23 augustus 2010

Pukkelpop 2010 - dag 1 (19.08.2010)

Het uit Milwaukee afkomstige broederduo Molinari, dat onder de naam French Horn Rebellion door het leven gaat, etaleerde een frisse scheut prettig gestoorde humor. Gladde eighties-synths met een toefje Vanilla Ice, een jachthoorn en vooral de interactie tussen de twee kierewieten hielden de aandacht in de Chateau gaande. De gespeelde ambras tussen de broers, waarbij de ene plots zijn keyboards losrukte, in de coulissen verdween om daarna achteraan in het publiek weer op te duiken, was kenschetsend voor dit olijke duo.

Er viel heel wat minder te lachen tijdens het concert van Tame Impala. Met het uitstekende debuutalbum Innerspeaker grijpen deze Aussies terug naar ouderwetse maar oerdegelijke mushroom-psychedelica van oorspronkelijk Britse makelij. En dat werkte ook op het podium. Met gesloten ogen verlangen naar een lsd-trip en een lava-lamp. Nog snel even het einde van het concert van LoneLady meegepikt. Van een stel langharige Australiërs die in hogere sferen verkeren naar de androgyne en über-koele Julie Campbell : een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Uiterst sober drum- en toetsenwerk begeleiden Campbell, een soort kruising tussen Patti Smith en PJ Harvey. Op het podium spatten de vonken er nog niet meteen vanaf, maar als ze het niveau van haar debuutalbum Nerve Up kan aanhouden, is deze dame een grote toekomst beschoren.

En over contrasten gesproken : op het veel te grote hoofdpodium mocht Seasick Steve zijn ding komen doen. Een combinatie van geluk, authenticiteit en talent heeft deze oude bluesrot een cultstatus bezorgd, met dank ook aan Jools Holland. Een status waarin hij zich op zijn oude dag oververdiend mag wentelen. Meer dan één sjofele begeleider op drums en enkele gammele gitaren (waarvan enkele zelf in elkaar getimmerd) heeft de man niet nodig om de Pukkelweide gedurende drie kwartiertjes om te toveren tot een broeierig katoenveld in Mississippi. De John Deer-pet maakte het plaatje af.

Meerstemmige nu-folk (met obligate lange baarden) is hipper dan ooit, maar dat is ook niet altijd een garantie voor topkwaliteit. Zo bracht Megafaun een prettig naief maar nogal onbeholpen concert. Maar de geweldloze vriendelijkheid droop van het goed gezinde trio af, en hoe kun je nu té kritisch zijn over een groep die met banjo's een Nonkel Bob-gevoel overbrengt ?

Net zoals Orange Black één van de meest miskende Belgische bands aller tijden is, zal ook het nieuwe project rond Dieter Sermeus (The Go Find) de hitparades nooit te vuur en te zwaard bestormen. Maar dat hoeft ook niet. Fijnproevers laven zich in alle stilte aan de lichtjes melancholische muziek van Sermeus, die elke song zodanig schuurt en polijst totdat er een glimmend diamantje achterblijft. Ik ben fan en dat is er na het concert van vandaag niet minder op geworden. Kijk naar de grimassen van pakweg de drummer en de toetsenist, en je ziet puur speelplezier zoals je het zelden tegenkomt. Wel jammer dat ik hierdoor enkel het laatste kwartier van And So I Watch You From Afar kon meepikken, want dit Belfastse postrock-combo moet in staat geacht worden om het op sterven na dode genre weer nieuw en fris leven in te blazen.

Met Band Of Horses was het in de Marquee goed raak. De uit Seattle afkomstige Ben Bridwell en de zijnen slaagden er wonderwel in om het bloedmooie materiaal van hun drie albums te vertalen naar een ijzersterk concert, waarvan het plaatje helemaal klopte. Zeer hecht en coherent samenspel in de beste rocktraditie, puntgave songs : wat wil een mens nog meer ? Dat ook stadsgenoten Minus The Bear het niveau van pakweg Menos El Oso (2005) zou vertalen naar een spannende gig bijvoorbeeld, maar soms verlangt een mens teveel. Het uitstekende studio-werk werd in de Club niet geëtaleerd, wat dan ook voor een half-lege tent zorgde. Een gemiste kans.

Maar niet getreurd, want alras deed Iron Maiden alle ellende vergeten. Hier en daar werd er een beetje meesmuilend over gedaan dat deze legendarische exponent van de British New Wave Of Heavy Metal op de Pukkelpop-affiche stond, maar dat soort van criticasters is nu eenmaal geboren met oogkleppen op. Hoe kan je nu niet overstag gaan voor Fear Of The Dark, Number Of The Beast of Hallowed Be Thy Name ? Jammer dat we Wasted Years en Run To The Hills niet te horen kregen, maar dat was voor mij bijzaak. Ik bekeek de hele show met een glimlach en genoot met volle teugen van het robbertje schijnvechten met mascotte Eddie, van de wijdbeense en theatrale gebaren van Bruce Dickinson (wat een frontman !), van de bolle kaken en het gitaarspel van Dave Murray, van de gigantische Eddie-backdrops, ... Bij wijze van verwelkoming smeet het publiek honderden bier-kartonnetjes de lucht in en naarmate het concert vorderde, zat de hele wei in de zak van Maiden. Good clean fun en alle shoegazende emo-kids die hier hun neus voor ophalen, kunnen aan mijn r**t roesten.

De twee Britse knoppen-wizzards van Fuck Buttons hebben amper twee albums op hun naam staan, maar hun reputatie staat als een huis. In 2008 traden Andrew Hung en Ben Power al aan op Pukkelpop, toen nog maar met één album onder de arm en dus nogal vroeg op de dag geprogrammeerd. Vandaag gelukkig later op de avond en uiteraard weer in de Chateau. Een lichte vorm van intoxicatie is geen nadeel voor de bezoeker die zich vrijwillig onderdompelt in de verwrongen beats en vermangelde white noise. Voorzichtig worden lagen toegevoegd en weer afgepeld. Indrukwekkende shit. Voor mijn neus ging Kurt Overbergh (artistiek directeur van de AB) redelijk uit de bol. Graag dit duo nog eens in de AB, beste Kükl (hoewel het nog maar van april geleden is) !

Ietwat later trok het knotsgekke Flaming Lips-circus nog eens op gang in de Marquee. Zotte sfeer van bij het begin. Psychedelische projecties van een wijdbeense dame, waarbij wordt ingezoemd op haar schaamstreek en waarna de bandleden als het ware uit haar vagina tevoorschijn komen. Frontman Wayne Coyne die in zijn grote plastic bubbel over het publiek rolt. De grote ballen die op het publiek heen en weer stuiteren. Doorheen de gestoorde randanimatie viel er uitstekende muziek te ontdekken, die jammer genoeg nogal bruusk plaats moest maken voor een dieren-imitatiespelletje. Het ideale moment om voor de laatste maal vandaag de weide nog eens over te steken richting Club, waar het concert van Fat Freddy's Drop een surrealistisch randje kreeg omdat de belendende hoofdweide na het slotconcert van Placebo al afgesloten was. En aldus stond deze reggae/dub-band uit Nieuw-Zeeland in een compleet uitgestorven hoekje van het festivalterrein voor een halflege Club te spelen. Niet al te fijnzinnig geprogrammeerd, beste Eppo Janssen.

Geen opmerkingen: