veroveren van de mooie en rijke edeldame Portia. Hij leent hiervoor geld bij zijn boezemvriend Antonio. Maar omdat deze laatste zijn eigen geld geïnvesteerd heeft in overzeese handel, klopt Antonio aan bij de Joodse geldwoekeraar Shylock. Deze leent geld aan Antonio op één voorwaarde : indien Antonio niet tijdig kan betalen, mag Shylock één pond vlees snijden uit het lichaam van Antonio. Bassanio slaagt in zijn opzet om Portia te veroveren maar Shylock blijft op zijn strepen staan. Het komt tot een bewogen proces voor de Doge van Venetië. De rol van Shylock is op het lijf geschreven van Al Pacino, die als vanouds alle registers opentrekt. Productie, enscenering en kostumering zijn subliem en ook Jeremy Irons is zeer degelijk in de rol van Antonio. Een fan van Joseph Fiennes (een nogal bleke Bassanio) zal ik echter wellicht nooit worden. Misschien een tikje te lang maar toch weet Radford het beste te halen uit deze verwrongen tragikomedie van 's werelds meest befaamde schrijver.

In Mi piace lavorare kijkt de kijker mee over de schouder van een bediende die het slachtoffer wordt van bedrijfsherstructering. In VIOLENCE DES ECHANGES EN MILIEU TEMPERE (Jean-Marc Moutout, 2003) kijken we mee over de schouder van Philippe, een jonge junior consultant die de opdracht krijgt om de aanstaande overname van een middelgroot bedrijf voor te bereiden. De andere kant van de medaille dus. Het personeel van dat bedrijf beseft dat afdankingen in de lucht hangen en zetten de jongeman onder grote druk. Wanneer Philippe geconfronteerd wordt met de mens achter de statistiek, begint hij te twijfelen aan zijn opdracht. Ook zijn prille relatie met de alleenstaande moeder Eva komt onder zware druk te staan. Zal Philippe het auditmotto "work hard, play hard" doordrijven ten koste van zijn relatie en ten koste van de werknemers, of zal hij toch zijn geweten volgen ? Het antwoord valt pas in de intrigerende slotminuten. Een triest en sociaal-geïnspireerd drama dat zich bedient van een intelligent script en van de charismatische acteerprestatie van de reeds eerder genoemde Dardenne-acteur Jérémie Renier.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

gaast, hoeveel films ziede gij nu?

Bangelijk! Frappant is dat de films die ik ook heb gezien door mij ongeveer gelijkaardig werden ervaren als beschreven in uw reviews...

Alleen heb ik het Solaris (het boek) niet gelezen. Ik ben dan ook gene lezer. De film vond ik al heel erg goed. Zalig "lentement".

Cheers!

Peter Prong zei

Tja, ik zie idd redelijk veel films. Het werd onbegonnen werk om ze één voor één uitgebreid te bespreken, dus zwier ik er vanaf nu ongeveer om de maand een hoopje op den blog.
Solaris in de Tarkovsky-versie is zovééél beter !

Anoniem zei

Waar kan ik de versie van Tarkovsky vinden want ik ben serieus getriggered nu.

Trouwens, Hoe goe is Broken Flowers. Echt op Murray z'n lijf geschreven enzo...

Peter Prong zei

In de betere videotheek moet de Tarkovsky-versie te vinden zijn. Of je kunt hem voor 5 $ bekijken op criterion.com.
Broken Flowers : koop of download de soundtrack. Een pareltje !