11 juli 2010

Prince (Werchter Boutique - 10.07.2010)

Hoe krijgt hij het toch weer voor mekaar, die verdraaide Prince ? Het tijdperk waarin hij het ene klassieke album aan het andere rijgde en op z'n dooie eentje de immense uitdaging aanging om de loodzware erfenis van funk en soul op z'n frêle schouders te torsen, ligt al een tijdje achter ons. Met ondertussen 52 lentes achter de kiezen is hij niet langer de grote innovator, maar als entertainer kent hij nog steeds zijn gelijke niet.

Laat ik maar meteen beginnen met de negatieve voetnoten van dit concert, zodat we dat al uit de weg hebben. Er was veel te doen over de ticketprijzen voor dit concert (variërend van 80 € tot 120 €), en dat is zeer prijzig voor een concert op een festivalweide. Daarom misschien dat de ticketverkoop niet al te vlot verliep en er pakweg 'slechts' een 40.000-tal mensen opdaagden.

De begeleidingsband was strak en goed, maar ook niet meer dan dat. En ik denk niet dat er veel mensen zaten te wachten op een cover van het gospelnummer 'Angel', dat halverwege het concert gebracht werd door achtergrondzangeres Shelby J. en waarmee de funky groove nogal bruusk werd onderbroken. En dan zijn er links en rechts nog een paar recensenten en andere komma-neukers die moeite hadden met de opbouw van het concert.

Maar het is in mijn ogen nét daarmee dat de Purperen Hoogheid uit Minneapolis zijn grootheid toonde (alsmede met zijn plateauzolen natuurlijk). De man kan putten uit een schier oneindige reeks hits, zelfs wanneer hij uit zijn rijke catalogus de meer aangebrande nummers schrapt zoals het een goede Getuige van Jehova betaamt. Voor zo'n artiest is het een gemakkelijke binnenkopper in een leeg doel om het festivalweide-publiek - toch een heel andere setting dan een club - een gladde greatest hits-show te serveren. Iedereen tevreden en geen gemor, maar waar is de uitdaging ?

Neen, dan liever toch de uitdaging aangegaan en de grote hits geserveerd als amuses gueules. Alleen iemand met de grandeur als die van iemand die een tijdje als een onuitspreekbaar symbool door het leven ging, kan zich dat veroorloven. En hoge bomen vangen toch altijd veel wind, en er zijn weinig muzikale bomen die hoger groeien dan de purperen soort van het Prince-ras. Dus maar meteen van wal steken met een stomende medley van - hou U vast - "Let's go crazy", "Delirious", "1999", "Little Red Corvette", een briljant strakke versie van "Controversy" en "Take me with you". Naar adem happen kon pas tijdens het naar Prince-normen matige duo "Guitar/Hot summer". Nog maar amper waren Prince's woorden "glad the rain has gone away" koud, of een verse plensbui diende zich aan. Zelfs de weergoden maakten een knieval voor le Petit Prince, want uitgerekend op dat moment werd Purple Rain ingezet. Een zwoele onweersbui, een purperen spot en een onvervalste kippenvel-kraker : een killer-combinatie die me nog lang zal heugen en ongetwijfeld het meest magische moment van de avond. Misschien wel hét live-moment van het jaar.

Jammer dat daarna de eerder genoemde Angel-dip volgde als een té bruuske cesuur na deze sterke opening. De gospel-groove werd nog even doorgetrokken toen Prince zijn vocaliste Shelby J. vervoegde om samen het onweerstaanbaar melige Nothing compares 2 u te brengen. Kiss is misschien wel één van de meest archetypische voorbeelden van de songsmeed-kunst van Prince en aan de live-versie ervan viel werkelijk niets af te dingen. Mountains heb ik altijd één van de meer onderschatte Prince-nummers gevonden en het was dan ook uitermate leuk om deze song live te horen. Meteen de laatste grote hit van de avond en de afsluiter van het copieuze voorgerecht.

Tijd voor Larry Graham - die eerder op de avond al op het podium stond - om zijn muzikale zielgenoot te vervoegen. Graham is een legendarische bassist die deel uitmaakte van het invloedrijke funkcollectie Sly & The Family Stone. In een lange jam met de bass-slappende Graham bracht Prince hulde aan de muziek waar hij de mosterd vandaan haalde en die hij eigenhandig in de jaren '80 van een nieuwe lading spunk voorzag : funk & soul. Shake Your Body Down To The Ground van The Jacksons en vervolgens zowel Everyday people als I wanna take you higher van Sly & The Family Stone vormden een stomend drieluik. En het was vooral tijdens dit drieluik - nog veel meer dan tijdens zijn eigen hits - dat Prince zich duidelijk in zijn sas voelde. Veelvuldig oogcontact met Graham, excellerend op gitaar en glimmend van plezier gaf Prince het beste van zichzelf. Heel even niet meer de larger-than-live regent van Paisley Park, maar een muzikant die geniet van funky grooves van welleer.

Na een klein anderhalf uur droop Prince af, om daarna nog vier (!) encores te geven. En dan komt natuurlijk de professionele crowdpleaser in hem naar boven. Het publiek eet vlotjes uit zijn hand, ook al worden er tijdens deze bisrondes geen grote hits meer gespeeld. Het draait nu alleen nog maar om de groove en om de interactie met het publiek. Op een enkele wenk van de grootmeester gaan handen en gsm's op verschillende ritmes de lucht in. Hilariteit ten top wanneer hij aan het begin van de twee en vierde bisronde schijnbaar uitgeput op het podium neervalt. All part of the act. Een act die hij perfect beheerst. De intervals tussen de bisrondes waren misschien een tikje te lang, maar een langneuzige kniesoor die daarom maalt. Uit deze bisrondes onthoud ik vooral "Eye like funky music", dat meteen door het publiek als een chant werd opgepikt, een lekkere versie van Dance Disco Heat (een oude disco-hit van Sylvester James) en het zeer lang uitgerokken "Musicology". Dit laatste werd bij wijze van leuke gimmick doorspekt met de riff van "Love Rollercoaster" van The Ohio Players (vooral bekend in de versie van de Red Hot Chili Peppers), een riff die meerdere malen van zeer traag tot zeer snel werd opgezweept. Bij wijze van definitief afscheid nog de nauwelijks memorabel intro van Peach, en toen viel na een dikke twee uur definitief het doek over deze show.

Kon het strakker en beter ? Wellicht wel. En laten we er geen doekjes om winden : de man zal met deze korte Europese tournee zijn reeds vette bankrekening nog flink bijgespekt hebben. Er zijn ook weinig artiesten wiens fans zo kritisch omgaan met hun idool. Elk nummer en elke show worden uitgebreid besproken en geanalyseerd op forums en boards allerhande, waarin elke fan dweept met zijn kennis over 's mans oeuvre. Hij beweegt dan wel niet meer als weleer - naar 't schijnt spelen stramme heupen hem wel eens parten - maar gelukkig is hij nog steeds zoveel meer dan een ongeïnspireerde juke-box. Ik wil vooral niet de Serge Simonart-achtige Prince-pijper uithangen, maar één ding staat - ook na dit concert - nog steeds als een paal boven water : er zijn op deze planeet zeer weinig artiesten die op een podium aan de enkels reiken van deze charismatische brok talent, die daarvoor nauwelijks special effects en slechts een sobere begeleidingsband voor nodig heeft. A shitload of talent is all it takes.

Geen opmerkingen: