04 oktober 2009

La Venexiana : Concerto delle dame di Ferrara (Begijnhofkerk Turnhout - 03.10.2009)

In een co-productie van de Warande en het Festival van Vlaanderen vond in de Begijnhofkerk te Turnhout een redelijk uniek concert plaats. Het Italiaanse barokgezelschap La Venexiana onder leiding van contratenor Claudio Cavina - voor de gelegenheid achter het clavecimbel - bracht een aantal madrigalen ten gehore van componist Luzzasco Luzzaschi (1545-1607). Madrigalen zijn meerstemmige polyfone composities, veelal voorzien van uitgesproken wereldlijke teksten, en kenden hun hoogtepunt in de Renaissance. Het gezelschap spitste zich meer bepaald toe op liederen die gezongen werden aan het hertogelijk hof in de Italiaanse stad Ferrara. Het historisch kader van deze madrigalen werd voorafgaand aan het concert geschetst door Klara-presentatrice Katelijne Boon. Het concert werd overigens geregistreerd en zal op maandag 19 oktober uitgezonden worden op Klara.

Omtrent het historisch kader citeer ik gemakshalve enkele passages uit de begeleidende brochure van het Festival van Vlaanderen :

"Tijdens haar bloeiperiode in de 16de eeuw voerde de familie d'Este in Ferrara één van de belangrijkste hofhoudingen van Europa, nu eens als bloeddorstige despoten, dan weer als verlichte heersers in de geest van de Renaissance. In dezelfde periode trok het hof van d'Este schrijvers aan als Petrarca, Tasso en Ariosto en schilders als Mantegna, Titiaan en Bellini. Tijdens de regering van Alfonso I werd de leiding van de in opbouw zijnde hofkapel toevertrouwd aan Vlamingen, die toen algemeen als dé beste componisten beschouwd werden, zoals Antoine Brumel. Hierdoor groeide Ferrara kort na 1500 uit tot één van dé trekpleisters voor musici, zangers en componisten. Onder Alfonso II (1559-1597) nam de voorliefde van het hof voor muziek nog toe. In het laatste kwart van de 16de eeuw werd het muziekpersoneel fors uitgebreid tot meer dan twintig zangers, zowel geestelijken als leken (waarvan een meerderheid Vlamingen), maar ook Spanjaarden en een vijftiental instrumentalisten. Alfonso II vertrouwde de titel van kapelmeester toe aan de Italiaanse componist Franceso della Viola, die begon met het aanleggen van een bijzonder indrukwekkende verzameling instrumenten en een ware muziekbibliotheek, die rond 1600 als één van de meest rijke uit heel Italië werd beschouwd, zeker wanneer het op wereldlijke vocale muziek aankwam. Wat de muziekensembles aan het hof betreft, koesterde Alfonso II een groeiende interesse voor een kleinere groep uiterst getalenteerde zangers en instrumentalisten die 'da camerina' moesten uitvoeren, een soort geraffineerde concerten voorbehouden aan een select publiek. Deze muziek werd vooral vertolkt door zangeressen, in alle intimiteit beluisterd of in besloten kring gespeeld voor prestigieuze gasten. Alfonso II zou een echte passie opvatten voor dit 'concerto delle dame'. La Venexiana brengt een dergelijk 'concerto delle dame di Ferrara' terug tot leven, uitsluitend met muziek van Luzzasco Luzzaschi, de favoriete componist van Alfonso II die talloze madrigalen voor dit geheel unieke vocale ensemble componeerde, waarin de vrouwenstemmen kunnen schitteren als in weinig andere muziek uit de Renaissance."

Begeleid door cello, clavecimel, harp en luit werden een veertiental madrigalen (en één toegift) ten gehore gebracht door drie uitstekende vrouwelijke stemmen, de ene al wat harder en passioneler dan de andere. De inhoud van deze poëmen draait meestal rond passie, smart en liefde. Inhoudelijk niet veel anders dan de puberale lezersbrieven in de Joepie, maar natuurlijk een stuk eleganter verwoord :

1. O dolcezz'amarissime d'amore (Oh, bittere zoetheden van de liefde)
2. Aura soave di segreti accenti (De zoete klank van de geheime tonen)
3. O primavera, gioventù de l'anno (Oh lente, jeugd van het jaar)
4. Ch'io non t'ami cor mio (Dat ik niet van je hou mijn hart)
5. Non sa che sia dolore (Hij weet niet wat pijn is)
6. Stral pungente d'amore (Scherpe pijl van de liefde)
7. Deh vieni hormai cor mio (Kom nu mijn hart)
8. Donna metre vi miro (Vrouw, terwijl ik je aanschouw)
9. Cor mio deh, non languire (Oh, mijn hart, niet wegkwijnen)
10. Io mi son giovinetta (Ik ben een jong meisje)
11. Segu'a rinasdcer Laura e prenda l'Arco (Doe verder Laura ontwijken en neem de Boog)
12. Troppo ben può questo tiranno Amore (Te veel goeds kan deze tiran de Liefde)
13. T'amo, mia vita ! La mia cara vita (Ik hou van je, mijn leven, mijn lieve leven)
14. Occhi del pianto mio (Ogen van mijn gehuil)

Met deze zeemzoete teksten en de zoetgevooisde stemmen van de drie bevallige zangeressen was het goed te verstaan dat Alfonso II en zijn hofgenoten uitgebreide privileges verschaften aan hun privé-zangeressen. Of er al dan niet seksuele gunsten werden verleend, is een historisch twijfelgeval maar één ding staat vast : het was rond 1600 goed om te vertoeven aan het hof van Ferrara. Vanavond was een zeer mooie evocatie van een onweerstaanbaar stukje historische muziek. Dat luit, cello en harp meestal overstemd werden door de luide clavecimbel, is een nauwelijks relevante detailkritiek vermits alles in deze muziek onderdanig is aan de polyfone stemmenpracht.

Ook de details zaten mee vanavond. We arriveerden nogal aan de late kant maar mochten daardoor onverhoopt plaatsnemen op uitstekende zitjes in de voorste gelederen, normaliter voorbehouden voor Klara-genodigden die echter zo vriendelijk waren geweest om niet op te dagen. Bovendien werd na afloop van het concert door de sponsoren een receptie aangeboden in de raadszaal van het stadhuis te Turnhout. De leden van het Venexiana-ensemble werden er terecht op applaus onthaald maar trokken me met een ruk los uit de kleine tijdscapsule waarin ik me tijdens het concert bevonden had : de mooiste van de drie zangeressen had immers haar stijlvolle zwarte jurk ingeruild voor een weinig smaakvolle jeans. "Non credete ai sembianti che par soave ed è pungente e credo !" verzuchtte ik dan ook ("geloof niet in het uiterlijk dat zoet lijkt maar scherp en wreed is").

Geen opmerkingen: