12 november 2007

I hate techno ('t Slot - 10.11.2007)

Binnengevallen in 't Slot tijdens het optreden van Trail of Hope. Tijdens de Strekenavond eerder dit jaar ergerde ik me mateloos aan deze H-town hardcore-groep. Een fan zal ik wel nooit worden maar - vergeef me deze flauwe pun - er is nog hoop voor deze groep. Het klonk alleszins al heel wat gespierder dan een half jaar geleden.

De Aarschotse metalband Epycenter was zonder enige twijfel dé act van de avond. Niet zozeer o.w.v. de muzikale kwaliteiten overigens ... Symfonische goth-metal met een hoog Pinkie-gehalte. Tijdens het begin van de set droogde mijn interesse al even snel op als een rozijn in een woestijn. Een gevoel van plaatsvervangende schaamte vermengde zich echter gaandeweg met een pervers genot dat je nog het best met ramptoerisme kan vergelijken. De borsten van zangeres Sylvie (kijk maar op haar myspace !), de welgemeende overacting van Engelse zanger Oliver, de theatrale sérieux, de overgave waarmee de hele prak werd opgediend én de onvermijdelijke rookmachine zorgden ervoor dat ik een grijns nauwelijks kon onderdrukken. Ook het publiek in 't Slot ging lichtjes verbouwereerd mee in dit bizarre Aarschotse exportproduct. Ik stond erbij en keek ernaar, onderhevig aan gevoelens van genot en walging. Net als wanneer je naar een prachtige drol kijkt die je net uit je rug hebt geschud. Het bisnummer was dubbel en dik verdiend !

Heel wat serieuzer ging het eraan toe tijdens het concert van de Gentse deathcore-groep Welkin. Misschien wel een tikje té serieus, want het publiek ging nauwelijks of niet uit zijn dak. Of lag dat gewoon aan de verschrikkelijk irritante basgitarist, een plurk zonder weerga die tot overmaat van ramp verschrikkelijk hard geleek op TMF-presentator Sean Dhondt van het al even ergerlijke Nailpin ? De "Nailpin"-kreten waren dan ook niet van de lucht. Gooi die etter uit de groep, en snel !!

De heren van het Antwerpse Unleash the Fury waren duidelijk niet naar 't Slot afgezakt voor een spelletje nageltje-klop. They meant business ! Er werd een granieten geluidsmuur opgetrokken van waarop de kleine maar gemene zanger Ron vuur spuwde. Strak gespeelde metal met een gezonde no nonsense-instelling. Geen poseurs maar noeste metal-arbeiders. Het publiek voelde dit ook aan en liet zijn appreciatie blijken.

Tijd om af te zakken naar de stamkroeg alwaar Banjul-boy Ooms - vers uit Afrika - ten tonele verscheen en alwaar Miel & Ket plastieken verkeerslinten hanteerden als guirlandes voor de Zingende Aap. Een passend slot voor een bijwijlen lichtjes surrealistische avond.

1 opmerking:

Tony Soprano zei

aaaaaaaaaaaaaaaah, good times...