14 januari 2010

DegrotemonD (Sint-Theobalduskapel Turnhout - 13.01.2010)

In een productie van toneelgezelschap SKaGeN zet acteur Valentijn Dhaenens - bij het grote publiek vooral bekend door zijn hoofdrol in De Helaasheid Der Dingen maar reeds lang als theateracteur actief - een grote mond op. Dit doet hij door te grasduinen doorheen een eeuwenoude retoriek-geschiedenis. Voor deze tournee van DegrotemonD werd bewust gekozen voor locaties buiten de geijkte culturele huizen. In casu zagen wij de voorstelling in de kleine en knusse Sint-Theobalduskapel in Turnhout die plaats biedt aan hooguit een vijftigtal mensen. Met de neus op de actie dus en volkomen klaar om meegesleept te worden door een interessante reeks redevoeringen.

Het spreekgestoelte is een lange tafel waarop een half dozijn verschillende microfoons uitgestald zijn. Boven het hoofd van Dhaenes zweeft een digitaal krijtbord waarop de redenaars te lezen zijn :

De Groot-Inquisiteur 1583
Nicola Sacco 1927
Socrates 399BC
Goebbels 1943 / Patton 1945
Pericles 431BC
Z.K.M. Boudewijn 1990
Lumumba 1960
R. Kennedy 1968 – M.L. King 1968 – Malcolm X 1964 – M. Ali 1974 – J.F.K. 1961 – Reagan 1986 –H.W. Bush 1991
Louis Farrakhan 2005
Osama Bin Laden 1996
De voorzitter 2007
G.W. Bush 2001 / 2006
Ann Coulter 2001
G.W. Bush 2002


Iedereen die het ooit aangedurft heeft om De Gebroeders Karamazow van F.M. Dostojewski te doorworstelen, zal net zoals ik zeer onder de indruk gekomen zijn van de daarin opgenomen parabel van de Groot-Inquisiteur (trouwens ook als aparte novelle uitgegeven). In deze parel uit de wereldliteratuur is Christus herrezen in de 15° Eeuw maar zijn herrijzenis verloopt niet volgens plan : hij wordt doodleuk achter de tralies gezet en in een lange speech verwijt de dienstdoende Groot-Inquisiteur aan Christus dat hij aan de mens teveel vrijheid gegeven heeft, terwijl toch algemeen geweten is dat de mens een dier is dat behoeft heeft aan grenzen, aan adoratie, aan regels. Dhaenens opent de avond met enkele zinnen uit de preek van de Inquisiteur en zet daarmee de toon voor alle speeches : iedereen die aan het woord gelaten wordt, heeft zich tot doel gesteld om zijn toehoorder in te palmen middels zijn betoog. Weze het voor politieke doeleinden of om bepaalde emoties op te wekken : het betoog is een instrument om een welbepaald doel te bereiken.

Dhaenens wisselt moeiteloos af tussen verschillende gemoedsgesteldheden zonder in karikaturen te vervallen (behoudens misschien tijdens zijn imitatie van een onbeholpen Frank Vanhecke ("De Voorzitter") die in gebrekkig Engels de Islamisering van Europa aankaart tijdens een bijeenkomst van de conservatieveling Pat Buchanan). Meesterlijk is hij in het contrast tussen een schijnbaar lieflijke Goebbels die het Duitse volk oproept tot de totale oorlog ("Als u ooit trouw en onverbrekelijk in de overwinning hebt geloofd, dan wel in dit uur van nationale bezinning en innerlijk herstel. Welnu volk, sta op en storm, breek los !") en de brute soldatenbranie van generaal Patton. En na de speech van Boudewijn waarin hij diens knagende geweten n.a.v. de abortuswet onder het licht brengt, klinkt de triomfantelijke voordracht vol hoop en strijdkracht van Lumumba zeer wrang.

Her en der heeft ook muziek zijn plaats in de voorstelling. Het flitsende Amerika-hoofdstuk - met korte flarden uit opzwepende toespraken - wordt ingeleid door Dhaenens die het ironisch klinkende "America" uit West Side Story aanheft. Zijn beukende vuisten op tafel worden geloopt tot een aanhoudend drumgeroffel dat het hoofdstuk nog meer drive meegeeft. Zelfs Smells Like Teen Spirit en het aandoenlijke Nature Boy (Nat King Cole) dat de debatten sluit, passeren de revue. Telkens gezongen door Dhaenens in meerdere micro's en telkens sober maar efficiënt gemixt en geloopt.

Net door het feit dat Dhaenens elke speech met dezelfde sérieux behandelt en de gemakkelijke karikaturen uit de weg gaat - wat niet altijd eenvoudig is als je Nation of Islam-opruier Louis Farrakhan vertolkt of een weinig bevlogen voordracht van Bush Jr. brengt - wint het geheel aan kracht en voel je je als toehoorder gaandeweg gekneed worden door het bombardement aan argumenten in deze of gene richting. Je voelt je als het ware wegglijden en willoos worden, klaar om door elk vakkundig uitgesproken stukje retoriek ingepakt te worden. Ik was klaar om mee op te stappen in de Grote Oorlog met Goebbels, om strijdvaardig te zijn aan de zijde van Lumuba, om te huilen met Pericles. Dit getuigt niet alleen van de klasse van Dhaenens en van deze meesterlijk goede productie, het getuigt vooral van het gevaar dat in elke vorm van retoriek kan schuilen.

Geen opmerkingen: