25 februari 2010

Bakchai (Warande - 24.02.2010)

Theatermaker Jan Decorte heeft er een handje van weg om te grasduinen in de meer bloederige exponenten van klassieke theaterliteratuur. Zo zocht hij in het verleden al inspiratie bij Macbeth en Titus Andronicus, twee van de wreedste toneelstukken van Shakespeare. En ook in Bakchai (oftwel Bacchanten) van Euripides gaat het er weinig vredelievend aan toe.

In een productie van zijn eigen V.Z.W. Bloet - samen met het Kaaitheater en De Roovers - wierp Decorte zich op het klassieke materiaal. Het resultaat : theater à la Decorte. To love or to hate.

De plot is eenvoudig : koning Pentheus heerst over Thebe, maar een nieuwe cultus is hem een doorn in het oog. De God Dionysos is immers in mensengedaante opgedaagd en predikt een cultus van totale overgave aan extase. De vrouwen van de stad verzamelen zich in het nabij gelegen gebergte en geven zich over aan wijn, dans en een bedwelmende roes. Bij hen ook Agave, de moeder van Pentheus. Deze laatste wil paal en perk stellen aan dit zedeloze gedoe en neemt Dionysos gevangen. Dionysos weet echter Pentheus ervan te overtuigen om stiekem een kijkje te nemen op de berg des verderfs zodat hij zich ervan kan vergewissen dat het allemaal zo erg niet is. Pentheus stemt toe maar wordt door verraad van Dionysos betrapt door de exaltatische vrouwenbende en door hen verscheurd, in hun roes denkend dat het een wild dier betreft. Onder hen ook Agave, die vol trots het hoofd van Pentheus meedraagt. Maar wanneer ze uit haar roes ontwaakt, beseft ze dat ze haar eigen zoon aan stukken heeft gescheurd.

Bezwaarlijk materiaal voor een nieuwe deurenklucht van het Echt Antwaarps Theater, maar geen kloof is dan ook groter dan deze tussen Ruud De Ridder en Jan Decorte. Deze laatste is een theatermaker pur sang die in de loop der tijd trouw is gebleven aan een volstrekt unieke benaderingswijze. Verwacht bij Decorte geen slaafs volgen van de klassieke teksten. Hij neemt er de essentie van en maakt die zich eigen middels een simpele en haast kinderlijke taal. Decorte zelf speelt "twee ouw pekes" (de oude grootvader van Pentheus en een blinde ziener) en doet dat voornamelijk vanachter een spreekgestoelte. Zo bijvoorbeeld wanneer hij commentaar geeft op het stukgereten lijk van Pentheus : "Asche nu / alle stukke / bijeenlegt / istan noch / ne leeuw / zie / teeftande / en voete / geen potenen / klauwe / en tee lippe / gene muilt / en sie / ta gezicht / elemaal / vertrokke / tis e mense / gezich". De lukrake verplaatsing van de slotletter "t" is een vaste constante in de theatertaal van Decorte.

Decorte's vaste partner en levensgezelling Sigrid Vinks vertolkt Agave. Sara de Bosschere (vaste actrice bij De Roovers) kruipt in de huid van Pentheus en een naakte Benny Claessens (bij het grote publiek gekend uit Het Geslacht De Pauw) raast over het podium als een nogal corpulente Dionysos. Dit alles op een uiterst sober ingekleed podium. Een paar houten panelen, een grote giraf op wielen, enkele stoelen en een lezenaar. Meer heeft Decorte niet nodig om taferelen uit het oude Griekenland te suggereren. De verschillende kleine hoofdstukjes worden van elkaar gescheiden door een opvallende cesuur die zich telkens weer herhaalt : de vier acteurs geven zich over aan collectief geroep en gedans waarbij vooral de houterige overgave van Decorte zelf ongemeen aandoenlijk is.

Vele jaren geleden zag ik de Hamlet-creatie van Decorte ("Amlett/Hamlet") en ik herinner me dat ik toen worstelde met de kinderlijke theatertaal van Decorte en het nogal gratuite naakt. Toen misschien een brug te ver, maar vanavond klopte het plaatje wel. Laat Decorte vooral in zijn eigen universum ronddraven. Zolang hij de kern van de klassieken weet te raken op even aandoenlijke en bedrieglijk eenvoudige wijze als in Bakchai, verdient hij een plaats in het theaterlandschap.

Geen opmerkingen: