30 mei 2011

Roger Waters - The Wall (Sportpaleis - 27.05.2011)

Bring the boys back home !


Een mens heeft steeds de neiging om dingen op te delen, in vakjes te plaatsen, om de dingen in zwart of wit te bekijken, om zich in kampen op te delen. Het is óf The Beatles óf The Rolling Stones. Het is óf David Gilmour óf Roger Waters. Onzin natuurlijk, vooral als je beseft dat The Beatles gewoonweg véél beter waren dan de Stones... Maar nu on topic : je kunt Roger Waters beschuldigen van narcisme, grootheidswaanzin en een welhaast dictatoriaal beleid binnen Pink Floyd, maar zelfs de hardnekkigste Waters-haters moeten toegeven dat hij van onschatbare waarde is geweest binnen het hele Pink Floyd-verhaal. En met The Wall leverde hij in 1979 quasi op z'n eentje een iconisch album af.


Don't leave me now. Don't say it's the end of the road.


In 1977 ging Pink Floyd op tournee ter promotie van het Animals-album. Vooral het Amerikaanse gedeelte van deze tournee liep allesbehalve vlot. Discussies met technisch personeel, onvrede binnen de band, Waters die regelmatig hard uithaalde naar het publiek. Tijdens de laatste show van de toer - op 06.07.1977 in Montréal - was het weer van dattum en spuwde Waters tijdens de ontstane stennis in het aangezicht van een fan. Dit fait divers bleef Waters bij en inspireerde hem tot het schrijven van een rock-opera met als hoofdpersonage ene Pink, die zijn vader verliest tijdens WO II, die in conflict leeft met zijn leraars, gebukt gaat onder een overbeschermende moeder, die zijn huwelijk op de klippen ziet lopen, en die tijdens zijn carrière als rockster meer en meer vervreemd geraakt van zijn publiek.


Is there anybody out there ?


Ruim dertig jaar na de release van dit album besloot Waters om opnieuw met zijn verhaal de hort op te gaan. Maar voor deze tournee trekt hij het thematisch open. Het geïsoleerde verhaal van een gefrustreerde en van de wereld vervreemde rockartiest krijgt nu het élan van een breder anti-oorlogsverhaal. Geweld, onderdrukking, de dictaturen van macht en geld en zelfs religie : door de grote boodschappen die op spectaculaire wijze op de muur geprojecteerd worden - met een opvallende knipoog naar werk van de Britse straatartiest Banksy - is de boodschap niet mis te verstaan. Het tweeluik "Vera" en "Bring the boys back home" was daarmee één van de hoogtepunten van de show. De emotionele impact van deze nummers werd nog vergroot door beelden te tonen van herenigingen tussen kinderen en hun dood gewaande vaders. En zo werd ook "Mother" een aangrijpend hoogtepunt, waarbij Waters zijn dertig jaar jongere ik omschreef als een "sad and fucked up little man". Door een knap staaltje techniek zagen we de Waters van nu het nummer akoestisch brengen, terwijl op de achtergrond simultaan een projectie van de dertig jaar jongere Waters in Earls Court hetzelfde nummer zingt. "Should I trust the government ?" wordt op een luid "no" van het publiek onthaald, geruggesteund door een immens groot "no fucking way !" op de muur. De volgende quote van Eisenhower kreeg ook een prominente plaats : "Every gun that is made, every warship launched, every rocket fired, signifies, in the final sense, a theft from those who hunger and are not fed, those who are cold and are not clothed." En tijdens de pauze worden foto's en korte begeleidende biografieën getoond van mensen die het slachtoffer zijn geworden van oorlogsgeweld of repressie. Authentieke foto's van nobele onbekenden, ingezonden door fans. Maar ook foto's van bekendere figuren zoals Mahatma Gandhi of Federico García Lorca.


Slachtoffers van oorlog en repressie staan centraal.


Vooral een politieke boodschap dus. Tijdens "Goodbye blue sky" zien we provocerende beelden waarbij een zee van bloed alsmaar roder en groter wordt, naarmate er symbolen in neerdwarrelen : hamers & sikkels, dollartekens, symbolen van Mercedes en Shell en zelfs Jodensterren. Maar los van deze politieke boodschap was de show vooral een spektakelstuk zonder weerga. De fabuleuze geluidseffecten tijdens "In the flesh" en het vliegtuig dat in een vuurgloed de muur invliegt, de prachtige projecties, de immens grote opblaaspoppen die de boze leraar en de overbeschermende moeder voorstellen, het grote varken dat tijdens "Run like hell" (ook een hoogtepunt !) door het Sportpaleis zweeft, een bijna angstaanjagende Waters in de rol van de fascistoïde volksmenner,... : het is teveel om op te noemen. De gitaarsolo van David Kilminster tijdens Comfortably Numb deed zelfs bijna de afwezigheid van Gilmour vergeten.


Het is heel gemakkelijk om cynische opmerkingen te plaatsen bij het hele gebeuren. Zo zullen er ongetwijfeld pezewevers zijn die kanttekeningen plaatsen bij het feit dat een gefortuneerd persoon zoals Waters een anti-kapitalistische boodschap oplepelt. Voor de non-believers zal het hele The Wall-spektakel de zoveelste bevestiging zijn van het narcistische kantje van Waters. En laten we realistisch wezen : het gros van het publiek kwam voor de show, het spektakel, de grandeur. De politieke boodschap zal hen wellicht gestolen kunnen worden. Maar m.i. heeft Waters met deze versie van The Wall een schitterend totaalspektakel op poten gezet, waarbij moderne technieken en een actuele boodschap het sowieso al tijdloze karakter van het oude album nog meer in de verf hebben gezet. En ondanks alle speciale effecten en verbluffende projecties viel het ook op hoe de oude symbolen van weleer niets aan kracht hebben ingeboet : het leger van de marcherende hamers, de angstaanjagende leraar, de harde animaties van Gerald Scarfe, ... : ze zijn onlosmakelijke verbonden met het album. The Wall was één van die weinige iconische albums zonder dewelke je de wereld niet meer kunt voorstellen. Deze indrukwekkende live-adaptatie ruim drie decennia later heeft dat nog maar eens bevestigd.

Geen opmerkingen: